Een onheilspellende performance over het vacuüm tussen dood en geboorte, een beeldende etude over het leven en een Beckettiaans theaterritueel over de dood. De drie afzonderlijke korte voorstellingen in het drieluik Unboxed-tour #1 vormen gezamenlijk een cyclus die de hele rit, van leven tot dood tot reïncarnatie, omvat. Veelzeggende overeenkomst: het zijn drie etudes zonder helder afgebakende, vastomlijnde eindes, ze faden uit. Geen applaus, geen buigingen, maar ook: geen afrondingen, geen eindes. Niets is definitief.  

Tussentijd, is het overkoepelende thema van deze nieuwemakersroute, en ook voor locatietheaterfestival Over het IJ in Amsterdam Noord geldt dat het zich in een soort tussentijd bevindt. Het festival schroefde dit jaar terug naar een compacte vierdaagse versie, met de intentie om volgend jaar weer acht dagen te programmeren (een ‘tussenjaar’, noemde algemeen directeur Mick Stevens het vorige week in Het Parool).

Ondertussen werd vorige week duidelijk dat het festival vanaf 2025 niet meer kan rekenen op meerjarige subsidie vanuit het Fonds Podiumkunsten. Het voortbestaan lijkt nu vooral af te hangen van het oordeel van het Amsterdams Fonds voor de Kunst, dat begin augustus verwacht wordt. Tussentijd, dus.

Niettemin werd donderdagavond het festival officieel geopend op het terreintje bij Café Noorderlicht op de NDSM-werf. Vanuit daar vertrekken onder meer een drietal nieuwemakersroutes, die publiek meenemen de werf op en laten ontmoeten met pril werk van nieuwe theatermakers, voor wie de korte etudes die ze laten zien vaak hun eerste aanraking met locatietheater zijn. Unboxed is de opvolger van het befaamde zeecontainerprogramma, dat helaas door kostenstijging sinds vorig jaar niet meer haalbaar was.

In Solitude tracks verheerlijkt QiQi van Boheemen de eenzaamheid. In een verlaten tramwagon verduurt ze de tijd, een fluitketel fluit, ze kent de radio uit haar hoofd, ze danst – een beeldende slideshow van de eenzame mens. Wie snel kijkt ziet misschien iemand die niet te benijden is, misschien zelfs radicaliseert. Maar wie beter kijkt, voorbij de eigen vooroordelen, ziet iemand die geen moord begaat, maar hout hakt om de stoomtram op te stoken.

Deze korte solo gaat expliciet ook over de vooringenomen blik van de toeschouwer: we zijn geneigd eenzaamheid als iets te zien wat tijdelijk zou moeten zijn en liefst opgeheven moet worden. Maar wat nu als je het solitaire juist nastreeft? Kun je geluk vinden in wachten, in het omarmen van tussentijd?

In Elbow Room van Chloé Harris staan we met een klein groepje om het bed van een oude man (Titus Muizelaar), in twee smalle, lange zeecontainers vlak aan het IJ. We horen gebonk, zijn laatste hartslag, reutelend gehijg, adem in paniek, het gonst door de dubbele container. Het voelt alsof we ons tegelijkertijd in zijn lichaam bevinden als rondom dat vege lijf. Een lichtbundel valt op zijn hand, spieren trekken samen, zijn buik gaat nog op en neer, het lijf vecht maar alles stelt de vraag: voor hoe lang nog?

Deze voorstelling speelt zich af tijdens het ongrijpbare vacuüm tussen het sterven en de dood. Bewapend met flarden Beckett en Pinter – die nooit ver weg zijn als het gaat om oneindig wachten en onze tevergeefse zoektocht naar betekenis in het aangezicht van de dood – treedt Muizelaar zijn einde tegemoet, vol angst én berusting. Als hij uiteindelijk plaatsmaakt, stroomt de buitenwereld de container binnen. Dat is een bevrijdend moment: elk sterven voltrekt zich uiteindelijk altijd midden in het leven.

Het ongrijpbare Dig a (w)hole while you wait gaat over dat wat er tussen sterven en geboren worden zit. Uit oude verweerde doeken die tussen de ribben in de buik van een lichtjes wiegend schip zijn opgehangen, ontvouwt zich een levend wezen, die gretig het schaarse licht probeert vast te klampen. Maar licht laat zich niet vangen of temmen.

Het is prachtig hoe maker en performer Nina Iggy uit de rafelige doeken tevoorschijn komt, de wereld onderzoekend tegemoet treedt en dan weer verdwijnt. Ze wordt voortgestuwd door het ritmisch ruisen van de zee dat via onze koptelefoons als een continue ademhaling aanvoelt. Als een dwaallicht zoekt ze naar licht en lichamen, naar nieuw leven. Ineens is ze weg: misschien heeft ze dat nieuwe leven gevonden. Of is ze voorgoed vervlogen, als licht dat opflakkert en weer uitdooft?

Unboxed-tour #1: Tussentijd laat werk van drie uiteenlopende makers zien die elk een zeer uitgesproken, beeldende theatertaal ontwikkeld hebben. Inhoudelijk zijn hun relatief verstilde voorstellingen nog enigszins vrijblijvend; naar noodzaak of stellingname blijft het gissen. Voor alle drie geldt bovendien dat ze meer op de esthetiek en de zeggingskracht van die beeldtaal mogen vertrouwen: in de werken, die steeds zo’n tien tot vijftien minuten duren, gebeurt relatief veel. Juist als het gaat om wachten en tussentijd, mag een zorgvuldig geconstrueerd, geladen beeld, best een tijdje bestaan. Vaak geldt: hoe minder we krijgen voorgeschoteld, hoe meer er in ons hoofd gebeurt.

Foto’s: Moon Saris