Sander Janssens (1986) schrijft over theater voor Theaterkrant.nl en Het Parool. Sinds seizoen 2017-2018 zit hij in de VSCD Nederlandse Toneeljury. ‘Ik wil graag uit evenwicht worden gebracht.’

Waarom recenseer je?

In de allereerste plaats omdat ik graag veel naar het theater ga. Daarnaast vind ik het heel leuk om te schrijven. Ik ben opgeleid als schrijver aan de opleiding Writing for Performance in Utrecht. Die twee facetten komen in recenseren mooi samen. Ik merkte al snel dat dit een combinatie is die mij goed ligt: het samenspel tussen theater en schrijven, korte bogen en veel schrijfuren maken.

Met recenseren dwing je jezelf om een voorstelling vaak dezelfde avond of nacht nog te duiden. Het is natuurlijk ook interessant om er lang over na te denken en veel gesprekken over te voeren, maar ik vind het mooie van recenseren dat het ook een soort momentopname is.

Heb je een bepaalde lezer in gedachten als je schrijft?

Ik schrijf in principe voor elke geïnteresseerde theaterliefhebber. Ik probeer daarom wel vaak wat context te geven van een voorstelling of van een groep. Daarnaast wil ik teksten schrijven die iedereen begrijpt, zowel mensen die een of twee keer per week naar het theater gaan als degenen die maar heel af en toe gaan.

Wat is de rol van een recensent?

Als recensent heb je de rol om als een van de eerste duiders te kijken wat de voorstelling is en hoe deze zich verhoudt tot de maatschappij. In feite ben je een soort gids voor de mensen die een voorstelling willen bezoeken. Daarom is het altijd belangrijk om heel goed te duiden waaróm je iets vindt, zowel bij negatieve als positieve kritieken. Wat ik probeer te doen is verslaggeven, interpreteren, duiden en daar vervolgens natuurlijk ook wat van te vinden. Daarnaast kan het voor sommige toeschouwers ook heel fijn zijn om bijvoorbeeld wat meer experimenteel werk pas te bekijken na het lezen van een recensie. Op deze manier kan een recensie als mogelijk handvat dienen om het stuk te bekijken en te duiden.

Een goede recensie neemt duidelijk stelling, maar is uiteindelijk toch alleen dat handvat. Het geeft context, maar spoort niks aan. Zo kan het publiek altijd nog met evenveel plezier naar de voorstelling.

Hoe bepaal je hoeveel sterren een voorstelling krijgt?

Bij sommige voorstellingen is het duidelijk, die vind ik dan gewoon erg goed of juist niet goed gelukt, en dan kom je toch al heel snel uit op vier of twee sterren. Maar het lullige is de tachtig procent van de recensies die drie sterren krijgt. Ik probeer wel altijd in sterren stelling te nemen, zoals je ook in een tekst doet. Maar in de praktijk kom je toch al heel vaak op die drie sterren uit. Veel voorstellingen hebben gewoon een aantal dingen die heel goed vallen en een aantal dingen die minder uit de verf komen.

Ondanks dat geloof ik dat de lezer een tekst gekleurd leest aan de hand van sterren. Ik denk dat recensies dankzij die sterren weliswaar door meer mensen gelezen worden, maar ik geloof niet dat de recensie er zorgvuldiger door gelezen wordt.

Wat is een goede voorstelling?

Wat ik in alle gevallen belangrijk vind is dat het niet al te hapklaar is, dus dat er wat te raden en te denken valt. Er moet iets bevraagd worden. Je hoeft niet per se na elke voorstelling totaal anders naar de maatschappij te kijken, daar word je ook knettergek van. Maar ik wil wel graag een beetje uit evenwicht gebracht worden. Of dat een voorstelling later nog op z’n plek moet vallen.