De culturele basisinfrastructuur (BIS) gaat plek bieden voor meer spelers en andere genres. Dat schrijft Minister Van Engelshoven in een brief aan de Tweede Kamer over het cultuurbeleid in de periode 2021-2024. (meer…)
Ruimte maken voor nieuwe cultuur, die nieuwsgierig maakt en grenzeloos is. Dat is de visie die Minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur) vandaag in Rotterdam presenteerde in haar zogenaamde visiebrief, die Cultuur in een open samenleving heet. In de brief verdeelt ze een groot deel van de investeringen die het kabinet aankondigde in het regeerakkoord en zet ze de agenda voor haar beleid. Daarnaast maakt ze zich sterk voor betere arbeidsvoorwaarden voor kunstwerkers.
Opvallend weinig woorden wijdde de minister aan de voorbereiding van de cultuurnotaperiode 2021-2024, die na het uitkomen van de zogenaamde ‘regio-advies’ van de Raad voor Cultuur al in volle gang is. Er is in 2019 25 miljoen en vanaf 2020 55 miljoen gereserveerd voor beleid ‘gericht op de nieuwe basisinfrastructuur’. De ‘regionale infrastructuur’ (RIS) die de Raad adviseerde komt in de visie van de minister niet terug. Wel moeten verschillende regio’s nog dit jaar ‘culturele profielen’ opstellen, waarover de Raad dan adviseert. Desgevraagd zegt de minister dat terugdringen van de bureaucratie voor instellingen het hoofddoel van de operatie is.
Meer aandacht geeft Van Engelshoven aan redelijke beloningen in de sector. Ze blijft de arbeidsmarktagenda die Kunsten ’92 initieerde ondersteunen en het naleven van de Fair Practice Code wordt onderdeel van de subsidievoorwaarden vanaf 2021.
In haar eigen beleid kiest ze vier grote lijnen:
- cultuur maakt nieuwsgierig: hierbinnen valt een impuls voor cultuureducatie en jeugdtheatergezelschappen van bijna een miljoen per jaar en ook het museumbezoek voor scholieren (bijna 5 miljoen per jaar);
- ruimte voor nieuwe cultuur en makers: hierbinnen vallen de extra 10 miljoen voor de ‘B-categorie’ van het Fonds Podiumkunsten en vanaf volgend jaar 5 miljoen extra voor de gezamenlijke cultuurfondsen voor talentontwikkeling van nieuwe makers en genres;
- een leefomgeving met karakter: dit gaat over de besteding van de 335 miljoen die het regeerakkoord vrijmaakte voor erfgoed, die onder meer besteed wordt aan restauratie van monumenten, de aanvulling van het aankoopfonds voor beeldende kunst, en het digitaliseren van ontwerptekeningen van architecten;
- cultuur is grenzeloos: in dit kader valt 2 miljoen extra die de cultuurfondsen kunnen besteden aan internationale culturele samenwerking.
Meer geld voor cultuureducatie is natuurlijk fantastisch nieuws!
De minister wil dat er straks 1600 ipv 1000 scholen budget hebben voor een impuls voor cultuureducatie.
Er komt 5 miljoen bij.
Maar waarom eenmalig?
En dan een kleine Rekensom: 5 miljoen gedeeld door 600 is 8333,-
Een gemiddelde school heeft 20 klassen, dus dat is 400 euro per klas per jaar.
Om in aanmerking te komen moet de school een cultuurbeleidsplan schrijven. Omdat dit ingewikkeld is, wordt dit veelal uitbesteed en uiteraard kost dat geld. Met deze aantallen en budgetten kunnen in het beste geval 3 muzieklessen per jaar (!) per klas gegeven worden.
Verder vraag ik me af waarom er voor (slechts) 1600 scholen cultuureducatie komt. Er zijn namelijk ruim 6.000! basisscholen in Nederland.
Tot slot: ondanks de grote economische groei zijn de bezuinigingen van 2012 nog steeds niet gerepareerd. We zijn met zn allen in slaap gesukkeld en laten ons keer op keer blij maken met een aalmoes.