Corona houdt de wereld nu een jaar in de greep. De podiumkunsten hebben inmiddels voor de derde keer te maken met een volledige theatersluiting. Theaterkrant vraagt de theaters naar de gevolgen. Vandaag de staat van het Maaspodium in Rotterdam, met zakelijk directeur Bernadette Stokvis en artistiek coördinator Carole van Ditzhuyzen.
In welk opzicht is het jaar 2020 voor jullie anders dan anders?
BS: ‘Wij zijn een gezelschap en een theater. Vooral voor het podium is het financieel echt lastig. We hebben specifiek voor dat deel geen steunmaatregelen gekregen, terwijl bijna alle inkomsten uit verhuur zijn weggevallen en de hele horeca-omzet. We hebben voor de horeca twee mensen in dienst, die we heel graag willen behouden. Maar we verliezen daarop fors.’
‘Voor de programmering krijgen we wel ondersteuning vanuit het FPK. We zitten in de SKIP-regeling, een aanvullende subsidie voor kleinschalige en incidentele programmering. We mochten blijven declareren voor voorstellingen die niet doorgingen, dat vond ik genereus en superbijzonder. En het fonds heeft het maximaal te declareren bedrag verhoogd: we kregen eerder maximaal 20.000 euro per jaar en we mogen dit jaar tot een maximum van 60.000 euro declareren. Enorm fijn omdat we zo de gezelschappen kunnen vergoeden. Het podiumtekort leg ik voor aan de gemeente met de jaarrekening, want dat kan niet te lang duren. Onze kleine reserve slinkt al met al met ongeveer een kwart.’
Want huren jullie het pand van de gemeente?
BS: ‘Ja, klopt. Van daaruit is er nog niks gekomen. In Den Haag hebben ze huurcompensatie of zelfs kwijtschelding geboden, maar hier in Rotterdam boden ze alleen uitstel van huurbetaling. Als je dan aan het eind helemaal op je rug ligt, krijg je die klap ook nog eens, dus daar zijn we niet op ingegaan. Half maart gaan we opnieuw in gesprek met ze. Ik ga niet met geld van het ministerie schuiven, van het gezelschap naar het podium; van dat geld blijven we zoveel mogelijk produceren en makers en spelers betalen. Dat geld is er om de sector gezond te houden. Dat gaan we niet in de tekorten van de gemeente storten.’
Maar je hebt nog niemand moeten laten gaan?
BS: ‘Nee, niemand van de ongeveer elf fte’s bij het Maaspodium, maar de oproepkrachten hebben we nu niet veel te bieden. We hebben een aantal vacatures tijdelijk bevroren, een voor productieleider en een op de financiële administratie. En bij de marketing is iemand met zwangerschapsverlof die we niet hebben vervangen.’
Hoe is de stemming bij je mensen?
CvD: ‘Dat gaat op en neer. We proberen elkaar binnen de mogelijkheden veel op te zoeken. Sowieso ben ik natuurlijk nieuw, dus ik probeer zoveel mogelijk gesprekken te voeren om te peilen waar mensen mee bezig zijn. Ik merk dat het helpt om ruimte te maken voor inhoudelijke gesprekken, omdat je daardoor even los van de situatie kunt bedenken wat we nou eigenlijk willen, even opnieuw ‘dromen’. Dat geeft perspectief. Omdat alles stilstaat kan ik ook de tijd nemen om eens iets uit te zoeken met een jonge maker of te wandelen met een collega. En ik vind eigenlijk dat de mensen heel goed ingetuned zijn bij elkaar. Er is ook ruimte om te zeggen, pffff ik zie het even helemaal niet zitten.’
BS: ‘Iedereen mist het bij elkaar zijn in ons huis. We zijn best een familieachtig bedrijf. Wat veel energie gaf was de beslissing om een livestream voor het afscheid van Moniek Merkx te maken. We konden met elkaar een klus klaren. We kunnen niet wachten om zodra het weer een beetje kan, dat hele grasveld voor ons pand vol te plempen met ontmoetingen. Want ons gebouw is best snel vol, volgens de anderhalvemeterregels, dat is ook een ding.’
