Hebben wij, witte mensen, ooit écht geluisterd? Een potje hier en daar voor een ‘urban maker’ moet jarenlang ‘bijdragen’ aan diversiteit in de programmering van theaters, waarbij witte leiders – en het witte publiek – zich niet bewust lijken te zijn geweest van het tokenisme dat niet waarlijk tot een inclusieve kunstsector leidt. (meer…)
De negen BIS-gezelschappen plus dertien schouwburgen kondigden eerder deze maand aan op zoek te gaan naar een ‘Cultuurcurator diversiteit‘. De groep – ookwel bekend als het Noordwijk-overleg – wil daarmee de podiumkunsten sneller divers maken. Nan van Houte, secretaris generaal van IETM, schreef naar aanleiding van deze vacature een open brief aan de initiatiefnemers.
Beste deelnemers aan het Noordwijk overleg,
Een vacature voor een ‘cultuurcurator diversiteit’ bracht me op de hoogte van dit jaarlijks overleg tussen de 9 grootste theatergezelschappen en 13 stadsschouwburgen en standplaatstheaters. Ik lees erin dat tijdens de laatste bijeenkomt jullie ‘de handen ineen hebben geslagen om de integratie in de podiumkunsten te versnellen’. Dat doet deugd.
Ik leid sinds een aantal jaren een internationaal netwerk voor de podiumkunsten en tracht vanuit die positie bij te dragen aan een theatersector die niet alleen internationaal georiënteerd is, maar ook aantrekkelijk en toegankelijk voor iedere burger, ongeacht zijn of haar afkomst, fysieke gesteldheid, seksuele voorkeur of gender. Vandaar mijn speciale aandacht voor jullie initiatief.
Voor ik naar Brussel vertrok maakte ik me ook al enige decennia bezorgd over de trage voortgang van die integratie in de podiumkunsten, dus sta mij toe een duik te nemen in onze recente nationale historie op dit gebied.
Bijna 20 jaar geleden maakt Staatssecretaris van Cultuur Rick van der Ploeg het breder bereik van de kunsten tot speerpunt van zijn beleidsperiode. Met twee nota’s Ruim baan voor culturele diversiteit en Cultuur als confrontatie. maakte hij niet zulke beste vrienden in het cultuurcircuit. Zijn verwijt betrof de algehele luiheid in het betrekken van hele bevolkingsgroepen bij het gesubsidieerde aanbod. De reacties op zijn beleidsvoornemens waren fel, het verzet hevig. Zijn voorstel dat 3% van de cultuur subsidies besteed moest worden aan publieksverbreding haalde het niet. Toch betekende zijn beleidsperiode een bloeiperiode voor de cultureel divers aanbod, dat onder zijn opvolgers Medy van der Laan en Ronald Plasterk niet of nauwelijks werd aangetast – al staken geen van beiden er gelijkelijk de nek voor uit.
Tien jaar later, het is inmiddels eind 2008, heft Netwerk CS, een landelijk leernetwerk op het gebied van diversiteit in de cultuursector, zichzelf op. Niet omdat ze het gevoel hebben dat hun taak erop zit, maar – om met oprichtster Mavis Carrilho te spreken – omdat ‘het tijd werd dat het veld zelf de diversiteits agenda ging beheren en integreren in hun beleid’. Een laatste opdracht viel toe aan onderzoeksbureau LAGroup die een analyse maakte te van de stand van zaken binnen de inmiddels geformeerde BIS. Hun publicatie De olifant in de kamer [pdf] is nog steeds fijne kost voor wie wil snappen waarom de vorming van een inclusieve kunsten sector tot dan toe niet is gelukt.
Netwerk CS gebruikte haar slotmanifestatie om minister Plasterk te overtuigen een opdracht te verlenen voor een ‘Code Culturele Diversiteit’. In navolging van de Code Cultural Governance zou die door het veld zelf worden geconcipieerd. In een traject van een jaar werd, onder leiding van Mavis Carrilho en Noraly Beyer, met een brede vertegenwoordiging van de sector gewerkt aan een Code die zich concentreerde op dezelfde vier P’s waar LAGroup mee werkte: personeel, programma, publiek, partners.
Om iedereen aan boord te krijgen liet de Code elke dwang of quotering achterwege, volgens het principe ‘past toe, of leg uit’. Toen Zijlstra de cultuurportefeuille ging beheren was te voorzien dat – anders dan de Code Cultural Governance – de Code niet in de subsidievoorwaarden zou worden opgenomen. Geen echt probleem, hoopten we, want lag hier niet een instrument dat door het veld zelf was geconcipieerd? Een praktisch handboek vol handreikingen en tips hoe je je organisatie kunt diversifiëren en je publiek kunt verbreden, wie zat daar niet op te wachten?
