Morgen danst het Vlaamse Rosas van Anne Teresa De Keersmaeker in de Amsterdamse Stadsschouwburg een benefietvoorstelling voor Maatschappij Discordia. Dit uit solidariteit met het theatercollectief, dat de afgelopen maanden zowel zijn volledige decoropslag, als het grootste deel van zijn subsidie kwijtraakte. Jaïr Stranders, theaterdocent, filosoof en organisator van Theater Na de Dam, roept de politiek op om deze en andere zogenaamde ‘zaaglijninstellingen’ niet […]
Het is al lang onrustig bij het ITs Festival. Studenten van de theaterscholen vinden het festival afdrijven van haar oorspronkelijke taak om werk van afstuderende theaterkunstenaars te tonen, de festivalorganisatie wil juist strengere keuzes maken in het immer groeiende veld van jonge makers en wil internationale verbindingen leggen. Eerder deze week barstte een bommetje: enkele afstudeerrichtingen van de Amsterdamse Theaterschool organiseren een eigen festival onder de naam Vuurwerk.
De huidige periode van spanning begon met de introductie van de Schaduwploeg, een groep theaterstudenten die in 2014 en 2015 het festival volgde, randprogramma’s organiseerde en aanbevelingen deed. Hoewel bedoeld om studenten en festivalorganisatie dichter bij elkaar te brengen, bleek de kritische houding van Schaduwploeg juist de verhouding verder op scherp te zetten, nog versterkt door het feit dat tijdens de afgelopen editie zowel de Ton Lutzprijs als de Krisztina de Châtelprijs niet werden uitgereikt.
Theu Boermans, artistiek directeur van het ITs Festival, hoorde het nieuws over het nieuwe festival pas op de dag van de aankondiging. ‘Ik vind het erg jammer, maar ik respecteer de keuze van de studenten. Het is waarschijnlijk een reactie op de commotie rond de Ton Lutzprijs vorig jaar, maar ook op het nieuwe beleid dat we vanaf 2017 gaan voeren. We gaan geen plekken meer garanderen voor alle regiestudenten, zoals we tot nu toe wel hebben gedaan. Deelname aan de Ton Lutzprijs wordt facultatief – je kunt als student een aanvraag schrijven die dan door een commissie wordt beoordeeld. We kregen van de jury van de Ton Lutzprijs al enkele jaren kritiek op de kwaliteit van het programma, dus een strengere selectie lijkt ons goed. De Schaduwploeg pleitte daar zelf overigens ook voor.’
Boermans kan zich niet vinden in de kritiek van de studenten dat de scholen te weinig betrokken zijn in de formulering van het nieuwe beleid. ‘We hebben met de Schaduwploeg een doorlopend gesprek gehad en hebben een deel van hun aanbevelingen overgenomen. We moesten echter een subsidieaanvraag schrijven en dan is het lastig om de opleidingen allemaal aan tafel te krijgen voordat-ie de deur uit moet. We hebben bovendien ook andere stakeholders dan de Nederlandse opleidingen, zoals de buitenlandse scholen en onze subsidiënten. We krijgen de meeste subsidie voor onze internationale activiteiten, dus daar moet ook meer aandacht naartoe. De wens van de scholen is om het ITs een binnenschoolse activiteit te laten worden, maar daar heb ik het geld niet voor.’
De directeuren van de opleidingen die ik sprak zijn beiden niet tevreden over de manier waarop ze bij de uiteindelijke beleidsvorming zijn betrokken. Rob Ligthert, directeur van Toneelacademie Maastricht: ‘Dat is maar in zeer beperkte mate gebeurd. We hebben een groot deel van de weg samen afgelegd, maar bij de uiteindelijke planvorming zijn we niet betrokken. Het gaat vooral over de communicatie hierover: we zijn voor een voldongen feit gesteld. Lastig aan het nieuwe beleid vind ik bijvoorbeeld dat de inschrijving van de studenten nu rechtstreeks bij het festival gebeurt. Tot nu toe had je als school medezeggenschap over de selectie, wat belangrijk is omdat die studenten ook de academie representeren.’
