Biedt Oerol Festival op Terschelling nog steeds ontwikkelingskansen aan nieuwe makers? Sinds het verdwijnen van Atelier Oerol bestaat daarover ongerustheid. Maar misschien is het tijd om het begrip ‘ontwikkeling’ te herdenken, want wat of wie ontwikkelen we eigenlijk? En hoe zichtbaar mag of moet dit proces worden? (meer…)
Met meerdere voorstellingen over het nadere einde van de wereld, oorlogen en kolonialisme is Oerol niet meer het festival dat vooral draait om particulier zelfonderzoek tijdens contemplatieve wandelvoorstellingen in het duin. Integendeel: Oerol staat deze editie met beide benen opvallend stevig in de wereld van nu.
Na twee afgelaste edities op rij, is er dit jaar voor het eerst sinds 2019 weer een regulier Oerol Festival op Terschelling. Op het oog een feest van herkenning voor het trouwe, vooral e-bikende publiek hier op het eiland, maar wie beter kijkt ziet een festival dat zich voor een deel opnieuw heeft uitgevonden en dat meer dan eerder maatschappelijk engagement en stellingname verkiest boven poëtische beschouwingen en particuliere, navelstaarderige ervaringen.
Neem alleen al de voorstellingen die handelen over kolonialisme en slavernij, en je komt uit op ten minste zeven stuks, in zeer uiteenlopende vormen gegoten. In de strandopera Kaapdiegoeiekoop zien we een ‘capitein’ – een personifiëring van eeuwenlange onderdrukking – tot inkeer komen en ontdekken dat persoonlijk gewin niet altijd zaligmakend is. Ik zeg toch sorry van Aluin en Raymi Sambo Maakt gaat over het afschaffen van de slavernij in 1863. Theater Rast maakte met Grace een fictief liefdesepos waarin de tot slaaf gemaakten uit de kolonie als helden worden gepresenteerd en de kolonisten de vijand. De voorstelling doet een expliciete poging om verhalen van kolonialisme vanuit een ander narratief te vertellen. Orkater brengt zowel met Borboletas van Gery Mendes als Oroonoko van collectief Uma persoonlijke voorstellingen over het Europese koloniale verleden. En ook YoungGangsters onderzoekt in hun kolderieke The Promised Land hoe een groep mensen een andere gemeenschap (in dit geval een buitenaards volkje) op tirannieke wijze koloniseert, en daarbij halsstarrig probeert voor zichzelf moreel in het reine te blijven. Tevergeefs, uiteraard.
The Promised Land heeft ook een opvallend raakvlak met Oostpools Komt goed… Beide voorstellingen vertrekken vanuit het gegeven dat de aarde dicht bij een naderende ondergang zit en gieten dat gegeven in wrange scifi-satires. De gevolgen van klimaatverandering en de uitputting van onze aarde zijn zo indirect een terugkerend thema in het Terschellingse landschap, waarmee het eiland impliciet als een soort tikkende tijdbom wordt opgevoerd. YoungGangsters toont hoe de mensheid in een reflex van agressie en onderdrukking schiet, bij Oostpool is er categorische (en onhoudbare) ontkenning.
Met het indringende en ontroerende De brieven van Mia van George & Eran Producties en ROSE Stories, de kwetsbare storytelling-voorstelling Het verre woord van Sahand Sahebdivani en de confronterende theatrale denkoefening Salomonsoordeel van Ilay den Boer, wordt er dit jaar tijdens Oerol ook volop stilgestaan bij oorlog en de effecten van oorlogen: vluchtelingen, trauma’s, onverwerkt verdriet.
Kortom: Oerol zet deze editie in op stevige, complexe thema’s vol actuele, maatschappelijke raakvlakken. 2022 is daarmee een uitstekende tegenhanger van de vorige editie in 2019, toen je haast niet kon ontkomen aan de talrijke associatieve, individuele audioroutes door de natuur. Die tendens van toenemend engagement zagen we eerder dit jaar ook al bij Karavaan en O. Ongetwijfeld is het ook een bijgevolg van het grote aandeel aan (relatief) jonge makers die we in de programmering terugvinden (zie vrijwel alle voorbeelden hierboven), een generatie die zich volop bezighoudt met actueel-maatschappelijke thema’s.
