De Staatsopera van Hannover en Marco Goecke zijn onderling overeengekomen Goeckes contract als balletdirecteur met onmiddellijke ingang te beëindigen. Dat laat het theater vandaag weten. Een vertrouwensvolle samenwerking met Goecke in een leidinggevende functie is ondenkbaar voor het theater nadat Goecke een kritische journalist met hondenpoep besmeurde. (meer…)
Choreograaf Marco Goecke heeft zaterdag een zak hondenpoep in het gezicht van een Duitse theatercriticus gegooid. Dat gebeurde tijdens de pauze van een première in de Staatsopera van Hannover. De betrokken recensent, Wiebke Hüster, had in de Frankfurter Allgemeine Zeitung een kritische recensie geschreven over Goeckes voorstelling In the Dutch Mountains bij het Nederlands Dans Theater in Den Haag.
In Hannover speelde het programma Glaube – Liebe – Hoffnung met de première van Goeckes choreografie Hello Eart. Volgens de Frankfurter Allgemeine Zeitung hield Goecke tijdens de pauze de theatercriticus in de foyer staande om te vragen wat ze deed op zijn première. Hij dreigde haar het huis uit te zetten en beschuldigde haar ervan verantwoordelijk te zijn voor het opzeggen van abonnementen in Hannover. Goecke zou steeds meer van streek zijn geraakt en uiteindelijk een papieren zak met ‘dierlijke uitwerpselen’ tevoorschijn hebben gehaald, waarvan hij de inhoud in het gezicht van de dansrecensent gooide.
De Staatsopera van Hannover heeft Goecke met onmiddellijke ingang geschorst en hem tot nader order toegang tot het operahuis ontzegd. ‘Met zijn impulsieve reactie op journalist Wiebke Hüster afgelopen zaterdagavond heeft balletdirecteur Marco Goecke alle gedragsregels van de Staatsoper Hannover geschonden, mevrouw Hüster persoonlijk diep beledigd en daarmee het publiek, de huismedewerkers en het grote publiek tot het uiterste verontrust’, schrijft het theater in een statement. Het operahuis heeft meteen contact opgenomen met Hüster en haar persoonlijk en ook publiekelijk excuses aangeboden. Het huis onderzoekt verdere arbeidsrechtelijke stappen tegen de choreograaf.
De Frankfurter Allgemeine Zeitung neemt de ‘voorbereide uitwerpselenaanval’ zeer serieus en deed aangifte. ‘Naast het misdrijf van lichamelijk letsel, beschouwen wij de vernederende daad ook als een poging om onze vrije, kritische kijk op kunst te intimideren.’ Goeckes grensoverschrijding legt volgens de krant tevens de verstoorde relatie tussen kunstenaar en kritiek bloot.
De Kring van Nederlandse Theatercritici (KNT) noemt de handelwijze van Goecke vanmiddag uiterst laakbaar en onaanvaardbaar. ‘Het incident tart elk respect voor iemands persoonlijke integriteit’, reageert voorzitter Kester Freriks. ‘Het verwijt dat er abonnementen zijn teruggetrokken, mag geen argument zijn tot deze onterende handelwijze over te gaan. Dat het ook nog eens ten overstaan van publiek gebeurde in de openbare ruimte laat zien dat Goecke elk besef van perspectief heeft verloren.’ Het recenseren van kunstuitingen is volgens de Kring een essentieel onderdeel van de kunstwereld zelf en de dialoog tussen kunstenaar, kunstwerk en criticus ‘mag nooit op het persoonlijke vlak met grove middelen uitgevochten worden’.
Bij navraag zegt ook de directie van het Nederlands Dans Theater, voor wie Goecke In the Dutch Mountains creëerde, het incident ten zeerste te betreuren. ‘Marco Goecke is een gewaardeerd associate choreograaf van NDT met wie wij al jarenlang met veel plezier samenwerken, met prachtige danscreaties als resultaat. Dit handelen is echter in strijd met onze waarden die we als leidraad in al onze samenwerkingen hanteren’, schrijven artistiek directeur Emily Molnar en zakelijk directeur Willemijn Maas.
