Alle tribunes eruit, dat is het eerste wat Het Nationale Theater doet als de zalen van de Koninklijke Schouwburg, Theater aan het Spui en Zaal 3 eind juni weer openen. In een serie korte gesprekken peilt Theaterkrant hoe theaters en makers nadenken over mogelijke scenario’s voor het anderhalvemetertheater. (meer…)
Vanmiddag gaan driehonderd spelers, figuranten, zangers en musici in Openluchttheater De Doolhof niet op. Als gevolg van de coronamaatregelen is de eenentwintigste editie van De Passiespelen in Tegelen verplaatst naar 2021. In plaats van recensies te publiceren laat Theaterkrant makers aan het woord die rond deze tijd in première zouden gaan. Regisseur Cees Rullens: ‘Klink ik als een priester wanneer ik zeg dat je een beter mens wordt van De Passiespelen?’
Vanmiddag had Het Grote Genieten moeten beginnen, zegt Cees Rullens (60) via Facetime vanuit zijn zonovergoten werkkamer in natuurgebied het Jaomerdal bij Tegelen, kop verse muntthee bij de hand. Inderdaad met hoofdletters. Ook voor hem is de première van De Passiespelen één groot feest; niks geen zenuwen of stress. ‘Ik voel mij bevoorrecht wanneer ik al die mensen het beste uit zichzelf zie halen en na al die maanden van repetities samen zie doen wat ze moeten doen. En dan die chemie met het publiek: 2500 toeschouwers per keer! En dat vijfentwintig voorstellingen lang. Ja, ik ben er als regisseur alle voorstellingen bij. Ik blijf schaven om het scherp te houden.’
Na drie jaar van intensieve voorbereidingen – nieuwe tekst (geschreven door Ineke ter Heege en Jan-Jaap Jansen), nieuwe hoofdrolspeler (groep-8-leerkracht Marcel Claessen), nieuwe muziek (van Wim Naus), nieuw decor (de vorm van een oude stad) – zouden ze halverwege maart eindelijk met de kostuumrepetities en het zwaardvechten beginnen. Maar in Tegelen ontsnapten ook Jezus en zijn volgelingen niet aan de coronarestricties: vroegtijdig kwam een einde aan de gepassioneerd bezongen lijdensweg.
Wat maar ééns in de vijf jaar plaatsvindt, en sinds 2014 op de Nederlandse lijst van immaterieel cultureel erfgoed staat, moest noodgedwongen een jaar worden uitgesteld (nieuwe première: 18 april 2021). Geen kruisiging, geen Judaskus, geen Maria Magdalena en haar zus, geen koor, geen decor, geen spelers. En geen toeschouwers in De Doolhof. De opwindende synergie van een massaspektakel in de open lucht, met driehonderd uitvoerenden tussen oude muren en nog eens honderd vrijwilligers achter de schermen, moet nu een jaar lang van extra energie worden voorzien. Dat is pittig.
‘Het is een energiek proces dat je straks weer moet oppakken. Alsof je de marathon loopt, het stadion in Athene binnenrent, de streep ruikt en voor de finish plots moet stoppen. Maar ik houd ze zeker gemotiveerd’, benadrukt Rullens. ‘De hele bevolking van Tegelen doet mee. Spelers komen uit de hele regio: van Heerlen tot Eindhoven en van Thorn tot Bergen op Zoom. Elke week stuur ik een nieuw filmpje rond. Mensen proberen nu al vrij te regelen van hun werk voor volgende zomer. Wie meedoet met De Passiespelen kan niet ver weg op vakantie.’
Eén voordeel zit wel aan het uitstel, mits daarna de cyclus van vijf jaar wordt aangehouden: het honderdjarig jubileum valt prachtig in 2031. Dan is het precies een eeuw geleden – 1931 – dat pastoor Anton van Delft de eerste Tegelse passiespelen schreef, over het lijden van Jezus vóór en na de kruisiging. In een taal die iedereen verstond en begeleid door Gregoriaanse muziek. De première in De Doolhof wordt nog altijd voorafgegaan door een eucharistieviering.
