In maart starten Het Zuidelijk Toneel, De Herman Brood Academie en muziekfestival WOO HAH! met het talentontwikkelingstraject HIIIPOWER. Het traject duurt een jaar en is bedoeld voor jongeren tussen de 16 en de 27 jaar die zich willen ontwikkelen als hybride (podium)kunstenaars. Aanmelden voor de selectie kan nog tot en met zondag.

HIIIPOWER is in het leven geroepen voor ‘jongeren die houden van performance, muziek, een passie hebben voor de hiphopcultuur, graag op een podium willen staan en zin hebben om met gelijkgestemden aan de slag te gaan’, vertelt Ilrish Kensenhuis, hoofd educatie en publiekswerking van Het Zuidelijk Toneel. ‘Bijvoorbeeld: je bent veel bezig met spoken word, maar je speelt ook harp. Of je bent een moderne danser en maakt daarnaast je eigen beats.’ Een kunstvakopleiding of ambities in die richting is geen vereiste, benadrukt Kensenhuis. ‘Het traject is óók uitdrukkelijk bestemd voor de autodidact die op zoek is naar meer handvatten om zich te ontwikkelen.’

Het idee kwam voort uit de constatering dat er veel jonge mensen zijn die allerlei hybride vaardigheden in zich hebben, die niet altijd tot volle wasdom komen binnen kunstvakopleidingen en andere kunstinstellingen, vertelt Kensenhuis. Met het traject willen de drie samenwerkende instellingen ‘een lans breken voor talent om zich welkom en “in charge” te voelen binnen hun eigen ontwikkeling en makerschap’.

Het traject is opgebouwd in een aantal fases. Van maart tot en met mei ligt de focus op het ontwikkelen van materiaal. Na een aantal worskhops – variërend van beats maken, songwriting tot conceptueel denken – gaat de groep begin april gezamenlijk op schrijverskamp. Daar werken de deelnemers, onder begeleiding van professionals uit het werkveld, aan tracks voor een EP, die vervolgens wordt uitgebracht en verspreid via relevante online kanalen.

Dat album vormt het uitgangspunt van het performancekamp dat begin mei plaatsvindt, onder begeleiding van regisseur Ira Kip. Gedurende tien dagen wordt er gewerkt aan een theatrale performance bij de tracks. Kip: ‘Hoe breng je je verhaal fysiek over, welke energie breng je mee, welk effect heeft dat op de zaal?’ Bovendien probeert ze de groep uit te dagen in het denken over wat je als kunstenaar aan je publiek mee wil geven. ‘Je kan kunst maken voor jezelf, maar ook omdat je een bepaalde impact teweeg wil brengen bij een publiek. We verdiepen ons in de inspiratiebronnen en de historische context van de genres. Welk verhaal vertel je eigenlijk, waarom is dat verhaal zo belangrijk voor je en hoe verhoudt zich dat tot ander werk en je publiek?’

Na het performancekamp is het de bedoeling dat de groep van juli tot en met februari op tournee gaat langs verschillende (muziek)festivals, poppodia en theaterzalen. De deelnemers krijgen betaald voor deze uit het traject voortvloeiende optredens, wat volgens de initiatiefnemers ook ‘passend is bij het ondernemerschap van deze jonge talenten die een toekomst voor zich zien in deze sector’. In februari is het traject afgelopen en start er weer een nieuwe groep.

Geïnteresseerde jonge kunstenaars kunnen zich tot en met zondag aanmelden door een selectie aan eigen werk op te sturen. Kensenhuis: ‘Meer dan naar kwaliteit, kijken we naar motivatie. Je moet het heel graag willen en die passie invoelbaar kunnen maken op verschillende manieren.’

Foto: Yannick van Leeuwaarde