Tijd van de Wolf, een collectief dat werkt op het snijvlak van kunst en psychiatrie, verliest vanaf 2025 zijn structurele subsidie van het Fonds Podiumkunsten. Naar aanleiding van de korting schreef artistiek leider Alexandra Broeder onderstaand pamflet. Deze tijd vraagt volgens het gezelschap om het creëren van ruimtes waarbinnen men samen kan zijn ‘zonder categorisering, vaste overtuigingen of diagnoses, voorbij de beleidstaal of medische taal, via de taal van de verbeelding’.
EEN PLEIDOOI VOOR DENKEN ZONDER THUIS
The World Health Organisation (WHO) voorspelt dat in 2030 depressie volksziekte nummer één wordt. Volgens het Trimbos Instituut neemt het aantal mensen met psychische klachten steeds meer toe, net als het gebruik van anti-depressiva of angstremmers. Deze toename is met name te vinden onder jongeren. We zouden deze jongeren kunnen beschouwen en behandelen als individuen met een probleem. Of een ‘ziekte’, zoals gebruikelijk is in onze samenleving. Maar we kunnen ons ook verdiepen in de diepere oorzaak. Wat als we de toename van depressie niet als afwijking gaan zien maar als graadmeter van wat er misgaat in de maatschappij en van wat moeilijk is in het leven? Durven we hiernaar te kijken?
Deze tijd vraagt om het creëren van ruimtes waarbinnen men samen kan zijn zonder categorisering, vaste overtuigingen of diagnoses. Voorbij de beleidstaal of medische taal. Via de taal van de verbeelding. Om zo een nieuw of ander licht te schijnen op dat wat wij als maatschappij niet willen zien. Te zoeken naar een nieuw perspectief. Ruimtes om te denken zonder thuis, zoals filosoof Hannah Arendt dit noemde.
Mijn naam is Alexandra Broeder en onder de vleugels van mijn theatercollectief Tijd van de Wolf maak ik projecten op het snijvlak van kunst en psychiatrie. Hierbinnen werken we nauw samen met professionals uit de psychiatrie, de ethiek en de filosofie. Vanuit een gedeelde zoektocht, naar nieuwe vormen van kunst en zorg. In deze projecten zijn de acteurs jongeren met een psychische kwetsbaarheid, die met hun aanwezigheid urgente, maatschappelijke thema’s agenderen. Als klokkenluiders. Kanariepieten in de kolenmijn. Projecten zoals The Gift, over doodsverlangen bij psychisch lijden. Of recentelijk The Omen, een zoektocht naar de dieperliggende betekenis van anorexia. Projecten die speelden in een uitverkocht Theater Frascati in Amsterdam. Bewust geplaatst in het hart van de samenleving. Om juist hier ruimte te claimen voor kwetsbaarheid.
Deze projecten maakten veel los. Bij mensen die zich herkennen in de thematiek, in het professionele veld van de GGZ en bij het kunstpubliek. Er was bovendien veel aandacht in de media. De voorstellingen verbinden kunst en psychiatrie maar bovenal mensen met elkaar. Het zijn uitnodigingen, aan het publiek en aan onszelf, om aanwezig te zijn met open handen. Om in gezamenlijkheid aanwezig te zijn bij dat wat er gezien en gehoord wil worden.
In een wereld op drift, zoals de onze, is er juist nu nood aan dit soort hybride kunstpraktijken. Die niet los of gescheiden zijn van de wereld van zorg of de instelling, niet los van de samenleving, maar ermee verbonden, verweven, verknoopt. Want als we de huidige psychiatrie als graadmeter nemen voor de tijd waarin we leven dan zien we een oververhit systeem met een over-focus op maakbaarheid, meetbaarheid en op het individu. Behandelingen zijn opgeknipt in stukjes en gericht op symptoombestrijding. Beleid gericht op duurzaamheid, menselijkheid en met een overkoepelend perspectief ontbreekt. En niet alleen in de GGZ! Dat wat niet in het systeem past verdwijnt.
De praktijk van Tijd van de Wolf houdt zich bezig met een nieuw soort onderzoek. Het creëren van grond waarop een nieuw soort weten wortel kan schieten. Maar het innovatieve en kwetsbare karakter van de projecten maakt dat wij vanaf 2025 onze subsidie verliezen. Als gevolg van een cultuurbeleid dat bovenal reactief is en niet duurzaam. Een beleid voor plannen die meetbaar zijn en binnen de richtlijnen moeten passen. Hoe is het mogelijk nog tot iets nieuws en radicaals te komen als zoveel parameters op voorhand gekend moeten zijn? Hoe kun je nieuwe vormen en samenwerkingsverbanden uitwerken als er zo weinig duurzaamheid is?
Daarom luiden wij de noodklok.
Deze tijd heeft radicale verbeelding nodig.
Maar daarvoor is ruimte nodig om de dingen anders te kúnnen verbeelden. Een ruimte van denken zonder thuis.
Alexandra Broeder, artistiek leider Tijd van de Wolf
Tamara Roos, zakelijk leider Tijd van de Wolf
Bestuur Tijd van de Wolf
Arne Popma, hoogleraar kinder en jeugdpsychiatrie
Simone Hogendijk, artistiek leider Over het IJ Festival
Jara Enkelaar, creatief producent Via Rudolphi
Ondersteund door:
Jim van Os, hoogleraar psychiatrie
Rosalie Pronk, medisch ethicus, Radboud Universiteit Nijmegen
Anne Goossensen, hoogleraar zorgethiek & informele zorg
Joke Hermsen, schrijver en filosoof
Arjan Broers, geestelijk verzorger, pastor Dominicuskerk
Eva Meijer, columnist, filosoof, schrijver
Mark Timmer, artistiek directeur Frascati
Nellieke de Koning, directeur Levvel, centrum voor kinder en jeugdpsychiatrie AMC
Marelie van Rongen, artistiek directeur De Schuur Haarlem
Karlijn Benthem, artistiek directeur Jonge Harten Festival
Dr. Sanne Koevoets, Senior Lecturer in Intersectional Studies of Media and Culture | Head of the Humanities Department (Erasmus University College)
Steve Elbers, DIT Academic Transformative Repair | Platform for Design – Impact – Transition (Erasmus University)
Barbara Raes, artistiek leider NTGent
Carlijn Welten, kinder en jeugdpsychiater, Het Huis Haarlem
Chaim Huijzer, geneesheer directeur Levvel, centrum voor kinder -en jeugdpsychiatrie
Jessica Belles, adjunct directeur Museum van de Geest Haarlem
Foto: kamerich & budwilowitz – The Omen