Zo’n beetje het enige waarbij cabaretier Kim Schuddeboom géén rekening houdt met het klimaat, vertelt ze maandagavond aan een volgepakte grote zaal in TivoliVredenburg in Utrecht, is haar bovengemiddeld frequente aanschaf van een nieuwe strapon. Want hygiëne is belangrijk, vindt ze, en zo’n voorbinddildo in de vaatwasser is ook weer niets. 

Het is in haar kleine half uurtje stand-up de enige, terloopse verwijzing naar klimaat en milieu. Voor de (eenmalige) Climate Comedy Night 2024 strikte organisator Klimaatstichting Hier comedians David Linszen, Kim Schuddeboom en de Ashton Brothers.

Die laatste groep brengt losse scènes uit het prachtige programma Brothers (2023), waarin de artiesten vaak op verstilde en heel poëtische wijze de klimaatcrisis naar theater vertaalden. Als diepzeekwallen vallen flarden plastic uit de nok van het theater, kledingstukken staan letterlijk in brand terwijl de mens in dezelfde rondjes blijft draaien, de overbevolking zit vervat in een absurdistisch beeld van te veel muzikanten samengepakt op een vleugel: ‘You’ve got to move!’

Een goede, logische keuze om de Ashton Brothers voor deze Climate Comedy Night uit te nodigen dus. Maar het contrast met de andere twee comedians is wat dat betreft groot. Los van de kwaliteiten van Schuddeboom en Linszen, rijst sterk de vraag waarom de organisatie juist hen gevraagd heeft voor deze klimaatavond. De twee veelbelovende Comedytrainleden – Schuddeboom debuteerde in 2023 met haar avondvullende programma Ongeschreven, Linszen pakte eerder dit jaar alle prijzen op het Leids Cabaret Festival – brengen beiden vrolijk en vooral onbezorgd huis-tuin-en-keuken-stand-up, vol persoonlijke beslommeringen en absurdistische observaties uit hun dagelijks leven, maar heel expliciet niet over klimaat of milieu.

Uitgerekend op een avond waarin het klimaat centraal zou staan (‘tijdens de Climate Comedy Night roasten we het hele klimaatgebeuren’, aldus de promotietekst), valt het navelstaardigere karakter en het gemoedelijke gekeuvel op z’n minst op ongelukkige wijze op. Niks mis met de nodige relativering en afleiding, maar voor een klimaatavond wordt het hier wel érg gezellig. Terwijl de poel aan comedians die zich met een arsenaal aan goede grappen en scherpe blikken aan de klimaatproblematiek wagen, bepaald niet ondiep is.

‘Als we kunnen lachen over onze eigen pogingen om de aarde te redden wordt het misschien een stuk­ makkelijker om er ook écht iets aan te doen’, schrijft de organisatie, maar onderneemt vervolgens nauwelijks pogingen om die premisse waar te maken.

Even bijschakelen dus, en dan is het natuurlijk best genieten van Linszens onvoorspelbare theatergekte en absurde associaties (bijvoorbeeld waarom het een goed idee is dat Cliniclowns een wapenstok moeten krijgen), en Schuddebooms ontspannen ontboezemingen over persoonlijke onderwerpen (zoals die keer dat ze als lesbische vrouw dan toch maar eens uit nieuwsgierigheid seks met een man had; een anekdote vol droogkomische anticlimaxen).

Ondertussen putten de Ashton Brothers gelukkig wél ruimhartig uit hun recente klimaatrepertoire. Lou Reeds Perfect Day (begeleid door een schaduwspel van de op beschermd wild jagende mens) wordt gevolgd door The Final Countdown, misschien wel hét klimaatlied aller tijden. Ze voeren prachtige plasticmonsters op en sturen de mens ver weg de ruimte in, en verpakken op die manier hun alarmerende boodschap in oogstrelende en originele theaterbeelden.

Foto Brothers: Jaap Reedijk