De culturele sector heeft 477 miljoen euro per jaar extra nodig. Dat schrijft de Raad voor Cultuur in een brief aan informateur Tjeenk Willink. De Raad berekende het bedrag op basis van een analyse en doorrekening van adviezen uit de afgelopen kabinetsperiode. ‘Een sterke culturele sector heeft een belangrijke economische en maatschappelijke aanjaagfunctie.’ (meer…)
Uit de op Prinsjesdag gepubliceerde begroting blijkt dat het kabinet jaarlijks 10 miljoen euro extra investeert in cultuur. Dit werd al verwacht sinds het Paradisodebat, maar over de besteding van deze extra middelen werd nog gespeculeerd. Minister Bussemaker wijst 3,1 miljoen toe aan het Fonds Podiumkunsten, om daarmee de 22 festivals te financieren die door het Fonds positief beoordeeld werden, maar waarvoor geen geld meer was.
Daarnaast krijgt het Fonds 700.000 euro te besteden aan muziektheater. Daarmee kan een klein deel van de zogenaamde B-lijst (positief advies, maar geen geld) alsnog subsidie krijgen. Het gaat om Holland Opera (dat eerder slechts een gedeelte van het gevraagde bedrag kreeg), Opera2Day en Orkater. Orkater krijgt slechts 351.100 van de gevraagde 436.200 euro (en blijft daarnaast in de B-categorie vallen in de discipline toneel, waar het gezelschap ook bijna zes ton had aangevraagd). Ten slotte krijgt het Fonds Podiumkunsten 450.000 voor talentontwikkeling in de regio.
Ook via het Fonds Cultuurparticipatie, het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en het Letterenfonds worden middelen beschikbaar gemaakt voor festivals en ook de Dutch Design Week krijgt 400.000 extra. De rest van de investering wordt besteed aan het Fonds Cultuurparticipatie (voor cultuurparticipatie en muziekonderwijs), de presentatieinstellingen in de beeldende kunst en een aantal musea (Letterkundig Museum, Meermanno, Huis Doorn en Slot Loevestein). Het half miljoen voor de verbetering van de arbeidsmarktpositie van kunstenaars wordt structureel gemaakt.
De 10 miljoen komt bovenop de 18,5 miljoen die de minister vorig jaar al investeerde en waarmee onder meer de uitbreiding van de Basisinfrastructuur met een jeugdgezelschap, Oerol en drie productiehuizen werd bekostigd. Bussemaker zegt in een interview blij te zijn met de huidige investering en stelt dat haar voorganger Halbe Zijlstra ‘een ravage’ heeft achtergelaten in de kunstsector. ‘Toen ik aantrad trof ik een sector aan die diep in mineur was en er slecht voorstond. Ik heb nu gekozen voor rust en stabiliteit.’
De kunstsector zelf (Federatie Cultuur, Kunsten ’92 en de Akademie voor Kunsten) heeft in de aanloop naar Prinsjesdag aangegeven dat een investering van 24 miljoen nodig is om de meest urgente knelpunten op te lossen.