Misschien wel niemand, of in elke geval niemand die er niet heel erg van overtuigd was dat het voortbestaan van grote gezelschappen en stadstheaters onder druk komt te staan als het maar een smal gedeelte van de bevolking bereikt.
In 2015 constateert Commissie Ter Horst in haar rapport Over het voetlicht dat een groot potentieel theaterpubliek niet wordt bereikt. Dat potentiële publiek voelt geen urgentie, vindt geen herkenbare verhalen, en acht het risico te groot op een mislukte avond.
En dan is het 2017: Wilders is de tweede partij van Nederland en in de grote steden heeft meer dan 35% van de bevolking behoefte aan ‘herkenbare verhalen’ en heel het land behoefte aan een relevant aanbod dat ons helpt de werkelijkheid beter te begrijpen.
En zo kom ik bij jullie collectieve actie: de sense of urgency, nog zo schitterend afwezig ten tijde van De olifant in de kamer, lijkt gegroeid. De formulering van de doelstelling ‘om de integratie te versnellen’ is wellicht een beetje ironisch, als je een toertje maakt langs jullie websites, maar dat terzijde. Van groter belang is wat jullie eraan willen gaan doen.
Ik neem aan dat jullie elk een paar duizend euro hebt weten vrij te maken binnen jullie begroting, want met z’n 22-en stellen jullie één landelijke cultuurcurator aan.
Voor 0,6 fte op ZZP basis.
In die 0,6 fte dient de curator – na jullie goedkeuring van een ingediend werkplan– ‘de nieuwe publieksgroep te identificeren: ‘Wie zijn zij? Waar bevinden zij zich? En hoe krijgen we hen naar het theater?’ een begrippenkader te ontwikkelen, het debat aan te zwengelen, op maat gesneden formats te ontwikkelen en een activiteiten en strategisch programma te ontwikkelen dat ‘landelijk, lokaal en in de verschillende ciruits’ geimplementeerd kan worden. En de curator dient daarvoor een projectteam op te zetten met 4 experts op het gebied van de 4p’s van de Code. Daar moet hij/zij wel zelf eerst het budget voor vinden.
Wacht even.
Wie de Code ooit heeft gelezen weet dat hij begint met de uitleg van de 4 principes waarop hij is gebaseerd:
- dat elke organisatie zelf een visie formuleert op culturele diversiteit,
- die visie concretiseert in beleid en core business (dus niet overlaat aan een partner organisatie) en zorg draagt voor de financiering ervan,
- het draagvlak voor het beleid verankert in de (lerende) organsiatie, en de resultaten monitort,
- toeziet op de naleving van de code.
Toen ik rond de eeuwwisseling als directeur van een vlakke vloer theater in Amsterdam bij Stichting Doen aanklopte voor een subsidie om de diversiteit in mijn theater te vergroten, kreeg ik als antwoord: als je dat geld niet wilt vrijmaken in je eigen begroting, ben je niet serieus. En ze hadden gelijk.
Mijn vraag aan jullie: zijn jullie echt bereid om werk te maken van die opdracht die je nu in de schoenen schuift van een landelijke cultuur coordinator met een onmogelijk takenpakket binnen een onmogelijk contract?
Doe dat dan! En doe het in je eigen organisatie. Begin ermee om elk een paar experts in dienst te nemen, zodat je niet die ene acteur of kassamedewerker opzadelt met de taak de diversiteits vraag te blijven stellen naast hun eigenlijke werk. En doe het vooral als leidinggevende: stel die vraag iedere dag en bij elke beslissing.
Wereldwijd is de ervaring dat als het niet vanbinnenuit komt, als jullie je zogenaamde core business niet veranderen, je personeelsbeleid niet op de schop willen nemen, geen leiderschap willen afstaan, het niet zal lukken. Dan zal deze actie niet meer blijken dan de ideale vrijbrief om nog even achterover te leunen om straks te kunnen constateren dat het toch echt geprobeerd is.
Nan van Houte
Secretary General IETM,
international network for contemporary performing arts
Foto: We hadden liefde, we hadden wapens van Urban Myth, Jean van Lingen
Heel erg eens met Nan van Houte. Van binnenuit is de enige werkbare manier.. Stel mensen aan met een niet-Nederlandse achtergrond. Dit was een van de belangrijkste succesfactoren van Doro Siepel in haar periode bij Zuidplein. Lof voor het initiatief maar de kans dat deze coördinator zal verzanden in jarenlange overlegstructuren zonder tastbare resultaten is erg groot.
Helemaal mee eens! Culturele diversiteit is geen sausje dat je toevoegt aan de mix. Het is een basis-ingredient. Nan jij bent iemand die al vanaf het begin snapt hoe het werkt. Dank voor je inzicht, inzet en visie. Toen en nu.
Uitstekend en helder geformuleerd.