In tijden van oorlog, klimaatcrisis en een verhit identiteitsdebat biedt Oerol volop handvatten tot denk- en gespreksstof over de wereld van nu. En wie weet, misschien verlangen we binnenkort weer terug naar associatief zelfonderzoek en comfortabel escapisme in een winderige duinpan, maar deze tijd lijkt meer te vragen om (het bevragen van) kritische mens- en wereldbeelden en stellingname. Oerol voorziet daar in deze sterke editie ruimhartig in.
Foto: Grace van Theater RAST, Geert Snoeijer
Beste Sander, ik verbaas me erover hoe je een belangrijk deel van de Oerol-programmering (en daarmee impliciet een hele theaterstroming: het ervaringstheater?) afdoet als “particulier”, “navelstaarderig”, “comfortabel escapisme” en niet-geëngageerd. Ik zou betogen dat het júist van stellingname, engagement en een kritisch mensbeeld getuigt als je voorstellingen maakt die ruimte vragen voor traagheid, contemplatie en fysieke beleving – allemaal zaken die in onze door opinies en crises voortgejaagde tijd onder grote druk staan. Ik vind het inspirerend dat verschillende theatervormen – poëtisch en expliciet, talig en beeldend – in Nederland naast elkaar kunnen bestaan en elkaar (in de ideale wereld) niet hoeven te beconcurreren.
Mee eens, nogal kort door de bocht. Als je een achtergrondstuk mag schrijven over Oerol, nuanceer het dan ook een beetje. Heb trouwens het programmaboekje gelezen, zit Godzijdank vol met navelstaarderige installaties en comfortabele duinpannen, voorstellingen die recht doen aan de natuur, wat volgens mij ook een beetje de bedoeling is van Oerol.. Maar goed, ik begrijp dat je als recensent ook wil aansluiten op die Zeitgeist.
Ook ik ben het met de bovenstaande schrijvers eens. Zelfs de nieuwslezeres eergisteren te gast bij Opium, vond het fijn om eens te reflecteren bij een mooie voorstelling die niets direct gaat over oorlog, klimaatcrisis en een verhit identiteitsdebat.
Jonge makers houdt dit natuurlijk bezig (evenals oudere) en maken ook zaken als mediteren met planten .
Ik hoop dat het geen selectie van Oerol vooraf of subsidie mogelijkheden zijn om alleen op bovengenoemde onderwerpen te mogen produceren. Een medebezoeker s’ ochtends in het washok ‘ik heb moeite moeten doen om een voorstelling te vinden die niet over deze onderwerpen gaat’ en zagen we elkaar weer bij TAL van BOG (lekker talig en absurd).
Een ‘uitstekende tegenhanger van de voorgaande editie’: Blijkens de kop en inhoud ging die toen ook over verdoemenis.
Theater is een fijne manier om de verdoemenis van alledag even te verwerken (dat is ook aangetoond tijdens Corona toen er niets was) en dat is ook met voorstellingen die niet alleen over de waan van alledag gaan. Of mooie installaties bv van Stef Velthuis, Waddenorgel in het kerkje van Midsland, met als acteur 1 levende mossel
Hee Remco,
Dank voor je reactie! Als ik die indruk wek dat ik een hele theaterstroming afdoe als particulier of navelstaarderig is dat zéker niet mijn bedoeling (maar volgens mij doe ik dat ook niet).
Net als jij pleit ik natuurlijk ook voor een gevarieerd aanbod aan theatervormen, alleen merkte ik bij mezelf dit jaar wel een soort ongemakkelijkheid om met een groep mensen naar Terschelling af te reizen om daar om de haverklap met een koptelefoon in een duinpad tot mezelf te komen (en juist dat type voorstellingen, waar absoluut niets mis mee is, vond ik met name de laatste reguliere Oerol nogal oververtegenwoordigd).
In dat kader vond ik de programmering deze editie dus júist rijker en gevarieerder. Want inderdaad zijn er ook nog steeds allerlei poëtische duinervaringen voor de liefhebber. Wat verder “de bedoeling” is van Oerol weet ik niet, maar ik zag in ieder geval een festival dat ik beter in balans vond, en kreeg de indruk dat daar in de programmering ook expliciet op was aangestuurd.