In de jaren veertig en vijftig schrijft pater Jacques Schreurs een nieuwe tekst, zingt het Tegels knapenkoor mee en wordt er vanwege slecht-weer-ervaringen geïnvesteerd in een overkapping. Koningin Beatrix komt kijken (1990 en 2010), filmregisseur Ben Verbong regisseert de millennium-editie, het spel wordt kleurrijker en spectaculairder, het verhaal moderner, actueler en humaner. En er komt meer aandacht voor vrouwenrollen. Voor dat laatste maakt Rullens zich nog steeds sterk: ‘Het lijdensverhaal is toch een mannenbolwerk’. Iedere editie vraagt hij meer tekst voor jongeren en laat hij actuele thema’s erin verwerken. Zoals dit jaar huiselijk geweld en mishandeling.
Rullens herinnert zich tijdens zijn eerste regie in 2010 de markante samenwerking met dichter Wiel Kusters. Die tekende voor een poëtische bewerking met nieuwe verhaallijnen. ‘Wij woonden in dezelfde straat in Maastricht en duwden voortdurend fraai geschreven briefjes met suggesties bij elkaar in de bus.’
In 2015 spoorde hij de Vlaamse classicus Patrick Lateur aan om meer conflict binnen de personages te zoeken. ‘Mensen zijn niet eenduidig goed of slecht. Twijfel op moeilijke momenten maakt ze levensecht.’ De Passiespelen haalde bovendien landelijke journaals, met de discussie over de keuze van een Venlonaar met Marokkaanse wortels voor de hoofdrol. Mocht zo iemand wel Jezus spelen? Rullens: ‘Abbie Chalchoum was een godsgeschenk. Hij deed de beste auditie.’
Nu vertolkt leerkracht Marcel Claessen de titelfiguur. Rullens: ‘Nu sprong Marcel er echt uit. En ik kies nooit dezelfde mensen voor dezelfde rollen.’ In deze nieuwe versie van het theaterechtpaar Ter Heege-Jansen, getiteld ‘Hem achterna’, is Jezus meer rebel dan Heiland, wordt de kruisdood heftig bediscussieerd, worstelen hangjongeren met geloofsproblemen en vechten vrouwen tegen onderdrukking. Judas is verward: is hij redder of verrader van de Messias?
Maar hoe modern ook, de kern blijft het oude Bijbelverhaal. Verraad en opruiing blijven actueel. En de saamhorigheid die eruit spreekt is misschien wel toepasselijker dan ooit. Wat raakt Rullens het meest? ‘Ik vrees dat het toch de confrontatie met de inhoud is. Stilstaan bij een ander, armoede zien en verhelpen. Jezus is voor mij een voorbeeld. Net als Nelson Mandela en Moeder Teresa. Klink ik als een priester wanneer ik zeg dat je een beter mens wordt van De Passiespelen?’
Rullens hoopt dat volgend jaar de massascènes met honderden figuranten – toch het handelsmerk – gewoon kunnen plaatsvinden, al denkt hij uit voorzorg na over aangepaste opties mocht de anderhalvemetersamenleving ook dan nog steeds voorschrift zijn. ‘We hebben een voordeel. Er doen hele generaties uit Tegelse families mee. Let maar op vaak voorkomende achternamen bij spelers: Trienes, Beurskens, Driessen, Giesen, Schroemges, Haanen. De oude mevrouw en meneer Kremers deden altijd mee, nu hun kinderen en kleinkinderen. Als anderen nog afstand moeten houden, mogen zij elkaar straks wel gewoon omhelzen. Ik kan mij nu al stiekem verkneukelen op de impact op het publiek van een kus op toneel.’
Foto De Passiespelen in 2019: Zebra Fotostudio’s Venlo l Peter de Ronde