Hoe ga je als maker om met een negatieve recensie? In de aanloop naar het themanummer over theaterkritiek van Theaterkrant Magazine vroeg theatermaker Marlies Bosmans dat aan vier collega’s. Als derde cabaretier en schrijver Erik van Muiswinkel.
(meer…)
Hoe ga je als maker om met een negatieve recensie? In de aanloop naar het themanummer over theaterkritiek van Theaterkrant Magazine dat op 26 februari verschijnt vroeg theatermaker Marlies Bosmans dat aan vier collega’s. Als tweede George Tobal, acteur, schrijver en regisseur bij George en Eran Producties
Heb jij weleens een negatieve recensie ontvangen?
Vast. Maar ik heb ze allemaal verdrongen. (lacht) Om slechte recensies moet ik vaak lachen. Als er mensen op een heel persoonlijke manier in mijn producties worden neergesabeld dan vind ik dat altijd heel erg voor hen maar als het over mij gaat dan moet ik eigenlijk altijd lachen. Omdat het theater is. Het is een momentopname. De ene dag is het magisch, de andere dag iets minder. Je kan er maar beter de humor van inzien.
Hoe ga je daarmee om?
Als acteur vind ik het minder erg om negatieve recensies te krijgen dan als maker. Als maker voel ik toch de verantwoordelijkheid voor een hele ploeg. Als het dan niet goed valt dan voel je je wel even kwetsbaar.
Een negatieve recensie kan ook heel goed zijn, omdat het je doet nadenken. Blijkbaar communiceert wat ik probeer te communiceren nu, in deze tijd op deze plek niet goed genoeg. Dit verandert ook. Een voorstelling die tien jaar geleden vijf sterren kreeg zou die waarschijnlijk nu niet meer krijgen. Het is afhankelijk van de tijd, de situatie en van de gemoedstoestand van de recensent en het publiek op dat moment.
Als theatermaker zit je in een proces. Elke voorstelling die je maakt is een poging. Een poging om iets te zeggen over de tijd, over de samenleving of over een thema dat jou raakt. Je doet een poging. Soms lukt dat. Soms niet. Dat heeft niets te maken met de kwaliteit van de maker. Het is een momentopname van een poging.
Er zijn heel veel makers die in het begin van hun carrière slechte recensies krijgen en nu worden bejubeld. Je moet de tijd krijgen om te groeien. Doorgaan. Alleen zo word je beter. Het hoort er nu eenmaal bij dat je op een dag slechte recensies krijgt. Als je nooit een slechte recensie kreeg dan is iets mis (lacht). Dat kan niet. Dat is onmogelijk.
Bestaan goede negatieve recensies?
Een goede slechte recensie gaat niet op de man af. Niet op de acteurs. Dat is gewoon naar. Ik vind ook dat een goede recensent rekening moet houden met hoe het publiek reageert. Ik zit soms in een zaal met een publiek dat in lachen uitbarst op de première daarna lees ik de recensie en benoemt de recensent het als ‘niet grappig’. Dat vind ik dan zo raar.
Een diverse recensentenpoel is ook broodnodig. Ik zie wel eens in het theater dat rituelen uit andere culturen foutief of slordig gebruikt worden. Een recensent die die andere cultuur niet kent kan daar niet op reageren, dat is jammer.
Het zou denk ik goed zijn als je gebeld wordt door een recensent met de vraag: “Hé, ik ben nieuwsgierig, kan je me meer vertellen over wat je probeerde te communiceren?”. Meer contact is iets wat ik zou toejuichen. Hij of zij kan dan nog altijd die slechte recensie schrijven maar dan is er in ieder geval begrip over de poging die de maker deed. Ik mis vaak het gesprek maar dat komt misschien ook omdat recensenten te weinig betaald worden. Meer geld voor recensenten! Zodat er meer tijd is om de pogingen te ontleden!
Wat is de impact van een negatieve recensie?
In Nederland is er een soort ‘verzekeringsmentaliteit’. Alles moet verzekerd zijn. Als ik iets koop wil ik er zeker van zijn dat het goed is. Ik wil een ‘goede’ avond hebben. Daar wil ik verzekerd van zijn want ik betaal er geld voor en een recensie draagt bij aan dat gevoel.
Recensies zijn vaak een goede marketingtool. Als je recensies goed zijn dan vul je de zalen makkelijker en voel je ook dat het publiek welwillender is. Als je slechte recensies krijgt dan moeten de mensen van marketing harder werken.
Koos Terpstra,zei na de laatste voorstelling van hem waarin ik meespeelde; “Ik kom nog een keer kijken na de première als we door de pers bejubeld zijn óf als we neergesabeld zijn. Omdat je als acteur anders gaat spelen in beide gevallen, arrogant of onzeker, beide niet goed voor het stuk. Volgens hem; “Het beste wat je kan hebben is gemiddelde recensies. Dan blijft het stuk in ieder geval overeind staan.”
Wat als er geen recensies zouden bestaan?
Dat zou niet goed zijn voor de kunsten maar een andere vorm kan ik me wel voorstellen. Recensenten zijn allemaal intellectuelen, zij zijn niet altijd een goede afspiegeling van de maatschappij. Ik stel niet de waarde van recensies in vraag maar wel voor wie ze eigenlijk zijn bedoeld. We moeten in het theater meer richting de mensen bewegen. Theater moet niet aan complexiteit verliezen maar we moeten even de bravoure er rond van ons afschudden en ook daarin kunnen recensies helpen. Ik wil theater maken waar ook mijn moeder zich welkom voelt. Dat vind ik het allerbelangrijkst.
En nog een pleidooi voor jonge makers die dit lezen, het is leuk als je vijf sterren krijgt maar het is niet het allerbelangrijkste. Wat wel belangrijk is, is dat je door blijft gaan. Geloof mij, er komt altijd wel weer een goede recensie.
Het Theaterkrant Magazine over (de staat van de) theaterkritiek verschijnt op 26 februari. De nieuwste productie van George Tobal, Pech (8+), is nog tot en met 9 maart te zien. Foto: Mohamed Alzoabi