Beweging, het was na de vlammende Staat van het Theater van Alida Dors hét woord van het afgelopen Theaterfestival. Dramaturg Lisanne Kniese stond tijdens het verdiepingsprogramma voor professionals NTF Pro stil bij individuele verantwoordelijkheid voor verandering. ‘De sector bestaat uit individuen en als ieder individu zijn eigen verantwoordelijkheid pakt dan kunnen we met z’n allen de sector mooier maken.’

Het Nederlands Theater Festival werd dit jaar gestart met twee Pro dagen, met onder andere masterclasses, presentaties, workshops en prijsuitreikingen. Aan het einde van de eerste dag en als kick-off van het festival werd weer De Staat van het Theater gehouden. Dit jaar werd die gegeven door Alida Dors waar zij het statement maakte dat de theatersector een sector is die moet bewegen. Dors legde uit dat ze ervoor heeft gekozen om het directeurschap van Theater Rotterdam op zich te nemen niet omdat ze dat het hoogst haalbare achtte, maar omdat ze voelde dat zij nu in een fase is waar ze dingen van binnenuit de sector kan veranderen, kan laten bewegen.

Ik voel dat er inderdaad dingen aan het bewegen zijn in de sector. Maar niet iedereen is onder de indruk. De theatermaker met wie ik een gesprek aanknoopte voorafgaand aan De Staat vond dat er nog wel een stroomversnelling mag plaatsvinden: ‘Ik ben al twintig jaar bezig!Als iemand die jong in het werkveld staat was het interessant om de Pro dagen mee te mogen maken en die twee ideeën van beweging en stilstand in de sector met elkaar te vergelijken.

Sinan Çankaya, die onderzoek deed bij de politie, liet in zijn masterclass ‘Inclusie en Machtsverhouding’ een gesprek op gang komen met en tussen de toeschouwers. Daarbij werd meerdere keren vanuit het publiek aan het publiek gevraagd: ‘Wat kunnen wij in het veld doen?’ Het antwoord liet nog op zich wachten. De zaal zat vol goede bedoelingen, maar de sfeer bleef hangen in ‘vertel mij wat ik moet doen’.

Misschien lag het aan de context van een masterclass, want in de workshop Inclusivity where does it go wrong? werd de vraag heel concreet gemaakt. De deelnemers werden in willekeurige groepen opgedeeld met vijf verschillende thema’s: schrijven, casting, productie, programmering en marketing. Iedere groep moest drie concrete manieren bedenken hoe de sector beter gemaakt kon worden via de eigen praktijk van de deelnemers.

In de eerste groep kwam een mooi gesprek op gang over de verantwoordelijkheden en mogelijkheden van schrijvers. Natuurlijk werd de vraag opgeworpen of een schrijver alleen mag schrijven over hun eigen ervaring en wat het betekent als je over onderwerpen schrijft die je niet zelf hebt meegemaakt. De conclusie op deze middag was dat je als schrijver niet louter gebonden bent aan je eigen ervaringen, maar dat er een bewustzijn moet zijn over de kaders waarin je als schrijver verkeert. Waarom schrijf je dit? Hoezo op deze manier? Wat wil je bereiken met je werk? Benader je al je karakters met de intentie ze multidimensionaal te maken zodat tokenism tegengegaan kan worden?

In totaal kwamen de vijf thema-groepen met 16 concrete stappen, waarna de gehele zaal werd gevraagd om een eed af te leggen met de belofte dat iedereen vanaf nu deze 16 concrete stappen zou volgen. Vervolgens werd er ook een eed afgelegd dat alle deelnemers van de workshop naar de Fringe voorstellingen zouden gaan van de organisatoren van de workshop. Tobias Kokkelmans, hoofd van het NTF, glipte iets voor het einde van de workshop de zaal binnen om ondanks zijn drukke schema met de kick off van het festival toch ook de eed af te leggen samen met Farnoosh Farnia, hoofd van het Fringe.