Goecke zelf reageerde later op de lokale televisiezender NDR Niedersachsen. Hij zei geschrokken te zijn van zichzelf, maar bood nog geen excuses aan. ‘Ik denk dat de keuze van het middel niet geweldig was. Het wordt maatschappelijk gezien natuurlijk niet gerespecteerd als je je toevlucht neemt tot dergelijke middelen.’
Wie stehen Kunst und Kritik zueinander? Marco Goecke, Ballettchef der Staatsoper @hannoper, hat einer Kritikerin der @faznet Hundekot ins Gesicht geschmiert. Heute wurde er vom Dienst suspendiert – und ist über sich selbst erschrocken. pic.twitter.com/k3RxCWq4hq
— WDR Aktuelle Stunde (@aktuelle_stunde) February 13, 2023
De Nederlandse pers was overigens unaniem lovend over In the Dutch Mountains.
Foto: Rahi Rezvani, In the Dutch Mountains van Nederlands Dans Theater
Over de rol van de media is in Duitsland al een tijdje een spannend discours gaande (die wat mij betreft in Nederland ook best gevoerd mag worden). Recentelijk werd de discussie nog aangescherpt door de kritische bevraging door filosoof Richard David Precht en de sociaalpsycholoog Harald Welzer. In hun boek “Die Vierte Gewalt” bekritiseren ze o.a. een toenemende subjectivering van kritiek en de “Masslosigkeit” van critici. De auteurs constateren dat het probleem in de journalistiek zit en er daarvoor verschillende oorzaken zijn. Een van de mechanismen van de moderne media is dat die vlug meningen formuleert, verspreidt en steeds minder naar ‘objectieve’ waarheid en ‘Verhältnismässigkeit’ zoekt. Het ontbreekt in kritiek vaker aan een analyse en objectivering, ondanks de kwaliteitsmedia die Duitsland rijk is.
Het wordt ook steeds moeilijker om nog “einen schönen Streit zu führen”, dus een stevige debat te voeren waar opponenten argumenteren, naar elkaar luisteren en meningen naast elkaar laten bestaan. Een mening gaat nu snel door als ‘waarheid’ en krijgt door critici een absolute ‘status’ toegekend, alsof deze mening door de meerderheid wordt gedragen, of het wordt gesuggereerd dat een bepaalde opinie op een meerderheid kan rekenen (ook als het slechts de subjectieve ervaring van een enkele criticus is). Dat maakt kritiek veelal tot eenrichtingsverkeer.
Wie de recensie van Wiebke Hüster in de FAZ over de NDT-voorstelling van Marco Goecke ‘In The Dutch Mountains’ leest, komt wellicht tot de bevinding dat deze magere recensie ook eenrichtingsverkeer is. De journaliste beklaagt in haar korte recensie vooral dat de choreografie het publiek vaak “vor Langeweile umbringe”, dus dodelijk saai is. Waarom dat zo is legt zij amper en onvoldoende uit. De recensente is nergens bezig om het werk inhoudelijk te duiden en de intenties van de kunstenaar proberen te verklaren en vervolgens te interpreteren: Wat heeft de kunstenaar gedaan, en waarom? Welk idee zit er mogelijk achter? Hüster vraagt zich veelmeer af hoe het mogelijk is dat Goecke bij het Staatsballett Hannover aangesteld kon worden. Het is me niet helder of dit polemiek is, of niet? Het is wel degelijk een persoonlijke aanval op Marco Goecke en zijn artistieke integriteit.
Natuurlijk rechtvaardigt een onbevredigende en negatieve recensie niet deze (re)actie van Goecke afgelopen zaterdag, en zijn papieren zakje met hondenstront aan het adres van de criticus (ook zou het me niet verbazen als er makers zijn die af en toe fantasieën koesteren om iets soortgelijks te doen, alleen doen ze het niet. Het zijn nota bene fantasieën!). Dit fysiek geweld valt niet goed te praten. Er is dan ook aangifte tegen Goecke gedaan en het Staatstheater Hannover heeft zijn Balletdirektor Goecke geschorst.
