Na acht weken is er een einde gekomen aan NITE Delivery, de multidisciplinaire theaterdoos van NITE. Van rouw en afstand, via gekte, langs schoonheid, verwarring en plezier, eindigen we bij de liefde en contact. (meer…)
Geen grotezaalvoorstelling dit jaar, maar een grotedoosvoorstelling bij NITE. De meest recente coronacreatie van het multidisciplinaire Groningse theaterhuis is een afwisselende mix van online-theater en fysieke kunst, die bovendien vaak de dialoog met elkaar aangaan. Er is overigens ook een wat bescheidener (en goedkopere) variant beschikbaar: een tas.
In de doos zitten genummerde pakketjes die je door de acht weken heen loodsen. Daarnaast krijg je om de zoveel dagen brieven en mails die je doorverwijzen naar het NITE Hotel, waar wekelijks nieuwe content op beschikbaar wordt gemaakt die je vanaf dan kan kijken. Publiek kan op verschillende momenten instappen. Het volgende, tevens laatste startmoment is 21 mei.
NITE Delivery opent met verlies en afscheid. Guy Weizman regisseerde de korte film Klaagliedjes, naar het gelijknamige gedicht van Judith Herzberg en voorgedragen door Bien de Moor. Herzbergs prachtige regels over rouw en afscheid resoneren met het afgelopen coronajaar. Weizman koos voor een feeërieke setting. De Moor begeeft zich in een rimpelende vijver, doolt door bosrijke omgevingen en verstikkende duisternissen. Haar dictie is mijmerend, soms ineens scherp. Zo onderzoekt ze ‘de taal van rouw’, die is net als de beelden in deze film associatief, grillig en ongrijpbaar.
In een van de pakketjes in de doos vinden we deze week een fles vol woorden op losse papiertjes, bedoeld om zelf een gedicht van te maken. Het zijn woorden die afkomstig zijn uit bestaande Nederlands- en Engelstalige gedichten, uitgeknipt en gereduceerd tot ‘verbrokkelde poëzie-onderdelen’, volgens maker Ascon de Nijs in een begeleidend schrijven,‘een oefening in toevalligheid en vertraging’. De bedoeling van Flessenpost: dop eraf en stort je eigen gedicht uit op tafel. Wie naar tevredenheid nieuwe poëzie heeft gerecycled, mag het terugsturen via een speciaal telegram dat ergens deze weken in de bus valt. De verschillende uit bestaande poëzie gemaakte nieuwe gedichten zullen worden gebundeld.
In het andere pakketje dat we deze week mogen uitpakken, zit een tegel met daarop een QR-code, die leidt naar twee songs van Slagwerk Den Haag: Loading Dock Session, een kort concert, dat werd opgenomen voor en in een galmende garage.
De week erop pakken we een klein flipboekje uit, dat als mini-trailer dient voor de film Three (is a crowd). Veerle Van Overloop baseerde de stomme film op Becketts eenakter Come and go. Aanvankelijk zien we drie personen, naast elkaar op een bank, vrijwel alleen hun handen bewegen. Die handen staan aanvankelijk centraal. Wat deden we daar ook alweer mee? We zochten toenadering, remden elkaar af, we bestraften en spoorden aan. En we gaven elkaar natuurlijk handen, in alle vormen en maten, van formeel tot een vriendschappelijke boks-choreografie.
Gaandeweg staan de personen zichzelf meer fysieke vrijheid toe. Via hun handen hervinden ze hoe het was om elkaar aan te raken. In opperste concentratie pakken ze elkaars armen vast, vindt er een voorzichtig omhelzen plaats, dat overgaat in een meer vastberaden vastklauwen, om uiteindelijk onder een snerpende soundscape volledig met elkaar verknoopt te raken. De choreografie eindigt in een sterk absurdistisch slotbeeld. Three (is a crowd) is een mooi verstild onderzoek naar nabijheid en verstrengeling, dat – versterkt door de zwartwitbeelden – aanvoelt als iets van lang, lang geleden.
Overigens is er ook nog de anonieme pakketdienstmedewerker, die al twee weken lang in poëtische taal het verschil tussen angst en verlangen probeert te duiden en van wie we ongetwijfeld de komende tijd blijven horen. Deze filosofische pakketbezorger – die we sinds het uitbreken van de coronacrisis op het straatbeeld in aantallen zien toenemen – observeert de wereld vanuit zijn dichte bus. Heeft nooit tijd, leeft tussen de elektronische handtekeningen, tussen aangenomen en afgeleverd door. De persoon houdt van de eenzaamheid van de donkere bestelbus. Feest – weten we nog wat dat was? – is volgens de afzender bedoeld om iets ‘aan het zicht te onttrekken’. Dichter Ester Naomi Perquin toont hiermee tegelijkertijd een daad van eenzaamheid en verzet.
Over feest gesproken: er is een heus glittergordijn ingepakt in de grote theaterdoos, behorend bij de galaprom van Adam Peterson. ‘You’re invited!’ schreeuwen dikke rode blokletters op de bijbehorende filmposter. In de gelijknamige film ontwaakt een man in onderbroek in een enorm overhoop gehaald sanitair. Hij wrijft in zijn ogen en gaat aan de slag: wast zich in de enorme wasbak, knipt en scheert zich, kleedt zich aan. In de volgende scène zien we hem terug in een feestzaal, met tientallen paspoppen als medebezoekers. Er volgt een gaandeweg wat al te flauwe sequentie waarin hij feestviert, inclusief karaoke, pijnlijke gesprekken tijdens diners, fotoshoots en gênant gedans.
Net als je denkt dat het allemaal wat veel van hetzelfde is, houdt hij een integere speech waarin hij uitweidt over zijn angsten, eindigend in een innige dans met een van de paspoppen. Dan krijgt de scène reliëf en weten man en paspop in een raak duet de absurditeit van deze van intimiteit verstoken tijd te vangen. Uiteindelijk blaast hij, goddank, leven in het plastic. Of het doorzettingsvermogen, fantasie of beide is, blijft de vraag, maar het bruist, eindelijk weer.
Foto: Sander Janssens