Het was versterkend om na Çankaya’s masterclass het gevoel te krijgen dat we wel degelijk touwtjes in handen hebben waar we mee aan de slag kunnen. Elk van de concrete stappen die geïmplementeerd wordt is een golf die weer net iets meer beweging in de sector brengt.

Na de verdieping in ongelijkheid en solidariteit in Nederland, was het oude Pro dagen tijd voor solidariteit voorbij de grenzen. Onder de noemer International Solidarity werden er drie presentaties gegeven: Matthieu Goeury over de coronaaanpak van VIERNULVIER in België, daarna Marita Muukkonen en Ivor Stodolsky over Artists At Risk en tot slot Fanni Nánay over Placcc / Artopolis Budapest.

Het thema van internationale solidariteit werd vooral op individueel niveau aangebroken: ‘Horizontal peer to peer solidarity’. De organisatie Artists At Risk helpt bijvoorbeeld kunstenaars als zij uit hun land van herkomst moeten vluchten door middel van financiële steun maar ook door hun platform, waar mensen residentie-plekken beschikbaar kunnen stellen aan de vluchtende kunstenaars.

Fanni Nánay vertelde dat zij haar nieuwe ruimte voor een artistieke broedplaats precies opende op het moment dat de oorlog in Oekraïne uitbrak en die toen heeft ingezet als opvangplaats voor mensen die vluchtten. Het duurde een maand volgens Nánay voordat de Hongaarse overheid zich begon te mobiliseren voor de mensenstroom uit het oosten. Tot die tijd waren alle vormen van opvang grassroot-initiatieven van individuele Hongaren.

De twee oprichters van Artists at Risk gaan in op hoe precair de wereld is: ‘It could happen to you’ en ‘Where would you go if the world fell apart?’ Met de oorlog zo dichtbij en de gevolgen van de klimaatcrisis steeds voelbaarder is het geen onbelangrijke vraag. Opvallend is dat die vraag op het individu gericht is.

De sector bestaat uit individuen en als ieder individu zijn eigen verantwoordelijkheid pakt dan kunnen we met z’n allen de sector mooier maken. De masterclass en de workshop waren ervaringen die dat idee ondersteunen. En ook bij International Solidarity werd de nadruk op het individu gelegd.

Bij het gesprek Old text, New Narrative – Gender in Repertoire, dat werd gehouden in ITA’s pleinfoyer met Nina Spijkers, Ada Ozdogan, Jacquline Blom en Marloes Ijpelaar, kwamen echter de limieten van individuele macht goed naar voren. Jacqueline Blom. die toch goed gevestigd is als actrice, lukt het niet om evenveel betaald te krijgen als haar mannelijke collega’s. Zij vertelt dat er altijd wel een reden wordt bedacht waardoor dat het echt niet anders kan of dat het financieel zo eerlijk wordt beschouwd.

Verder werd er onder andere aangekaart dat een prijs niet gewonnen kan worden voor een rol die niet bestaat en dat er nog altijd op te veel plekken voornamelijk wordt gekozen om teksten van mannelijke auteurs op het toneel te zetten. Toch is Blom optimistisch over de toekomst, omdat zij solidariteit voelt van mensen om haar heen. Solidariteit van individuen voor individuen.

Die solidariteit is ook beweging. De 16 concrete stappen die gevolgd kunnen worden is beweging, Alida’s Staat is beweging. Zo sluit ik mijn Pro Dagen af met het gevoel van voorzichtig optimisme. Want ondanks al die beweging kan ik niet onder de vraag uitkomen: hoe zorgen we ervoor dat de beweging die nodig is in het theater niet afhankelijk blijkt van het hebben van mensen zoals Alida en Tobias in machtsposities. Hoe kunnen wij als individuen de boel zo laten bewegen dat niemand nog stil kan staan?

Foto: Staat van het Theater 2022 door Alida Dors, Anna van Kooij