De dramaturgen van de (jeugd)theatergezelschappen in de basisinfrastructuur (BIS) luiden de noodklok over het gebrek aan een centraal theaterarchief. ‘Wij maken ons zorgen over het geheugen van de theatersector’, schrijven ze in een brief aan het ministerie van OCW en de Raad voor Cultuur. De sector heeft door het verdwijnen van het Theater Instituut Nederland (TIN) geen centraal theaterarchief meer met voldoende arbeidskrachten, financiële middelen en toekomstperspectief, waardoor de reconstructie van voorstellingen en maakprocessen in de toekomst onmogelijk wordt. (meer…)
Het Theater Instituut Nederland (TIN) slaagt er niet in met het ministerie van OCW tot overeenstemming te komen over het behoud van zijn unieke collecties, waarin de geschiedenis van het Nederlandse theater is vastgelegd. Tot aan de huidige regering werden die collecties met instemming en subsidie van de Nederlandse overheid verzameld en toegankelijk gemaakt.
Als gevolg van het beleid van staatssecretaris voor Cultuur Halbe Zijlstra is er in het podiumkunstenbestel dat op 1 januari 2013 van kracht wordt geen plaats meer voor sectorinstituten. En aangezien het TIN behalve belangenbehartiger ook een museale taak en functie vervulde, dreigt nu het kind met het badwater te worden weggegooid. Met name nu de aanvraag van het TIN om als museum verder te gaan van de Raad voor Cultuur een negatief advies kreeg.
In het debat dat de Tweede Kamer vorige week voerde met de staatssecretaris zei de laatste dat hij over de collecties van het TIN met de instelling in gesprek was maar herhaalde hij ook zijn opvatting zich er niet verantwoordelijk voor te voelen aangezien het niet om Rijkscollecties gaat.
Het TIN is met het ministerie in gesprek gegaan om de collecties elders onder te brengen en daarvoor een deel van de financiële reserve in te zetten die het TIN dankzij de verkoop van enkele panden waarin het, met een museum, tot voor kort was gehuisvest, heeft opgebouwd. Als startkapitaal voor een nieuw te bouwen theatermuseum.
Hoewel het er enkele weken geleden naar uitzag dat het ministerie akkoord kon gaan met het voorstel om via een speciaal daartoe strekkende aanvraag (een deel van) die bestemmingsreserve te gebruiken voor het bij de Universiteit van Amsterdam onderbrengen van de collecties, heeft het nu toch het standpunt ingenomen dat de reserve aan het ministerie toekomt. En dat het TIN dat vermogen niet mag gebruiken om de unieke en omvangrijke collectie te redden.
Het TIN heeft nu een brandbrief aan de staatssecretaris geschreven met het verzoek de reserve per direct vrij te geven. Het TIN was al een juridisch procedure gestart om de bevriezing van het bestemmingsfonds aan te vechten. Deze werd opgeschort nadat OCW liet weten een plan voor de borging van de collectie te willen bespreken. Deze afspraak werd onverwachts geschonden door een formele brief van het ministerie van OCW waarin het niet inhoudelijk ingaat op het borgingsplan en onverminderd de TIN-gelden in het bestemmingsfonds blijft claimen. In de brandbrief zegt het TIN de juridische procedures weer op te starten als OCW niet binnen een week het gesprek hervat.
Nu de zaak onder de rechter komt, onthoudt het ministerie zich voorlopig van commentaar.