Jan Zoet, directeur van de AHK, beaamt dit: ‘Eigenlijk was de afspraak dat we begin januari weer in gesprek zouden gaan. In plaats daarvan kregen we de voltooide beleidsnota van het ITs op 29 januari doorgestuurd, twee dagen voor de subsidiedeadline. Het is natuurlijk het goed recht van het ITs om zijn eigen beleid te vormen, maar de manier waarop het is gegaan is wel teleurstellend. Uiteraard blijven we in de toekomst wel met elkaar in gesprek. Het initiatief van de studenten is hun eigen keuze: ze zijn ver genoeg in hun artistieke ontwikkeling om zelf te bepalen onder welke omstandigheden ze hun werk willen presenteren. Het leert ze ook autonoom en zelfstandig te zijn.’
In een gesprek met Eline Arbo, een van de initiatiefnemers van Vuurwerk, blijkt dat de beslissing van de studenten is geworteld in een gebrek aan vertrouwen in de artistieke koers van het ITs, en de mogelijkheid om daarover in gesprek te gaan: ‘Er is de afgelopen jaren een cultuur rond ITs ontstaan waar we ons niet bij thuis voelen. De Schaduwploeg, waarvan ik deel uitmaakte, is niet genoeg gehoord, er was vanuit ITs niet echt de wens om samen met ons nieuw beleid te bepalen. De voorgenomen selectieprocedure door een schriftelijke aanvraag is niet de juiste manier, dat legt te veel de nadruk op of je als kunstenaar goed kan schrijven in plaats van of je goed werk maakt. Het zou veel beter zijn als een artistiek leider of programmeur het werk op de scholen zou komen scouten.
Wij willen graag dat het ITs een ontmoetingsplek wordt, waar discussie over het werk kan zijn en waar studenten met elkaar en met het publiek kunnen kennismaken. Het festival voelt nu te veel als een competitie waar studenten tegen elkaar worden opgezet.’
De gang van zaken roept vooral veel vragen op. Hoe heeft de communicatie zo kunnen ontsporen? De periode tussen de vorige editie van het festival en de deadline voor de subsidieaanvraag had gebruikt moeten worden om gezamenlijk tot nieuw beleid te komen. Natuurlijk heeft Boermans gelijk als hij zegt dat het ITs verschillende belangen dient, en er valt ook wat voor te zeggen dat de scholen niet zelf de selectie van het afstudeerwerk bepalen, maar daar had een open en transparant gesprek met leidinggevenden én studenten over gevoerd moeten worden.
De reactie van de AHK-studenten is echter ook betreurenswaardig, omdat Vuurwerk de studenten van andere theateropleidingen links laat liggen. Volgens Arbo is er wel contact geweest met de studenten van de regieopleiding van Maastricht, maar konden ze hen geen ruimte in Frascati aanbieden omdat die voor de AHK gereserveerd is. Hoewel het dapper is dat de AHK-studenten het heft in eigen handen nemen komt het er in de praktijk op neer dat ze veel van de uitwisseling en ontmoeting die het ITs wél kan bieden uitsluiten. Die fragmentering is voor niemand goed.
Misschien kan het ITs deels een voorbeeld nemen aan festival Mayday Mayday, dat jaarlijks in Campo, Gent wordt georganiseerd. Studenten van verschillende opleidingen werken samen en zijn zelf verantwoordelijk voor hetgeen er op de driedaagse gepresenteerd wordt, inclusief randprogramma. Zo combineert het festival de wens van de studenten om de eigen omstandigheden te bepalen, met een vrije ontmoeting met andere studenten, professionals en regulier publiek.
Het staat overigens nog te bezien in hoeverre Vuurwerk zich überhaupt van ITs zal kunnen onderscheiden. Volgens Mark Timmer, artistiek directeur van Frascati, spelen de voorstellingen van de AHK-studenten gewoon tegelijkertijd met de ITs-voorstellingen in zijn theater. Zullen straks de posters en banners van ITs en Vuurwerk gebroederlijk naast elkaar hangen? Laten we hopen dat er toch nog ruimte is voor een compromis.