Eric de Vroedt spreekt dit jaar de Staat van het Theater uit en opent daarmee officieel theaterseizoen 2023-2024. De traditionele aftrap van het Nederlands Theater Festival (TF), waarin prominenten uit het culturele veld hun kijk op het Nederlandse theaterklimaat delen, vindt dit jaar op 7 september plaats in De Kleine Komedie in Amsterdam. (meer…)
De cast van Leedvermaak gaat vanmiddag niet op. Als gevolg van de coronamaatregelen is de voorstelling van Het Nationale Theater uitgesteld. In plaats van recensies te publiceren, laat Theaterkrant dagelijks een theatermaker aan het woord die in deze periode in première zou gaan. Regisseur Eric de Vroedt: ‘Mijn god, wat zouden we na vijf uur van deze personages zijn gaan houden!’
Den Haag, 12 april 2020.
In een vorig leven zou vandaag om half drie ’s middags de Leedvermaak-trilogie in première gaan. Na drie minuten zouden bruidegom Nico en ceremoniemeester Hans elkaar lachend omhelzen. Na acht minuten zou Lea haar derde echtgenoot hartstochtelijk zoenen op z’n mond. Na zevenenvijftig minuten zou het hele feestgezelschap een polonaise doen, met carnavalsmaskers op, maar zonder handschoentjes. Al vanaf het begin zou er een toeschouwer consequent om de drie minuten door de voorstelling heen hoesten. En op rij vier zou iemand onbekommerd niezen, en geen zakdoekje bij zich hebben.
Het coronavirus heeft inmiddels wereldwijd officieel bijna 100.000 mensen het leven gekost en 1,7 miljoen mensen besmet. De werkelijke cijfers liggen waarschijnlijk vele malen hoger. Ik zou vandaag moeten rouwen om al die gestorvenen die vaak nog volop van het leven genoten (van theater wellicht), om al die zieken die tegen een gruwelijke verstikkingsdood strijden, om te jong gestorven dokters en verpleegkundigen. Maar vandaag rouw ik om een voorstelling.
In scène 70 van Leedvermaak zegt Lea tegen haar vader Simon, dat haar ouders haar als kind naar het concentratiekamp mee hadden moeten nemen, in de oorlog. Want: doodgaan is niet erg – losgelaten worden dat is erg. In plaats van haar mee te nemen naar Auschwitz, lieten Ada en Simon haar op het platteland onderduiken bij Riet. Na de oorlog haalden zij Lea weer bij haar onderduikmoeder op. Voor de tweede keer moest Lea afscheid nemen en met wildvreemde, beschadigde mensen mee. De hele Leedvermaak-trilogie komt misschien wel voort uit die traumatische, dubbele scheiding van Lea. Eerst van haar ouders, daarna van haar onderduikouders.
Die pijnlijke, veel te ware zin van Lea hoorde ik onlangs in een talkshow terug, bij een item over de situatie waarin veel ouderen tijdens deze crisis verkeren. Ze zijn niet bang voor de dood, ze vinden vooral de eenzaamheid ondragelijk. En misschien geldt dat ook wel voor ons. De scheuring die wij vier weken geleden ervoeren toen van de een op de andere dag de repetities werden stopgezet en wij ons opsloten in onze huizen, terwijl de wereld om ons heen verkruimelde – dat gevoel zal ik nooit meer vergeten. De mensen met wie ik met zoveel plezier, inspiratie en creativiteit al wekenlang werkte mocht ik niet meer zien. Terwijl de regie-adrenaline nog door mijn lijf gierde (mijn hele lichaam wilde dóór: maken, repeteren, creëren!) zat ik ineens hele dagen obsessief live-blogs te verversen of in haperende Skype-sessies om maar iets van contact te houden met mijn collega’s, familieleden en vrienden. Die allemaal even ontheemd, verdwaasd en uit het lood geslagen waren als ik. Het was alsof al onze energie niet meer naar buiten kon en zich tegen onszelf keerde.
