Theatermaker Laura van Dolron biedt als stand-up filosopher allerlei aangepaste optredens aan, die passen binnen de coronarestricties. Van de privémonoloog Liefhebben in de tuin van een stervende moeder, tot een zolderfilmpje voor de site van Frascati. Dit weekend probeert ze vanuit De Kleine Komedie in Amsterdam met zes camera’s, drie technici, twee muzikanten, twee acteurs, één dramaturg en één programmeur een live vimeo-versie te streamen van het filosofische theaterconcert Een antwoord op alle vragen. ‘Zonder mensen is de stilte leger.’
Het klinkt wreed maar in alle rust ligt De Kleine Komedie in Amsterdam er stralend bij. Op de voorgevel prijken de gele letters ‘LIEVE STAD, EVEN GEDULD A.U.B.’, een leus die inmiddels op Twitter en Instagram veelvuldig figureert. Binnen lichten kleurige spots, verstopt tussen rijen stoelen, het rode pluche in de zaal gloedvol uit; de ornamenten aan het balkon glanzen. Maar de zaal blijft leeg. Geen toeschouwers.
Wel een handvol artiesten op deze vroege zaterdagavond in mei. Theatermaker Laura van Dolron en acteur Willem de Wolf (het Nederlandse lid van het Vlaamse trio de KOE) prepareren met de muzikanten Wilko Sterke en Frank van Kasteren (Circus Treurdier, Orde van de Dag) hun live vimeo-versie van de voorstelling Een antwoord op alle vragen (2018). Dit weekend spelen ze die online vanuit De Kleine Komedie.
Toeschouwers kunnen via de theatersite voor 14 euro kaartjes kopen om vanuit huis te kijken en prangende (levens)vragen in te dienen. Daarop zal het viertal ter plekke theatrale, muzikale en filosofische antwoorden formuleren. Van Dolron: ‘We zoeken antwoorden, niet hét antwoord. We snuffelen in ons hoofd, hart, geheugen en wereldhistorie, naar ervaringen, voorbeelden, kleine en grote gebeurtenissen. Die improviseren we ter plekke tot gesproken en gezongen gedachtes, waarmee mensen wellicht weer even verder kunnen. We creëren een veilige zone voor alle vragen.’
Tijdens dit online filosofische theaterconcert zullen ze logischerwijs vooral putten uit alle emoties en ervaringen rond de coronacrisis en de ‘intelligente lockdown’. Die liggen vers aan de oppervlakte. Ruttes uitspraak dat ‘we met 50 % van de kennis 100 % van de besluiten moeten nemen’, zal het komende vimeo-uur vaak figureren als mantra. Van Dolron: ‘Geldt dat niet voor alles in het leven?’
Drumstel, gitaren en toetsen staan op het podium. Van Dolron – ruiten blouse, stippenbroek en dino-sokken – staat op een verhoging boven een rij stoelen. ‘De stilte zonder mensen is leger’, merkt ze op. De Wolf zit prachtig uitgelicht op het eerste balkon. ‘Eindelijk! De balkonscène!’, grapt hij. ‘Je lijkt wel Statler, uit The Muppet Show!’, grinnikt een technicus. Toch zullen ze dit na deze oefensessie aanpassen, hoe mooi het beeld op camera ook oogt. De Wolf heeft te weinig bewegingsruimte en voelt zich te veraf zitten. ‘Toen ik even wilde dansen, kon dat niet.’ Van Dolron mist het lange lijf naast haar. ‘Die chemie is belangrijker dan dat het er op een scherm fraai uitziet.’ Er zal een tweede podiumpje komen, in de lege zaal, op 1 ½ meter afstand van Dolron.
