De culturele sector heeft 477 miljoen euro per jaar extra nodig. Dat schrijft de Raad voor Cultuur in een brief aan informateur Tjeenk Willink. De Raad berekende het bedrag op basis van een analyse en doorrekening van adviezen uit de afgelopen kabinetsperiode. ‘Een sterke culturele sector heeft een belangrijke economische en maatschappelijke aanjaagfunctie.’ (meer…)
De Raad voor Cultuur gaat staatssecretaris Zijlstra (Cultuur) voor 22 mei adviseren welke culturele instellingen vanaf 1 januari 2013 in aanmerking kunnen komen voor een vierjarige Rijkssubsidie. Om dit te beoordelen toetst de Raad de subsidieaanvragen op verschillende criteria. Kwaliteit is hierbij een criterium dat niet kan worden gecompenseerd en waaraan de instellingen altijd moeten voldoen. Is dit niet het geval, dan volgt een negatief advies.
Ondernemerschap, publieksbereik, educatie, rijkscollectie of aanbod van (internationale) betekenis en focus op kernpunten zijn de overige criteria die de Raad bij zijn beoordeling hanteert. Voor een aantal instellingen is ook talentontwikkeling een criterium.
Onafhankelijke deskundigen, verdeeld over diverse commissies, beoordelen de subsidieaanvragen van de instellingen. Deze deskundigen zijn vaak zelf afkomstig uit het culturele veld en goed op de hoogte van de sector waarover zij oordelen. Om dit proces zo zorgvuldig en transparant mogelijk te laten verlopen, volgen de commissies een beoordelingsmethode waarmee zij stap voor stap de subsidieaanvragen doornemen. Vervolgens toetst de Raad de preadviezen van de commissies op onder meer volledigheid, motivering en consistentie. Dat doet hij met een generalistische blik en vanuit een breed cultureel beleidskader.
Bij de beoordeling zet de raad de prestaties op alle afzonderlijke criteria af tegen het profiel van de instelling en haar rol in de culturele keten. Een instelling kan er in haar plannen bijvoorbeeld voor kiezen om de nadruk te leggen op specifieke criteria, zoals publieksbereik of ondernemerschap. Zulke keuzen kunnen de prestaties op andere criteria beïnvloeden. De Raad betrekt dit soort keuzen van de instellingen bij zijn oordeel.
Als ondersteuning bij de beoordeling schakelt de raad ook externe specialisten in op het gebied van ondernemerschap en educatie & talentontwikkeling. Zij voeren voor elke subsidieaanvraag een analyse uit die wordt gebruikt om tot een afgewogen oordeel over deze criteria te komen.