Zelden zal een jury van een cabaret/kleinkunstfestival het zo makkelijk hebben gehad als op de finaleavond van het vijfendertigste Amsterdams Kleinkunst Festival. Valentina Tóth verpulverde haar medefinalisten. Wat een muzikaliteit, wat een podiumkracht, wat een lef. Wat een talent! (meer…)
Lonneke Dort heeft maandagavond de AKF Sonneveldprijs (voorheen de Wim Sonneveldprijs) gewonnen op de dertigste editie van het Amsterdams Kleinkunst Festival. Daniëlle Schel werd tweede en mocht ook de Publieksprijs in ontvangst nemen. Kleinkunstduo De Lachende Derde – de naam zegt het al – eindigde op de derde plaats.
De jury prees Dort om haar sterke teksten en intrigerende persoonlijkheid. ‘Er gaat een heerlijk soort gevaar van haar uit’, constateerde de jury. ‘Daardoor blijf je naar haar kijken en luisteren, altijd een beetje op je hoede.’
Dort, opgeleid aan de Koningstheateracademie in Den Bosch, speelde een droogkomisch liedjesprogramma dat in de verte deed denken aan het werk van Katinka Polderman, ooit afgestudeerd aan dezelfde opleiding. Dort heeft echter een geheel eigen stijl. Haar grove, behoorlijk cynische teksten zijn de ene keer grappig – zoals in een aanklacht tegen extraverte mensen – en de andere keer indringend – zoals in een lied over vluchtelingen.
De andere twee finalisten – Daniëlle Schel en Sophie de Hart (samen met gitarist Wouter van Dijk De Lachende Derde) – moesten het vooral van hun bravoure en hun spel- en zangtalent hebben. Daniëlle Schel wist het publiek voor zich te winnen met een energieke en muzikale voorstelling, waarin vooral een tragikomische scène over een eenzame vrouw die zich bij een Duitse praatpaal beklaagt over haar slechte huwelijk goed is uitgewerkt. ‘Een programma vol originele en ook eigentijdse thema’s en vondsten’, aldus de jury.
Ook Sophie de Hart van De Lachende Derde speelde een eenzame vrouw, een twintiger dit keer die op Tinder op zoek is naar de perfecte man. Hoewel De Hart ‘een gek wijf met een fijne stem’ is en Wouter van Dijk een ‘virtuoos gitarist’, is de jury wel kritisch over het gebrek aan contact met het publiek en het materiaal. Dat was bijvoorbeeld pijnlijk zichtbaar in de poging om in de laatste tien minuten grote maatschappelijke problemen te benoemen. In één adem kwamen oorlog, honger en milieuproblematiek aan de orde, wat erg plichtmatig aanvoelde en amper overtuigde.
Ook de jury was kritisch over het ontbreken van een overtuigend maatschappelijk engagement, niet alleen bij De Lachende Derde maar ook bij de andere finalisten. ‘Vragen jonge theatermakers zich niet af of ze wel relevant zijn en interessant als ze hun bankzitten, het smachten naar een vriendje of vriendinnetje en het swipen over hun schermpjes tot hoofdthema’s van hun programma maken?’, zo vroeg de jury zich af. Deze vraag drong zich inderdaad op na het zien van deze festivalfinale, want hoe energiek de presentaties ook waren, de noodzaak om op het podium een verhaal te vertellen was lang niet altijd voelbaar.
Foto: Jaap Reedijk