De reacties in Duitse feuilletons laten mogelijke oorzaken voor Goecke’s aanval op Hüster consequent buiten beschouwing. De reacties (ook in Nederland) zijn vooral “moralische Empörung”. Uit de reacties blijkt net zo goed weer: er wordt enkel een oordeel geveld (in dit geval over de actie van Goecke), en Goecke wordt dan aan de schandpaal genageld. De pers is eenduidig en ziet het als een aanval op de persvrijheid. Waarom vraagt en onderzoekt niemand wat er eigenlijk aan de hand is? Mogen critici alles met de kunst doen? Welke ethiek hanteren critici?
De veroordeling in de (Duitse) media houdt voor mijn gevoel te weinig rekening met de context. Niet om iets te bagatelliseren maar om dit gebeurtenis een plaats te geven en ‘einzuordnen’. Misschien is de ‘stront’ namelijk een symbool. Het lijkt me noodzakelijk (niet enkel in Duitsland) om naar de oorzaken te zoeken en deze (re)actie van een kunstenaar in een context te plaatsen. In Duitsland is de toon al een tijdje rauwer. Enkele intendanten (niet de eerste de beste) hebben kritiek op de staat van de kritiek, waaronder Matthias Lilienthal, Annemie Vanackere en andere. Zo zei de intendant van het Schauspielhaus Hamburg, Karin Beier, dat kritiek “Scheisse am Ärmel der Kunst ist” – stront aan de mouwen van de kunst. Er is dus meer aan de hand. De kunst slaat terug, en waarom dan? Nu dus ook “Scheisse im Gesicht der Kritik”. Waar komt deze ‘stront’ toch vandaan? Nu lijkt de balans zoekgeraakt te zijn. Het incident van Goecke en Hüster legt de toenemende kloof tussen kunst en kritiek bloot, en hoe de zenuwen inmiddels blootliggen.
In welke context heeft deze daad plaatsgevonden? Wat is er aan de hand als de kunst zich op verschillende plaatsen begint terug te vechten? Wat zijn de oorzaken voor de (re)actie van Goecke? Is zijn ‘daad’ misschien een gevolg van bepaalde ontwikkelingen? En is deze daad misschien ook uitdrukking van een gevoel van machteloosheid? Om zich machteloos te voelen ten aanzien van het ‘absolute’ oordeel van een criticus? Wellicht is het ook een gevoel van woede? Om grenzen te stellen en te bewaken wat iemand liefheeft: de kunst en zijn kunstwerk.
Het is een zorgwekkende ontwikkeling dat we (zoals op verschillende plekken in de samenleving) nu op een slachtveld terecht zijn gekomen zoals kunst en kritiek nu met elkaar vechten. De vraag is toch (en dat geldt ook voor Nederland) hoe de kloof gedicht kan worden en hoe het slachtveld voor een speelplaats verruild kan worden. Daarvoor lijkt het me nodig om elkaar een aantal vragen te stellen en te beantwoorden: Wat is kritiek eigenlijk? En wat is de functie van kritiek in de samenleving? Hoe ziet de verhouding van kunst en kritiek uit? Wat is de rol van kunstenaar en criticus in deze relatie? Wat is onze omgang met kritiek? En hoe kunnen we (adequaat) op kritiek reageren? Hoe kunnen critici en kunstenaars met hetzelfde maat aan verantwoordelijkheid en nauwkeurigheid te werk gaan? Welke macht heeft de kritiek en welke macht eigent die zich toe? Is de kritiek misschien zelf “übergriffig” geworden? Of is de kritiek juist te onverschillig geworden? Waaraan moet een interpretatie voldoen? Hoe kan een werk bekeken en ‘gelezen’ worden?
Het blijft een essentiële vraag waaraan een goede (toneel)kritiek moet voldoen. Bevindingen van critici dienen met argumenten onderbouwd te worden, in plaats van enkel te oordelen. Ervaringen verworden nu te snel tot aannames (dat iets ‘echt’ zo is), juist als die niet aan een ’tweede blik’ onderworpen worden. Een (toneel)kritiek zou (allereerst) op een analyse geënt moeten zijn in plaats van op persoonlijke smaak. Hoe kunnen de eigen observaties ook kritisch bevraagd worden, dus ‘nogmaals bezien’ worden voordat die gedeeld worden. Een ‘vertraging’ zou volgens mij op meerdere niveaus op zijn plaats en wenselijk zijn. Persoonlijk zou ik het juist wenselijk vinden als recensenten hun oordeel altijd uitstellen.