Zeer goede reactie van Nan van Houte, die precies voortborduurt op mijn scepsis bij nieuwe personeelsfuncties (‘diversiteitesmanager’) die nu weer – op de golfslag van de tijd – kunstmatig worden gecreëerd, terwijl het uiteindelijk hierom draait: de powers that be moeten simpelweg artistiek beslisgevende en budgetterende macht afstaan wil het ooit nog wat worden met de diversiteit in de kunsten, op de bühne en in de zaal.
NB: In het komende nummer van Kunsten92 een historische testcase die dit nogmaals onderstreept.
Mooi gezegd Nan! Als je diversiteit serieus wil nemen, kan je het niet uitbesteden. Alleen dat wat niet tot jouw kerntaak hoort, kan uitbesteed worden en dus is diversiteit, blijkbaar, geen kerntaak. De instellingen nemen het of serieus en pakken het van binnenuit aan, of het blijft marginaal en zal het effect (zeer) beperkt blijven. Zo simpel is het en ik neem aan dat er voldoende IQ tijdens het Noordwijk-overleg aanwezig is om dit te realiseren.
Het gaat altijd over “ons” maar nooit MET “ons”!!
to the point:
Mijn vraag aan jullie: zijn jullie echt bereid om werk te maken van die opdracht die je nu in de schoenen schuift van een landelijke cultuur coordinator met een onmogelijk takenpakket binnen een onmogelijk contract?
Doe dat dan! En doe het in je eigen organisatie. Begin ermee om elk een paar experts in dienst te nemen, zodat je niet die ene acteur of kassamedewerker opzadelt met de taak de diversiteits vraag te blijven stellen naast hun eigenlijke werk. En doe het vooral als leidinggevende: stel die vraag iedere dag en bij elke beslissing.
Dank Nan! Dat deze uiteenzetting gesluierde ogen mogen openen!
Diversiteit moet van binnenuit komen. Ben bang dat deze coördinator alleen aangesteld wordt om een paar subsidies veilig te stellen. Hij/zij begint aan een waarschijnlijk kansloze missie.
ben het eens met Nan, alle podiumdieren die zelf nog niet doorhebben wat er moet gebeuren kunnen beter iets anders gaan doen.
met nog meer ‘functies’ sussen ze hun gewetensnood.
bij elke beslissing die je neemt, podiumdier, neem multiculturaliteit in overweging en ontken de huidige samenleving niet langer.
Well said, Nan! Scherp maar ook opbouwend. Hopelijk volgen de Noordwijkers dit op. Ook ik herinner me de weerstand in de kunstensector toen vd Ploeg (naar Brits voorbeeld) aandacht vroeg voor de noodzaak om bij publieksbereik en organisatie-opbouw “afspiegeling na te streven. Terwijl hij daarin een gezonde vooruitziende blik had en zijn oproep van destijds onverminderd actueel is.
Een heldere analyse, waar ik me bij aansluit. Aan goede wil geen gebrek lijkt het, maar echte verandering werkt alleen van binnenuit.
15 juni organiseren we in Theater Zuidplein een kenniscafe rondom dit complexe thema. En willen we die nieuwe makers koppelen aan gevestigde instellingen en fondsen die durven.
http://www.rotterdamfestivals.nl/zakelijk/nieuws/kenniscaf-diversiteit-in-cultuur-op-15-juni/
Nan, helder ! Mee eens.
Beste Nan,
Dank voor je open brief aan de instellingen in het Noordwijk-overleg. Naar blijkt bestaan er veel misverstanden over het doel van onze zoektocht naar een cultuurcurator diversiteit. Jouw brief biedt een goede gelegenheid om een aantal daarvan te adresseren.
De Code Culturele Diversiteit helpt instellingen om bepaalde zaken te definiëren en daar binnen een organisatie verder mee te gaan. Het biedt praktische aanknopingspunten en daar hebben organisaties baat bij. Onze zoektocht nu naar een curator is begonnen met de constatering dat we zien dat er vragen zijn die niet beantwoord of opgelost kunnen worden binnen het beleid van één instelling. We willen juist verder gaan en in gezamenlijkheid kijken waar we nog stappen kunnen maken. Waar lopen de gezelschappen in het maken van aanbod tegenaan, kunnen de podia hier iets in betekenen? Waar lopen de podia tegenaan in het bereiken van publiek, kunnen de gezelschappen hier verandering in brengen? Kunnen wij als gezelschappen en podia iets betekenen voor de opleidingen voor wat betreft de in- en uitstroom van studenten naar het werkveld? En zo zijn er wel meer vragen te bedenken. Vragen die juist in gezamenlijkheid beantwoord moeten worden (én een oplossing voor gevonden worden), dat lukt niet (of minder goed) als individuele instelling. Het is geenszins de bedoeling de curator de afzonderlijke problemen of vraagstukken van instellingen op te laten lossen. En al helemaal niet om het diversiteitsvraagstuk op iemand af te schuiven of weg te parkeren. Iedere instelling draagt daar nog steeds zelf de verantwoordelijkheid voor.
