Voor het Theater Instituut Nederland, dat als gevolg van de bezuinigingen op cultuur, ophoudt te bestaan, blijft het veiligstellen van de collectie de hoogste prioriteit houden. De komende weken spreken OCW en het TIN over een nieuw plan voor het borgen van de theatercollectie. Kern van het plan is dat collectie en mediatheek in elke geval de komende tien jaar worden ondergebracht bij de Universiteit van Amsterdam en op die manier ook toegankelijk blijven.

De kosten van het plan kunnen worden betaald uit de bestemmingsreserves van het TIN. Het TIN heeft het ministerie gevraagd deze reserves, zo’n vier miljoen euro, vrij te geven, om het borgen van de collectie financieel mogelijk te maken. Het plan sluit aan bij de begin juli door de Tweede Kamer aangenomen CDA/PvdA motie, waarin staat dat de collectie van het TIN zorgvuldig moet worden geborgd, zo nodig met gebruik van de eigen bestemmingsreserves.

Op maandag 20 augustus zou de rechtbank het beroep behandelen dat het TIN heeft aangetekend tegen het besluit van OCW om de bestemmingsreserves te blokkeren. Deze behandeling is aangehouden, omdat er nog een bezwaar loopt van het TIN tegen een eerder besluit van OCW: de ‘aankondigingsbrief’ van september 2011, waarin staatssecretaris Zijlstra meedeelde dat hij van plan was de subsidie aan het TIN stop te zetten. Dat bezwaar werd eerder door OCW niet ontvankelijk verklaard, omdat het volgens het ministerie ging om een aankondiging en niet om een besluit. De rechtbank gaf OCW daarin ongelijk, waardoor OCW alsnog een inhoudelijke beslissing moet nemen op het toen ingediende bezwaar.

De rechtbank was vanochtend van mening dat die beslissing eerst moet worden genomen, daarna kan de rechtbank uitspraak doen over de frictiekosten en de bestemmingsreserve. Dit betekent dat de gesprekken tussen OCW en het TIN de komende weken doorgaan.