De toon maakt natuurlijk de muziek. In een goede strijdcultuur (een Duitsland heeft er traditioneel wel een stevige strijdcultuur anders dan de consensusrepubliek Nederland) is er ruimte voor polemiek en een humoristische Schimpfkultur. De woorden van Götz van Berlichingen zijn allang “geflügelte Worte” in Duitsland (zie ook Goethe’s gelijknamig toneelstuk uit 1773): “Sag deinem Hauptmann: Vor Ihro Kaiserliche Majestät hab ich, wie immer, schuldigen Respect. Er aber, sag’s ihm, er kann mich im Arsche lecken”. Let op, “im Arsche” en niet “am Arsche”. Iemand zit dus in de stront.
De historische Götz van Berlichingen trouwens voerde in de 16e eeuw verwoed strijd, en dat op allerlei manieren en fronten. De strijd was een middel om zijn eigen legitimiteit te waarborgen. Dus de samenleving en kunst zijn gebaat bij een goede strijd. Elke strijd bevestigt hen bestaansrecht. Het is dus een vraag met welke middelen deze strijd wordt gevoerd. Wanneer we met hondenpoep gaan strijden is het risico waarschijnlijk groot dat alles eindigt als faecaliëndrama?
Het blijft spannend welke inhoudelijke consequenties aan afgelopen zaterdag verbonden gaan worden. Gaan we ook met een tweede blik naar de gebeurtenis van afgelopen zaterdag kijken? Met schuldtoewijzingen alleen gaat men volgens mij de kloof niet dichten. Nu te denken dat het om een Duits probleem gaat lijkt me voorbarig en te simpel.
Het is een interessant vraagstuk dat je daar plaatst Florian. Echter lijkt me dit niet echt de juiste plaats voor deze discussie.
Het is wat mij betreft ook niet nodig om met een tweede blik naar deze specifieke gebeurtenis te kijken. Het is gewoon een walgelijke actie. Zo gaan we niet met elkaar om.
Beste Jeroen, de “Gutmenschen haben für alles eine Antwort”. Dat is de “moralische Empörung” waarover ik het in mijn reactie had. Allen willen zien, wat men wil zien, en niet verder kijken wat er mogelijkerwijs aan de hand is. Mij interesseren als mens en dramaturg echter vragen, achtergronden en context. In het theater heb je de dualiteit van oorzaak en gevolg. Een daad te ‘isoleren’ – ongeacht of die walgelijk is of niet – is een simplificatie van een gebeurtenis en sluit de ogen cq. ontkent oorzaken. Een van mijn grootste inspiratiebronnen is de politieke activist James Baldwin. Diens credo was altijd vergeving. In een verdraagzame en democratische samenleving zou er ruimte moeten zijn voor zowel vergeving als ook voor analyse van de mogelijke oorzaken die tot een daad hebben geleid. Het sluiten van een discussie cq. debat is (te) makkelijk, en is wat in Nederland nu doorgaans gebeurt, in plaats van ‘verder te zoeken’. De mens is voor mij een ‘lerend lichaam’. Hoe kunnen we nog leren als we niet meer in staat zijn gebeurtenissen te analyseren, te bevragen en nader te onderzoeken? De staat van de kritiek verdient ook in Nederland een stevige debat. Veelal zijn kritieken (ook op deze website) “eine Anmassung” en doen geen recht aan wat kritiek zou kunnen zijn en van de rol van criticus. Een redenering en een reflectie zijn niet hetzelfde. Om tot een redenering te komen moet er eerst een reflectie aan vooraf gaan. En het zou volgens mij wenselijk zijn om het denken in ‘goed’ en ‘kwaad’ los te laten, maar nieuwsgierig te zijn. Ik ben wel benieuwd naar de motivatie van Marco Goecke. En in een democratisch rechtsstaat heeft elk mens het recht zich te verdedigen en te verklaren. Wat is er gebeurd met de choreograaf dat het tot dit onbezonnen moment kon komen. Hoe kon het überhaupt tot deze actie komen?