Verder is er nog een aantal andere misverstanden die niet zozeer in jouw brief aan de orde komt maar waarvan ik nu maar de gelegenheid aangrijp om die ook te adresseren:
– Deze actie is breder dan alleen het Noordwijk-overleg, wij hebben zeker niet de illusie om de wijsheid in pacht te hebben. Vanuit verschillende kanten wordt aan dit onderwerp gewerkt en de behoefte gevoeld actie te ondernemen. Daarom zijn ook mensen die niet bij een BIS-gezelschap of standplaatstheater werken (Noordwijk-overleg), betrokken geweest bij het opstellen van de vacaturetekst en de sollicitatieprocedure. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk instellingen meedoen in het traject of zich kunnen vinden in de uitkomsten. De hele sector moet er baat bij hebben. We willen het wel zo concreet mogelijk maken; dus geen adviesrapporten maar concrete aanzetten tot acties. Acties die vervolgens door de instellingen zelf uitgevoerd moeten worden.
– Het is niet de bedoeling dat deze curator gaat bepalen wat de instellingen moeten produceren of programmeren. De curator gaat geen ‘kwaliteitsstempel’ meegeven. De instellingen blijven zoals gezegd zelf verantwoordelijk voor hun eigen keuzes.
– Het commitment dat wij uitspreken voorziet er ook in dat de instellingen geld hebben vrijgemaakt voor het salaris van de cultuurcurator. Voor alle vervolgacties zullen de instellingen aanvullend geld vrij moeten maken of geld gevonden moeten worden. Dat is natuurlijk mede afhankelijk van de bevindingen van de cultuurcurator.
Een kritiekpunt dat mij de afgelopen tijd ook ter ore is gekomen dat het enigszins laat is voordat de sector als geheel in beweging komt. Wellicht klopt dat maar mag wat mij betreft geen reden zijn om dan nu maar geen actie te ondernemen. Deze vraag en behoefte komt nu vanuit instellingen zelf, niet opgelegd door beleidsmakers. Hopelijk is dat de sleutel waarmee de verandering die al ingezet is door individuele collega’s in de hele sector, nu echt een versnelling in kan gaan. Wellicht de voortzetting waar Netwerk CS op hoopte?
Met vriendelijke groet,
namens de gezamenlijke instellingen in het Noordwijk-overleg,
Dianne Zuidema
Stadsschouwburg Amsterdam
Hahaha wat een antwoord. Go Nan!
“De curator gaat geen ‘kwaliteitsstempel’ meegeven.”
Kwaliteitsstempel. Interessant fenomeen Nan. Ik studeer af aan één van de grootste kunstacademie’s van Nederland. Mijn (ver)woorden zijn nog steeds hetzelfde. Ik ben niet veranderd. Wel voel ik me, voor het eerst lijkt het, in een minderheid. De diversiteit wordt getoetst in het systeem van plaatsing van studenten (en hoe ‘één per groep, niet veel bij elkaar, anders zijn ze teveel’ hoor ik mn gedachten malen) helaas (helemaal) niet bij de aanstelling van docenten en coördinatoren. We leven toch wel al in 2017 zou je denken. Het is niet meer bijzonder dat een persoon met een niet westerse achtergrond gewoon nederlands spreekt, studeert en doet wat elke andere Nederlander doet. Laten we stoppen om vanuit een hogere uniformiteit de praktijk onder te sneeuwen. De mensen die niet de vloer op gaan blijven zagen (zoals vlamingen dat zeggen) en maken beslissingen die niet parallel lopen met de praktijk. Bovendien maken ze sommige issues nog groter dan ze zijn of ze sturen het een kant op waarmee ze het ‘zagen’ een onderdeel van het curriculum maken (en zo elke dag hun uren maken door belletjes te plegen of een mooi column te schrijven) Zo blijven we het eeuwenoude cirkel gevecht volgen. Naar mijn mening moet die cirkel doorbroken worden door beslissingen te nemen waar risico aan vastzit, waar de veiligheid van ‘bepalen wat een ander nodig heeft’ onder de schop/loep wordt genomen, waar mooie abn woorden niet centraal moeten staan, waar klinklare taal ook communiceert met ‘het boboïsme’. We kunnen zoveel meer naar mijn idee. Laat de mensen over wie Nan het heeft een keer de diversiteit op de vloer opzoeken, wat doet het met hen zelf? Worden snaren geraakt?
Als er geen snaar geraakt wordt komt er ook geen klank uit ;)
Wil bijna ‘capische?’ typen. Heb t al gedaan.