Als mensen met een verstandelijke beperking iets met theater willen doen, kan dit meestal alleen via dagbesteding. Een amateurgezelschap zit er vaak niet in en van aansluiting bij professioneel theater is al helemaal geen sprake. Drie theatergezelschappen, vier zelfstandige theatermakers en twee hogescholen (Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam en ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten) werkten samen om hiervan verleden tijd te maken.

Tweeëneenhalf jaar geleden sloegen zij de handen ineen om te onderzoeken wat er mogelijk is in samenwerking tussen professioneel theater en acteurs met een verstandelijke beperking. Het antwoord bleek: eigenlijk alles. Sinds afgelopen januari staan hun bevindingen online op inclusievesamenwerkinginhettheater.nl.

Op de website delen de samenwerkende partijen verschillende ervaringen en onderzoeksresultaten van inclusieve samenwerkingen in het theater. Theatermakers en acteurs kunnen er inspiratie en kennis opdoen, waardoor de kunstvorm nog verder kan professionaliseren. ‘Als je gebruik kunt maken van de ervaringen die er al zijn, kom je als beginnend inclusieve theatermaker of acteur beter beslagen ten ijs’, zegt projectleider Monique Bussmann.

Op de website staan onder meer verslagen van elf experimenten die in twee rondes door zes verschillende theatermakers zijn uitgevoerd. De eerste ronde draaide om de theatermaker. Onder meer het overdragen van de eigen ervaringen aan nieuwe inclusieve theatermakers en het laten wegvallen van onderscheid tussen acteurs met en zonder beperking werd onderzocht. De onderzoeksvragen van de tweede ronde gingen over de inbreng van acteurs met een beperking tijdens het maakproces. Hier werd onderzocht hoe de talenten van acteurs met een beperking het beste tot hun recht kunnen komen.

Monique Bussmann, projectleider en onderzoeker van het Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam, komt zelf niet uit de theaterwereld. Vanuit haar zorgperspectief stond in eerste instantie de maatschappelijke en culturele participatie van mensen met een beperking centraal. Echter, Bussmann werd behoorlijk verrast door de algehele professionaliteit van de betrokken acteurs, alsook van de theatermakers, het maakproces en de theaterproducties.

Bij de experimenten zag ze ‘iedereen groeien’, de acteurs met beperking, de begeleiders, de zorgorganisaties, maar ook de deelnemers uit het theaterveld. ‘Ik heb de theatermakers zich zien ontwikkelen; als mens en als theatermaker. Ook de acteurs zonder beperking zeggen erg veel te leren van de acteurs met beperking, omdat zij hen helpen om minder te denken en in plaats daarvan meer te voelen en te durven experimenteren. De kracht van de acteurs met een beperking is dat zij vaak authentieker zijn en minder talig.’

Bussmann hoopt dat de website bijdraagt aan meer erkenning voor inclusief theater in de kunstwereld. Ze zou onder meer graag zien dat theatergezelschappen en -producties die werken met acteurs met een beperking in de toekomst kunnen gaan rekenen op een kunstbudget in plaats van een budget vanuit de zorg. Dat zou laten zien dat acteurs met beperking ook als kunstenaar worden beschouwd en inclusieve theaterproducties ook als professionele kunst.

Ze hoopt dat haar wetenschappelijke aanpak bijdraagt aan een meer erkende status. ‘Wat onderzoek betreft, hebben de kunsten natuurlijk een heel andere aanpak dan gezondheidswetenschappers’, benoemt Bussmann. ‘Vanuit de theatermakers was het project een aanknopingspunt om via de ervaring van elkaar te leren. Wij grepen het project meer wetenschappelijk aan om via onderzoek tot een theoretische basis te komen.’ Op basis van een wetenschappelijke analyse van interviewteksten, werd het ‘Atomiummodel’ opgesteld. Onder deze kop zijn op de website verschillende perspectieven (vanuit theatermakers, begeleiders en acteurs zonder en met beperking) op het inclusief samenwerken weergegeven.

Naast ervaringen en onderzoeksresultaten, kom je op de website ook lesbrieven tegen om docenten en studenten te inspireren. De lessen kunnen worden toegepast in het theatervakonderwijs en in het reguliere HBO-onderwijs in de richting zorg en welzijn.

Onderzoekers van de opleiding Docent Theater van ArtEZ hebben een artistieke bijdrage geleverd met een ‘radio play’. Zij hebben de interviews omgezet in een hoorspel. ‘De online tool is zo gemaakt dat die voor zoveel mogelijk verschillende mensen toegankelijk is’, legt Bussmann uit. ‘Het hoorspel blijkt veel mensen uit het theaterveld meer aan te spreken dan het Atomiummodel, terwijl het dezelfde informatie bevat. De hele website is ook beschikbaar in “begrijpelijke” taal, zodat ook acteurs met een beperking er gebruik van kunnen maken.’

Sinds de lancering van de site ligt het samenwerkingsproject voorlopig stil. Er zijn vele ideeën voor een vervolg, maar daarvoor moet een nieuwe subsidiegever worden gezocht. De groep zou graag nog een breder en diepgaander onderzoeksproject opzetten en van de site een breder platform maken, waar verschillende ideeën over en ervaringen met inclusieve samenwerking in het theater gedeeld kunnen worden.

Verder ziet Bussmann nog mogelijkheden om de kennis over inclusief theater te verbreden. Naast verstandelijke beperkingen kan in een volgend project ook samengewerkt worden met acteurs met andere beperkingen of aandoeningen. Ook culturele diversiteit, genderdiversiteit en LHBTIQ+ -diversiteit worden genoemd door Bussmann. ‘Als het gaat over inclusief theater hadden we in dit project nog maar een beperkte groep in beeld.’

Foto: Joep Aerts