Met de slogan ‘Zin om je te zien’ gaat vandaag een nieuwe sectorbrede publiekscampagne van start. Commercials op radio en tv moeten het publiek na twee moeilijke jaren weer warm maken voor theater- en concertbezoek. (meer…)
Podia en bespelers gaan gezamenlijk informatie verzamelen en uitwisselen op een nieuw Digitaal Informatieplatform Podiumkunsten (DIP). De data kunnen gebruikt worden voor onder meer efficiëntere marketingacties en het stroomlijnen van administratieve processen.
DIP is een initiatief van drie brancheverenigingen in de podiumkunsten: de Vereniging van Vrije Theaterproducenten (VVTP), de Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK) en de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD).
Op dit moment bestaan er al twee digitale initiatieven in de podiumkunstensector. Podiumkunst.info maakt het mogelijk om gestandaardiseerde contracten af te sluiten tussen presenterende en producerende instellingen en biedt inzage in de verkoopstanden. PubliekNL verschaft voornamelijk inzicht in bezoekersinformatie en de verkoopstanden. In DIP worden de functionaliteiten van beide initiatieven geïntegreerd in één platform en worden de functionaliteiten en analysemogelijkheden uitgebreid.
De drie brancheverenigingen willen tegen het voorjaar van 2020 al hun ruim 250 leden laten aansluiten bij het netwerk. Dan worden de gegevens van meer dan 24.000 voorstellingen en concerten en ruim 6 miljoen bezoeken in de Nederlandse podiumkunsten bij elkaar gebracht. ‘De meerwaarde voor producenten en presenterende instellingen is daarmee direct exponentieel toegenomen’, stelt Matthijs Bongertman, bestuurslid van Stichting Podiumkunst.info en directeur van Senf Theaterpartners.
Vooral op het gebeid van marketing zijn de verwachtingen groot. Van de theaterbezoeker worden straks (geanonimiseerde) gegevens verzameld over tijdstip van aankoop, postcodegebied, bezochte voorstellingen en genres. Op basis van de landelijke en regionale inzichten kunnen gerichte marketingactiviteiten en specifieke campagnes worden ontwikkeld. ‘Dit is een essentiële stap om meer bezoekers én meer maatschappelijk bereik te genereren’, schrijft Jaap Lampe, directeur Stadsschouwburg Haarlem en een van de initiatiefnemers van Stichting DIP. Het platform biedt volgens de initiafnemers ook kansen om het erfgoed in de podiumkunsten te bewaren en te ontsluiten.
Het mag verbazing wekken dat de redactie van de theaterkrant dit bericht van de VVTP, NAPK en VSCD zonder kritisch kader plaatst, want het zou de redactie toch bekend moeten zijn dat de Raad voor Cultuur er in het recente stelseladvies voor pleit om niet de DIP, maar de Boekmanstichting aan te wijzen als de ‘onafhankelijke instelling’ die het beheer op zich zou moeten nemen over de publieksdata.
Deze publicatie van het DIP-plan kan eigenlijk alleen worden gezien als een panische poging om de aangesloten leden zo snel mogelijk in een commitment te lokken om daarmee een voldongen feit te creëren voor OCW, nog vóór de inschrijvingen voor het komende kunstenplan worden opengesteld.
De DIP-groep gaat daarbij niet uit de weg van wat desinformatie, want hij bespreekt de ontwikkelingen rond de zat van de Boekmanstichting en de RvC niet in de laatste versie van dit plan, waarnaar hier wordt gelinkt. Ook vermeld de DIP dat er sprake is van overleg met OCW, maar niet dat er inmiddels tot OCW nieuwe inzichten op het gebied van het beheer van publieksdata zijn doorgedrongen.
Hoe komt het nu dat zich in een van de blinde hoekjes van het volgende kunstenplan (het beheer van publieksdata) opeens zo’n heftige strijd ontwikkelt?
Dat komt omdat er zich al sinds januari 2014 een geheel ander plan voor het beheer van die data aandient, het plan Kunstvallei, dat echter tot nu toe door alle instellingen in de sector krampachtig buiten beeld werd gehouden. Het beheer en gebruik van publieksdata was dan ook geen onderwerp in ‘Passie gewaardeerd’ , noch in de ‘Arbeidsmarktagenda voor de culturele sector’.
Het plan Kunstvallei heeft zich nu echter sinds februari 2019 in de vorm van een subsidieaanvrage aan OCW onder de aandacht weten te brengen, en duidelijk als reactie daarop is opeens ‘uit het niets’ het onderwerp door de RvC op de adviesbegroting gezet, en in de ‘uitgangspunten’ door de minister overgenomen.
Wat is er nu precies met die publieksdata aan de hand?
Al sinds 2013 is duidelijk dat de informatie over het publiek die wordt ‘geoogst’ bij kaartverkoop potentieel waardevol is, en dat er een manier moet worden gevonden om het medegebruik van die gegevens ook voor individuele kunstenaars mogelijk te maken, maar het gesprek daarover wordt door de schouwburgen afgehouden (niet mogelijk ivm privacy, theaters zijn niet bereid hun publieksdata te delen).
Kort daarna beginnen echter de ticketing bureau’s hun greep op de publieksdata op en uit te bouwen, met medewerking van veel podia.
Kunstvallei presenteert daarop een aantal documenten waaruit blijkt dat het zowel technisch als juridisch mogelijk is om de publieksdata en de data die worden voortgebracht door kunstenaars zelf in de vorm van toekomstige en voltooide projecten onder te brengen in een nieuwe vorm van governance waardoor zowel nieuwe mogelijkheden voor kunstenaars in alle disciplines (dus niet alleen de podiumkunsten) als voor het publiek ontstaan om zelf het beheer over die data te krijgen en te gebruiken:
Zie:
over het medegebruik van publieksdata:
https://mtrapman.home.xs4all.nl/Kunstvallei/16%2008%2025a%20Kunstvallei%20vruchtgebruik%20-%20mr.%20N%20Bennink.pdf
en korte inleiding tot het Kunstvalleiproject:
https://mtrapman.home.xs4all.nl/Kunstvallei/18%2005%2025%20intro%20kunstvallei.pdf
Het plan van Kunstvallei gaat uit van ‘privacy by design’ en ook van zich de inmiddels in Europa ontwikkelende inzichten op het gebied van ethische gebruik van ‘artificial Intelligence’ :
https://legalinstruments.oecd.org/en/instruments/OECD-LEGAL-0449
De plannen van zowel de Boekmanstichting als de DIP proberen echter het beheer van deze data te organiseren onder het beheer van zowel voor publiek als kunstenaars onbereikbare stichtingsbesturen.
Dit is waarschijnklik, neem ik aan, wat de organisatoren van DIP tijdens hun overleg met OCW te horen hebben gekregen, maar dat vermelden zij niet in de presentatie van hun plan, dat ze nu kennelijk, onder hoge tijdsdruk, door hun respectievelijke ledenvergaderingen proberen te krijgen.
Kortom: Misschien toch tijd voor een iets dieper gravend artikel?