Zowel bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst als bij het Fonds Podiumkunsten werd de subsidie-aanvraag van Over het IJ deze zomer afgewezen. Daarmee verliest het platform vanaf 2025 al zijn structurele subsidie. Om zijn belang voor stad en veld te onderstrepen, publiceert Over het IJ vandaag via verschillende kanalen een manifest. Daarbij roept de organisatie de hulp in van het publiek. Welke verandering en verbeelding van de stad heb jij beleefd tijdens Over het IJ?

Wat is een stad zonder ruimte voor verbeelding? Een stad zonder hoop op verandering.

Een rode, lege klapstoel op een plek in de stad die je al wel of nog niet kent. Een rode, lege klapstoel die je uitnodigt om samen met anderen te kijken naar een plek in de stad die vanaf dat moment niet meer hetzelfde is. Het voetbalveld bij het IJplein waar je een balletje trapt met je vrienden. Je zwemplek bij het steigertje in het IJ. Het Buikslotermeerplein waar je op woensdagochtend je groenten haalt. Het Vliegenbos waar je altijd dagdromend doorheen wandelt. Op duizenden van dit soort plekken plaatste Over het IJ zo’n rode klapstoel. Die klapstoel dreigt vanaf volgend jaar voor altijd leeg te blijven.

Al 32 jaar is Over het IJ hét platform voor locatietheater waarbinnen makers, team en publiek de ‘potentie’ van de stad onderzoeken. Samen verkennen we hier hoe verbeelding de stedelijke samenleving kan verrijken of verrassen met andere of nieuwe realiteiten en perspectieven. Hier verhouden kunstenaars zich sinds het prille begin van hun makerschap tot de stad Amsterdam. Bijvoorbeeld: FC Bergman, Schweigman&, Young Gangsters, Marjolijn van Heemstra, De Dansers, Hilda Moucharrafieh, Kompagnie Kistemaker, R3LN4CHT, Lamyn Belgaroui, Werkplaats van de Woestijne, Djuwa Mroivili, Rianne Meboer, Marte Boneschansker, Massih Hutak en véle, véle anderen. Over het IJ zorgt voor makers, waardoor zij duurzaam groeien en uitstromen naar de rest van het culturele veld. Zo versterken we ook de verbindingen tussen al die plekken in ons eigen stadsdeel Amsterdam-Noord met de rest van de stad en de wereld.

In een tijd waarin de ruimte voor vernieuwing al zó nauw is, maar door groeiende sociaal-economische verschillen, polarisatie, klimaatcrisis en gentrificatie zó nodig, kiest Over het IJ ervoor het roer om te gooien binnen een vernieuwde opzet van een festivaltweeluik. Hierin staan de ontwikkeltrajecten van Over het IJ centraal en gaan we expliciet voor de ontwikkeling van de nieuwe generatie én voor experiment en onderzoek. Deze opzet sluit beter aan bij de financiële, artistieke en maatschappelijke uitdagingen van deze tijd.

Een wereld in crisis heeft nieuwe (denk)beelden voor de toekomst nodig. Een nieuwe generatie kan deze bieden en onderzoeken. We kunnen niet zonder hoop op verandering. Om de verharding van de stad zacht en wendbaar te maken. Om dominante stemmen een tegenstem te geven. Over het IJ wil er zijn en blijven voor iedereen die zich meer thuis voelt op een rode harde klapstoel dan in rood zacht pluche, die podiumkunst wil zien die letterlijk midden in de wereld staat. Over het IJ gelooft dan ook dat bij nieuwe denkbeelden en in veranderende tijden soms oude concepten losgelaten moeten worden. Zo maken we ruimte voor dat waar de samenleving, de makers, het publiek en de podiumkunstensector NU om vragen.

Helaas blijkt uit de besluiten voor de nieuwe kunstenplanperiode dat deze vernieuwde opzet niet wordt gedragen door onze essentiële structurele financiers Amsterdams Fonds voor de Kunsten en Fonds Podiumkunsten. Dit doet onze toekomst en onze idealen wankelen. Zonder structurele financiële ondersteuning kán er geen ruimte gemaakt worden, kan er niks onderzocht of gebouwd worden. Dan is er geen plek meer zoals Over het IJ waar makers, team en publiek elkaar op gelijke voet kunnen ontmoeten en bevragen, en waar we samen kritisch en kwetsbaar durven zijn. Is het dan inklappen en wegwezen voor Over het IJ?

Als het aan ons ligt NIET. Wij zijn in gesprek met fondsen, gemeente, partners en makers om te zien of en hoe we toch door kunnen gaan. Over het IJ ziet het belang van verbeelding in de openbare ruimte. Een rode klapstoel die een tribune kan worden. Een parkeerplaats die een pompende afterparty wordt. Een broedplaats als dekmantel voor een broeinest van verzet. Een bos dat een nachtelijk verhaal kan vertellen. Een eiland dat in het IJ een gespreksstarter wordt over de stijgende zeespiegel en het klimaat.

___ [Welke verandering en verbeelding van de stad heb jij beleefd tijdens Over het IJ? Vul aan, deel en tag @overhetij.nd] Laat de rode klapstoel staan in de stad. Laat Over het IJ blijven. De ruimte voor verbeelding is het begin van hoe we samen de crisis in de wereld aan kunnen gaan. Verbeelding is het begin van de hoop dat verandering mogelijk is.

Foto: Derk Stenvers