Nog meer zinnen die we nu veel beter begrijpen: Ik wou dat jou eens en ramp overkwam! / Dat is gebeurd dat weet je (scène 56). Voor ons is het een ramp: een voorstelling gebaseerd op een van de mooiste teksten van de Nederlandse toneelliteratuur, een historische première (nooit werden deze drie stukken in Nederland op één avond gespeeld), jaren intensieve voorbereiding, een groots randprogramma – in een klap weg. Eens in de zoveel tijd maak je ‘t mee: je voelt dat iets hélemaal klopt. Dat alle acteurs, musici, ontwerpers, assistenten en dramaturgen in hun kracht staan en op de toppen van hun kunnen werken, met zoveel plezier en gemak. Van de een op de andere dag daarmee moeten stoppen voelde als een amputatie.
Deze trilogie van Judith Herzberg moest nú gespeeld worden, vijfenzeventig jaar na het einde van die verschrikkelijke oorlog. De voorstelling zou laten zien hoe mensen met de diepste trauma’s toch weer verder proberen leven. Hoe ingewikkeld overleven is, als er zoveel mensen zijn gestorven. Hoe je soms over de grootste ramp alleen nog maar een grap kunt maken. En nog een. En nog een. Hoe weinig er eigenlijk over verschrikking te zeggen valt. Hoe kinderen hun ouders proberen te troosten maar helaas niet kunnen helpen. Hoe nieuw geboren leven toch altijd weer hoop geeft. Hoe we maar niet willen sterven, niet mogen sterven, nooit! Hoe wij mensen meesters zijn in leven en overleven.
Vandaag hadden we met z’n allen op toneel gestaan. In vijf uur zouden zesentwintig jaren aan het publiek voorbij trekken. Er zou vaak worden opgekomen en vaak worden afgegaan. Sommige spelers zouden gedurende de avond meer dan drie pruiken dragen. Er zouden prachtige, precieze zinnetjes klinken. Je te veux van Satie zou klinken, terwijl de bruiloftsgasten met elkaar aan tafel zouden gaan. Er zou gehuild worden, maar vooral heel veel worden opgekropt. Camelia’s zouden toch maar overhandigd worden, hoewel het foute bloemen zijn. Riet zou alsnog een Hebreeuwse psalm durven zingen. Zwart zou op het meest ongepaste moment de pijnlijkste monoloog uitbrullen. En de arme Lea, ze zou tot het eind niet weten hoe en met wie te leven. Mijn god, wat zouden we na vijf uur van deze personages zijn gaan houden!
Op dit moment maken we met z’n allen een historische ramp mee. Er is niet alleen het virus maar vooral wat het in gang heeft gezet: we vallen met z’n allen in het diepste economische gat sinds de Tweede Wereldoorlog. Terwijl de aarde verder opwarmt en er zoveel mensen op de vlucht zijn. Na de huidige ramp, ergens in seizoen ‘21-‘22, zullen we de Leedvermaak-trilogie alsnog spelen. Een voorstelling over mensen die verstommen bij het zien van zoveel leed, die er niet meer over kunnen, willen praten, die er amper nog iets bij voelen, en die daarmee weer pijn veroorzaken bij de mensen om hen heen, bij de mensen na hen. Over twee jaar zullen de drie toneelstukken van Judith Herzberg misschien meer van toepassing zijn dan ooit.
Een laatste citaat (scène 94c), omdat het leven altijd doorgaat:
Hé, is dat niet een winterkoninkje?
Eric de Vroedt
Artistiek leider HNT
Foto: Gordon Meuleman
Wat verdrietig allemaal voor zoveel mensen!
Maar …. wat kun jij , Eric de Vroedt , hier een prachtig verhaal over schrijven ! Wat ontzettend mooi verwoord. We hopen het ooit te zien en in de huiskamer te lezen . Sterkte.