Het principe van vergeving heeft trouwens als basis de ’tweede blik’. Om een gebeurtenis, voorval, daad nogmaals te bezien en een persoon een tweede kans te geven. Wie daartoe niet in staat is, is volgens mij bezig zowel morele, ethische als ook democratische principes onderuit te halen. Ik wil niets ‘goedpraten’, alleen ervoor pleiten om met een open blik naar de wereld, de samenleving en de ander(en) te blijven kijken. Met vriendelijke groet, Florian
Incident of structureel ingebed in de hedendaagse cultuur is de vraag die Hellwig opwerpt. Hoe lang is het geleden dat een vergelijkbaar incident de pers haalde? In mijn geheugen staat in vergelijkbare context vaag ergens een vuistslag geparkeerd, en navraag bij tante Nettie levert 1994 op, het slachtoffer (van een verontwaardigde acteur in dit geval) was een Volkskrant-recensent. De acteur was op de fiets gestapt om verhaal te halen bij de recensent die iets onaardigs over hem had gezegd in een televisie-interview en dat was uit de hand gelopen.
Het feit dat kinderen in toenemende mate met steekwapens over straat gaan, en ook bereid zijn om die bij conflicten in te zetten, zoals recent nog eens onderzocht is, lijkt mij een wezenlijker gegeven in de discussie over de ontwikkeling van dagelijks geweld in de cultuur dan het feit dat eens in de dertig jaar een kunstenaar zijn frustratie fysiek uitleeft op een criticus. Ik kan niet inschatten in hoeverre de situatie in Duitslang verschilt van die in Nederland op dit terrein, maar Hellwig zelf geeft aan dat het geen kwaad kan om paralellen te trekken.
Hoewel… ik geef wel toe dat ik me toch wel afvraag of ik de volgende keer wel weer een première van een nieuw werk van Goetze zal gaan verslaan. Stel dat ik het (in tegenstelling tot In the Dutch Mountains) géén goede voorstelling zou vinden….Hoewel nogmaals hoewel: als het inderdaad om een incident gaat, kan in feite elke kritische recensie zo’n incident uitlokken. En in dát geval heeft Hellwig wel een punt en moet het gaan om de kwaliteit van de kritiek. In alle gevallen moeten we ons als recensenten de vraag steeds blijven stellen: waarom schrijven we en hoe doen we dat dan?
Leuk en aardig betoog Florian, maar laten we duidelijk zijn dat wij van dit soort acties absoluut niet gediend zijn. De maker in kwestie is geen zielige man, die onheus bejegend wordt. Hij heeft meer veren dan een gemiddelde pauw. Recensente doet haar werk. Misschien niet zo goed als ze zou moeten. En daar mag je boos om worden. Furieus zelfs. Maar je gedraagt je.
Nergens zeg en schrijf ik dat ik de actie van Marco Goecke goedkeur, in tegendeel. Nadrukkelijk heb ik daarop gewezen dat ik deze zaak niet wil bagatelliseren. Alleen ben ik tegen alle vormen van “Schnelljustiz” en weiger ik het om mensen op een brandstapel te zetten. Dat lijken me middeleeuwse praktijken te zijn. Er is aangifte tegen Goecke gedaan door Wiebke Hüster en het theater in Hannover heeft hem geschorst en onderzoekt verdere stappen. Het is aan rechters om zich over een zaak te buigen en een mogelijk strafmaat te bepalen. Rechters hebben het mandaat om dat te gaan doen. Een mens heeft het recht zich te verdedigen en te verklaren, ongeacht zijn positie en status (die veren doen er niet toe). Hoeveel veren Marco Goecke heeft en of die een pauw is of niet (ik ken hem niet), doet er dus ook niet toe. Heeft niet elk mens het recht eerlijk en gelijk behandeld te worden?
