Op het vrij toegankelijke Parkpodium op het festivalhart van Theaterfestival Boulevard in Den Bosch, spelen op de eerste dag voornamelijk dansvoorstellingen van jonge makers. Het eclectische programma toont de eigenzinnigheid van deze nieuwe generatie choreografen.
(meer…)
Een breakdancer tolt op zijn hoofd terwijl twee poppen toekijken, de een leunend tegen de muur, de ander ontspannen op een oude tuinstoel. Verderop: twee ouden van dagen die de tijd verduren, richting zoeken, neervallen en omhoog komen. Wie nog verder loopt ziet een van de weg geraakte auto, rokend aan de waterkant. Een uit de wagen geslingerde persoon ligt gekreukeld verderop.
Het Zeecontainerprogramma van Over het IJ Festival is uit de stalen verpakking gehaald (‘unboxed’), waardoor de korte voorstellingen van nieuwe makers nu veelal in de publieke ruimte plaatsvinden. Dat betekent dat het voorbijrijdend (en -varend) verkeer automatisch onderdeel van de voorstelling wordt. Of dat iemand in een verstild tafereel op het plein verderop het volume van zijn boxen eens flink omhoog draait.
Dat laatste gebeurde vrijdagmiddag bij I was born at 7:00 a.m., een beeldende scène van Noah Janssen, gespeeld door hemzelf en An Hackselmans. Twee figuren gaan fluitend in gevecht met de tijd, ze wijzen, volgen en denken na. Ze bewegen maar komen niet vooruit. Hun grijze baard of pluizige wenkbrauwen verraden een lange weg achter zich. Het zijn Sisyphussen op een oude scheepswerf, vast tussen touwen, tegels en katrollen.
De korte voorstelling speelt met tijd en leeftijd, halverwege vindt een abstracte hergeboorte plaats, als een van hen een dik touw om de ander draait, als een cocon. Met dat verschil dat je er niet als vlinder uitkomt, maar als de rups die je altijd al was. De voorstelling, die eigenlijk in relatieve stilte moest plaatsvinden – hooguit meedeint op het ritme van werfgeluiden op de achtergrond – werd door de harde muziek van een omstander verderop onbedoeld van een zeer bepalend geluidsdecor voorzien: een banale ingreep die de scène eigenlijk nog krachtiger maakte, omdat het een alledaagse tegenkleur bood aan de vooral poëtische en associatieve dramaturgie.
Het vertrekpunt van Roadkill van regisseur Marieke Reijnen en performer Luka Krijbolder is een stuk concreter. Aan de rand van een zijkanaal van het IJ ligt een van de weg geraakte auto, hij rookt nog na. Een paar meter verderop ontwaren we een figuur. In je hoofd is er meteen een verhaal: we kijken naar de minuten na een auto-ongeluk. Wat is er gebeurd? En, met het oog op het water erachter, was deze figuur de enige inzittende?
Vanuit die concreetheid zoeken de makers de abstractie op. Roadkill is een woordloze bewegingssequentie waarin de performer krioelt door de takken, over en in de auto kruipt, een mogelijke medepassagier vindt. Wie is deze figuur? Is ze haar eigen ongeluk aan het ensceneren? Probeert ze via een stille choreografie haar eigen noodlot af te wenden? Roadkill begint in helderheid en roept vervolgens steeds meer vragen op, totdat elke zekerheid op losse schroeven staat en de performer opgaat in de omgeving van de werf, en daarmee zelfs suggereert dat ze er überhaupt nooit geweest is.
Opvallend lichtvoetig in dit drietal aan voorstellingen is ondertussen het fijn aanstekelijke – en toepasselijk getitelde – Summer in the City van danser en poppentheatermaker Oliver Wagstaff: een ode aan het leven op straat. Zelf komt Wagstaff, helemaal hipsterstyle, aanrijden op een wielrenfiets. Samen met twee al even sympathieke vrienden (stoffen poppen) én de toeschouwers die zich vaak in een halve kring om hem heen verzamelen, bouwt hij spelenderwijs een vrolijk feest. Spelen, hangen tegen een muur, chillen op een stoel, op een gebouwtje klimmen, samen dansen, elkaar uitdagen – dit zijn de liefdevolle en herkenbare bouwstenen van Summer in the City. Over de speakers klinkt een soundscape (Sean Bogaers) met daarin een grote rol voor levendige, rommelige stadsgeluiden.
Terwijl Wagstaff in toenemende mate imponeert met breakdancemoves op de betonnen parkeerplaats, verleidt hij andere toeschouwers de poppen over te gooien of er ook mee te dansen. Gezamenlijkheid is een van de belangrijkste voorwaarden voor deze speelse ode aan zomers op straat.
Alle performances in deze Unboxed Tour #2 lijken zich op hun eigen manier te verhouden tot tijd. Bij I was born at 7:00 a.m. proberen de personages tevergeefs de ouderdom te beteugelen, in Roadkill lijkt een fataal moment in de tijd soms te worden teruggedraaid. Summer in the City slaat een brug tussen het volwassen leven en jeugdige zomerdagen, waarin tijd overvloedig was en daardoor alles nog leek te kunnen, en neemt het publiek, al is het maar voor vijftien minuten, mee die brug over.
Foto: Moon Saris