In de Verenigde Staten kent vrijwel elke beroepsgroep een Hall of Fame, van popmuzikanten, Hollywoodsterren en sporters tot rodeocowboys, mijnwerkers en brandweermannen. Sinds kort hebben ook de stand-upcomedians hun eigen eregalerij. De eerste vier comedians die in dit nieuwe Pantheon zijn geplaatst zijn George Carlin, Robin Williams, Joan Rivers en Richard Pryor.

In de Netflix special The Hall: Honoring the Greats of Stand-Up worden deze vier, inmiddels overleden, spraakmakende comedians geïntroduceerd door respectievelijk Jon Stewart, John Mulaney, Chelsea Handler en Dave Chapelle, gevolgd door treffende fragmenten uit het repertoire van de vier laureaten. De special werd eerder deze maand opgenomen in het Hollywood Palladium en vormde de afsluiting van het Netflix is a Joke-festival in Los Angeles.

The Hall bevindt zich in een nieuwe vleugel van The National Comedy Center in Jamestown, New York, waar de bezoeker een uitgebreid beeld- en geluidarchief kan raadplegen en waar allerlei gedenkwaardigheden en persoonlijke bezittingen van de legendarische comedians zijn uitgestald. 

‘Shit, piss, fuck, cunt, cocksucker, motherfucker, tits.’ Het zijn geen woorden waar we van opkijken als ze uit de mond van een comedian rollen. Sterker nog, het komt wat armoedig over als de comedian zijn wat al te beperkte vocabulaire opvult met een overdosis van deze woorden. Toch was het uiterst revolutionair en gewaagd dat George Carlin deze zeven woorden die je niet op de Amerikaanse televisie mag zeggen in 1972 in zijn comedy gebruikte. Hij werd – net als Lenny Bruce – gearresteerd. Tijdens de rechtszaak probeerde hij de belachelijkheid en de hypocrisie van dit verbod duidelijk te maken. Volgens Stewart zouden die zeven vermeende schunnige woorden nu de titels kunnen zijn van de komende zeven Netflix comedy-specials. Carlin werd de counter-culture hero van de jaren zeventig die de de bekrompen moraal en de godsdienstgekte in de VS aanviel en Mohammed Ali in bescherming nam toen hij weigerde in Vietnam te vechten. 

Ook de andere drie comedians worden met mooie en geestige woorden op hun voetstuk in The Hall gezet. Robin Williams, omdat hij humor zag in de meest donkere situaties. Toch bestrijdt John Mulaney het beeld dat van Williams bestaat dat zijn comedy het gevolg was van zijn duistere inborst. Mulaney: ‘Being a comedian is not a psychiatric condition.’

Joan Rivers verdient volgens Chelsea Handler haar plek in The Hall omdat zij in scherpte, grofheid en zelfspot vrijwel elke mannelijke collega de baas was en daarmee de deur heeft geopend voor alle vrouwelijke comedians die na haar kwamen.

Terwijl de eerste drie comedians met veel humor worden geïntroduceerd zien we een uiterst serieuze Dave Chapelle die een hele diepe buiging maakt voor Richard Pryor, die zich op geen enkele manier liet beperken. Voor Chapelle is Pryor de grootste aller tijden. Chapelle sneert naar de comedians die zeggen dat je tegenwoordig niet alles meer kan zeggen. Die moeten volgens hem een voorbeeld nemen aan Pryor, maar deze klagende comedians hebben waarschijnlijk ook niets te zeggen. 

Er zit een onbedoeld ironisch tintje aan de 70 minuten documentaire. Netflix presenteert zich heel nadrukkelijk als dé comedy-streamingsdienst, maar comedy-liefhebbers zullen zeker ook HBO nodig hebben om hun dagelijkse comedy-behoeft te bevredigen. En zeker als het gaat om de eerste vier comedians in The Hall, die op Netflix nauwelijks te zien zijn en op HBO des te meer.

Foto: Still Netflix