CvD: ‘Daardoor moeten we ons heel anders opstellen dan we gewend zijn. We willen open zijn voor residenties en repetities van makers en groepen, maar het kan maar tot een maximum van zoveel mensen. We moeten prioriteren. Vaak zijn het hele moeilijke afwegingen. Wie is belangrijker, de eigen repetities of de mensen hier uit Rotterdam? De grote vraag is: hoe blijf je open terwijl je niet open bent? Want dat je hier in huis als maker kunt komen om iets uit te zoeken of te presenteren, dat is een heel belangrijke functie. En de vraag is heel groot, ik voel die noodzaak heel sterk.’
‘Ik vind het bijzonder dat we zoveel in huis hebben, bijvoorbeeld de livestreams. Dat heeft de techniek zomaar opgepakt, ze zijn het gewoon gaan uitzoeken. Ze worden er ook steeds beter in. Daardoor kunnen wij met makers afspreken: als het doorgaat, dan zitten er live mensen, en als het niet door kan gaan, gaat het toch door, want we kunnen livestreamen. Niemand zit hier bij de pakken neer.’
‘Wij hebben natuurlijk ook een heel specifieke doelgroep, die het helemaal niet makkelijk heeft in deze periode want kinderen zitten thuis, jongeren zitten opgesloten. Veel van onze gesprekken gaan daarover: hoe houden we connectie met degenen voor wie we het doen? En omdat dat zo specifiek is, motiveert het ons om open te blijven. Er is al niks, ze lopen al tegen de muren op. Onze doelgroep is ons superdierbaar.’
BS: ‘Wat er enigszins mogelijk is volgens de wetten en regelgeving, doen we. En dat is lastig, want met kinderen verandert het steeds, het ene moment mogen er honderd komen en dan nog maar dertig. We gaan bijvoorbeeld de theaterhavo in Rotterdam helpen met een livestream van hun examens. Maar Codarts moesten we afzeggen. We zouden ze helpen met hun afstudeerwerk, maar hun aantallen waren te hoog. Heel jammer.’
Wat neem je mee naar als het straks weer normaal is?
BS: ‘Met die jonge generatie gebeurt nu een hoop. We willen dieper in gesprek met ze over wat deze periode met ze gedaan heeft, want dat betekent iets voor onze projecten en voor wie wij zijn. Dus we zoeken co-creatie met hen. We werken met heel veel scholen in Rotterdam, inmiddels bijna dertig: basisonderwijs, voortgezet onderwijs, MBO’s en praktijkonderwijs. Maar we zijn nu ook in contact met een organisatie, WMO Radar, die werkt met kinderen op straat, dus die uitvallen op school. Daarmee starten we nu een serie podcasts voor meiden, gemaakt met een groep meiden die via Radar bij ons komen.’
‘En onze educatie heeft een initiatief dat aansluit op onze voorstelling Ik ben er even niet. Via de scholen en ons netwerk in de wijk halen onze docenten 19 kinderen individueel op, om dan een hele middag te mogen verdwijnen in een droom die ze willen beleven. Grote groepen gaan nu niet, dus dan maar individueel.’
‘En wat we ook hebben geconstateerd is dat we als organisatie wendbaar en flexibel zijn. Daar willen we nog meer op inzetten. Sara Giampaolo is bijvoorbeeld goed in educatie, maar ze kan ook maken en produceren.’
CvD: ‘We willen de verschillende skills bij medewerkers ontwikkelen, en misschien ook meerdere rollen, zodat je ook op een andere manier kan werken en sneller kan schakelen. Zo denken we opnieuw na over het eigenaarschap van ieders werkzaamheden en hoe we podium en gezelschap nog dichter naar elkaar toe kunnen brengen. Het is dus niet alleen maar somber. Deze dingen hadden anders misschien helemaal niet plaatsgevonden.’
Foto: blauwe zaal Maaspodium, Sophia van den Hoek