Alles moet voldoen aan de restricties van de stapsgewijze, trage versoepeling van de lockdown. Technicus Tom bast regelmatig ‘houd afstand’ wanneer meer dan twee personen zich met koffie en thee verschansen in het kleine backstage-foyertje. Zes camera’s op statief registreren. Drie technici regisseren. Overal laptops. Van Dolron klapt haar Macbook open: ‘Welk wifi-account? Wat is het wachtwoord? Hebben we al verbinding? Kan ik de toeschouwers thuis zien zitten? Nee dus. Kan ik de chat zien? Waarom springt hij op stand-by?’ Dramaturg Céline Buren schrijft de eerste chat-berichtjes over op een kartonnen donutdeksel en toont die buiten beeld aan Van Dolron. ‘Ha wat lief, mijn ouders zitten klaar in hun computerkamertje.’ Buren: ‘Laura, mocht je in de overdrive komen, houd ik weer een karton omhoog.’ Van Dolron: ‘Gaat niet gebeuren.’
Floor Nicolas, programmeur van De (ongesubsidieerde) Kleine Komedie, wilde graag in het mooie maar lege pand, hartje Amsterdam, binnen de coronarestricties weer iets avontuurlijks organiseren. Met summier budget. ‘Ik heb voor iedereen gekookt om kosten de drukken.’ Een aantal technici werkt vrijwillig mee, om te experimenteren. De artiesten krijgen een kleine vergoeding. Van Dolron: ‘Dat is het eeuwige dilemma. Je wilt op allerlei manieren toeschouwers theater blijven aanbieden. Of het nu online, in tuinen, op zolders of met columnachtige filmpjes is. Maar je wilt als artiest ook laten zien dat bij dit vak een fatsoenlijk honorarium hoort.’ Als deze vimeo-voorstelling werkt, overweegt Nicolas de sfeervolle entourage van De Kleine Komedie aan meer makers beschikbaar te stellen.
Dan telt Tom streng af: 5 minuten voor aanvang. De Wolf rent naar de wc. Twee minuten voor aanvang. ‘We beginnen in CIS hè?’ roept Sterke naar Van Casteren. En dan start De Wolf zijn openingsmonoloog; hij richt zich op één van de staande camera’s: ‘We zijn een verrassing voor jullie. En jullie zijn ook een verrassing voor ons.’
Waren er toeschouwers in de zaal geweest, had Van Dolron hen nu uitgenodigd spontaan opwellende, onbevangen vragen op te hoesten. Nu hebben ze die oproep vooraf per mail gedaan. Op een groot projectiescherm verschijnen vragen van deelnemers: ‘Is discipline een deugd of een vorm van zelfondermijning?’, ‘Hoeveel lol heb je van een slecht geweten?’ en ‘Wanneer is iets goed genoeg?’. Die laatste vraag staat op een briefje met een paarse bloem ernaast. Van Dolron gaat in op de aandacht waarmee het briefje is gepresenteerd aan de camera.
‘Dit is goed genoeg. Nu, zoals het is. We zien jullie niet, maar we zijn er. Jullie zijn er.’ In de wasmachine verdwenen sokken, waarvan het eenzame restant altijd herinnert aan die omissie, worden gekoppeld aan voorbije liefdes die jaren blijven knagen. Soms zet een muzikant een versnelling in, of improviseert een song op woorden uit vragen. Van Dolron leest nog een chat voor van iemand die op de drempel van haar tuintje zit mee te kijken. Na een klein uur is het op. Net iets sneller dan de vijf kwartier in het theater. Van Dolron: ‘Als er meer is, mis je ook meer.’ De Wolf parafraseert dichter Sylvia Plath, over leven in het nu en hoe bewust te worden van dat wat we allemaal voor lief hadden genomen. Zoals met z’n allen in een theater zitten. En napraten in de foyer.
Ter plekke besluiten ze dat de chatfunctie komend weekend langer open blijft staan. Zodat er niet alleen snel wat hartjes en applaudisserende handjes via het scherm worden uitgewisseld, maar ook ervaringen. Het biedt hopelijk een alternatief om de semi-live aanwezigheid bij een kunstproject zo lang mogelijk te koesteren.
Een antwoord op alle vragen vanuit De Kleine Komedie is thuis te bekijken op zaterdag 16 mei en zondag 17 mei. Reserveren kan via de site van het theater. Foto: Moon Saris