Nu heeft iedereen kennelijk al een mening, oordeel en veroordeling over hem klaar liggen. Oordelen worden snel tot veroordelingen in de mediademocratie. Ik wil echter eerst meer weten over de zaak, de motivatie, de oorzaken, zoals rechters dat ook zullen doen. Het is mijn inziens te makkelijk en gemakzuchtig om iemand bij voorbaat tot ‘straf’ te veroordelen – zoals de media, moraalridders en een deel van de publieke opinie nu doen. Ik pleit voor een genuanceerdere beschouwing van deze gebeurtenis. Dat Marco Goecke zich heeft misdragen is toch geen kwestie. Zijn actie als een aanval op de persvrijheid te interpreteren gaat echter ook best ver, en is misschien ook een vorm van morele paniek. Het was een impulsieve daad. Goecke had toevallig een zak met hondenkot van zijn teckel op zak die hij naar buiten wilde brengen toen zijn pad toevallig die van Wiebke Hüster kruiste. De ontmoeting liep uit de hand. Goecke zegt nu in interviews (bijvoorbeeld met NDR) dat hij ook niet weet wat op het moment met hem gebeurde en waarom hij plots de controle over zichzelf kwijtgeraakt was. Hoe is het tot deze kortsluiting gekomen?
Het is een gevaarlijke tendens om mensen te stigmatiseren en te ‘criminaliseren’. Het valt op dat mensen blijkbaar minder heftig reageren wanneer bijvoorbeeld een politicus met rotte eieren of een taart bekogeld wordt. Waar is het verschil met Goecke’s actie? Afhankelijk van politieke voorkeuren en persoonlijke sympathie of antipathie, keurt iemand zoiets af of wellicht zelfs goed. Hoe consequent zijn mensen die enerzijds taartgooien– om welke reden dan ook – goedkeuren en nu anderzijds Goecke’s actie afkeuren?
Ik ben wel benieuwd hoe mensen zouden reageren als de situatie omgedraaid was geweest, wanneer dus een kunstenares een mannelijke criticus had aangevallen? Hoe zou de media dan reageren? Misschien dat het dan plots geen aanval maar een vorm van politiek activisme was geweest. Als pacifist keur ik elke vorm van fysiek geweld tegen personen af, ook in het kader van politiek activisme. Lopen we niet op dun ijs en is meer behoedzaamheid vereist in de beoordeling van een situatie? Zijn de scheidslijnen niet vaak flinterdun. Laat ik nog een hypothetische gedachte aan de casus toevoegen: Wat als morgen blijkt dat de journaliste (let op, dit is een hypothese!) een rechtspopuliste is? Veranderd dan de waarneming van Goecke’s actie? Keuren alle moraalridders de daad dan nog steeds af of veranderen ze van mening? Misschien bouwen ze Goecke dan een standbeeld (ergens op de Hollandse heuvels of voor de Staatsoper in Hannover). In dat geval blijkt toch hoe opportunistisch de openbare opinie is. De werkelijkheid is niet zo makkelijk en zwart-wit (zoals velen die nu graag zien of willen zien) maar complex en vaak ook ondoordringbaar. Voor mij beginnen onderzoek en analyse (van deze werkelijkheid) altijd met een vraagteken en nooit met een punt.
Hij had toevallig een zak met hondenpoep bij zich die hij naar buiten wilde brengen.
En die had hij toevallig mee tijdens de premiere van een voorstelling?!
Dit heeft ook niks met moraalridderij te maken. Ook in je hypothese is het een schandalige actie. In elk scenario is het een schandalige actie. Zoiets doe je gewoon niet. Punt.
Helemaal eens met Feline.
We hebben het hier over een theatermaker, een kunstenaar. Hebben wij als links-intellectuelen niet altijd de mond vol over de deplorabele morele staat van de wereld waarin wij ons bevinden? Is het niet onze taak om als spiegel te fungeren? Hier is overigens geen sprake van criminaliseren, hier is sprake van crimineel gedrag. Ik denk dat iedereen het daar over eens is. En hoe kun je toevallig een zak hondenpoep bij je hebben? Recensenten vormen overigens een wezenlijk onderdeel van de kunstwereld, wie sla je dan terug als je zoiets doet? Klap in eigen gezicht lijkt me.