Na acht weken is er een einde gekomen aan NITE Delivery, de multidisciplinaire theaterdoos van NITE. Van rouw en afstand, via gekte, langs schoonheid, verwarring en plezier, eindigen we bij de liefde en contact. (meer…)
Totale duisternis. Verstikkend isolement. Dan een vrouwenstem (Julia Akkermans), die je warm toespreekt. ‘Ik zie je’, zegt ze. ‘Vandaag neem ik je mee. Pak dit moment.’
Zo opent Flipping the bird, een korte film van kunstfotograaf Jaap Scheeren en toneelschrijver Rik van den Bos, een van de werken uit week 3 van NITE Delivery. Het is locatietheater-op-afstand: natuurfoto’s van Scheeren nemen de kijker mee naar buiten, (terug) de wereld in. We zien foto’s van bosranden, herten en verstrengelde wortels. ‘Wie houdt ongezien jouw hand vast?’ vraagt ondertussen de stem.
De aanvankelijk contemplatieve, filosofische tekst van Van den Bos wordt langzaam zinnelijker, vervolgens gepassioneerd, heerlijk woedend en weer liefdevol. Dat temperament zit niet alleen in ons, tonen ondertussen de beelden die ritmisch voorbijkomen, maar in alles om ons heen: de bomen, de vogels, de struiken, het zand.
Flipping the bird is een prachtig compact kunstwerk, waarin taal en beeld elkaar voortdurend versterken. De film eindigt na een kwartier in een explosie, als pleidooi om los te komen van de vaste grond. De verstikkende duisternis van het begin is nu een bevrijdend vergezicht.
In de NITE-box bevindt zich bovendien een op hout gedrukte genummerde editie van een van de foto’s uit het werk: de exploderende aarde tegen de achtergrond van een blauwe hemel, die eraan herinnert dat exploderen beter is dan te blijven zitten waar je zit. En dat is, wel of geen corona, een waardevol inzicht.
Na de verrassende kennismaking in week 1 en 2, is er in het middendeel van NITE Delivery weer veel beleven. Veel uiteenlopends ook vooral: variërend van de stream van Dronken mensen van regisseur Eline Arbo, tot virtuele vakantiereisjes en een heus gezelschapsspel, ontworpen door Sanne den Hartogh, Lowie van Oers en Ascon de Nijs: een vierpersoonszoektocht naar het ‘nieuwe normaal’.
De online-film Dogs of Madness van Guy Weizman in week 4 – een zeer vrije hertaling van Euripdes’ Bakchanten – is een hallucinante exploratie naar allerlei verschijningsvormen van gekte. Van een vrouw die vastzit in een oneindig zakkende lift en daar langzaam haar habitat van maakt, tot de man die in een impuls iemands hoofd eraf mept en ermee voetbalt. ‘We dansen de Bacchus, we dansen de dood’, zeggen de personages in een mantra.
Na het meer feeërieke Klaagliedjes in week 1, is het tweede deel van Weizmans drieluik Three poems een stuk extravaganter. Weizman maakte Dogs of Madness met acteurs van het Staatstheater van Hannover (waarmee dit seizoen eigenlijk een coproductie gepland stond) en danser Rutkay Özpinar. Standbeelden komen tot leven rondom een monumentaal trappenhuis, aangespoord door een mysterieuze Anja Herden. Dogs of Madness is een stemmige exploratie naar grenzeloosheid en redeloosheid, en hoewel de film het niet van zijn spanningsboog moet hebben, kruipt het werk toch onder je huid. Dat is vooral te danken aan de uitstekende setdressing (decorontwerp: Ascon de Nijs, kostuums: Maison the Faux): met veel gevoel voor detail worden de meest bizarre beelden en sferen opgeroepen.
In week 5 is er elke dag een korte aflevering uit het feuilleton Verduren, een online cursus van theatermaker Jessie L’Herminez te zien. Cursusleidster Maria van der Zanden (Mara van Vlijmen) en sidekick Elias Perera (Gihan Koster) nemen de toeschouwer in een dagelijks te verschijnen filmpje mee in een cursus die draait om actief leren accepteren. Dagelijks krijg je ook een kaartje met een opdracht: op dag 1 ga je bijvoorbeeld op zoek naar je eigen ‘totem’. Die wordt in de cursus vervolgens digitaal gezegend door Perera. Halverwege de week komt een sjamaan (Camilo Chapela) de kwade geesten verdrijven die zich rondom die totem verzameld hebben. Langzaam leren we negatieve gedachten los te laten, dagelijks wordt de toeschouwer ‘veel moed gewenst’.
Verduren, een online cursus is sullig, flauw, ironisch – maar zoekt daarin nergens de randjes op. Daardoor weet je nooit hoe serieus je het moet nemen. Het is een onderwerp dat simpel te parodiëren is, maar L’Herminez trapt niet in de voor de hand liggende valkuil van makkelijke satire. En verdomd, gandeweg sluit je de buitenissige personages dan toch in je hart. Dat geeft moed.