Theatergroep Max en de Toneelmakerij vinden het half miljoen subsidie waarvoor zij bij het ministerie van OCW kunnen opteren, te weinig. De jeugdtheatergezelschappen protesteren door meer dan het door OCW gereserveerde half miljoen aan te vragen. Zo diende Max een aanvraag in voor 860.000 euro en de Toneelmakerij voor één miljoen.

Volgens Moniek Merkx, artistiek leider van Theatergroep Max, moeten de gezelschappen nu ‘brutaal zijn’. De overheid behoort meer geld over te hebben voor het jeugdtheater. Vier jaar geleden werd Max nog gestimuleerd om grotezaalvoorstellingen te maken; nu wordt het gezelschap met veertig procent gekort. Dit is niet te rijmen, vindt Merkx. Ook bedient Max in de regio Rotterdam / Zuid-Holland een groter aantal kinderen en jongeren dan een jeugdtheatergezelschap in bijvoorbeeld Groningen. Toch wordt het gedwongen een aanvraag in te dienen voor hetzelfde bedrag. Merkx pleit echter niet voor een herverdeling van het overheidsbudget voor jeugdtheater. Zij hoopt dat uit andere bronnen binnen de overheid nog geld vrij komt, dat dan wordt besteed aan jeugdtheater.

Verder strookt het overheidsbeleid niet met de plannen van de gemeente Rotterdam. Theatergroep Max gaat namelijk samensmelten met jeugddans De Meekers en jeugdtheatergezelschap Siberia. Rotterdam is bereid te investeren in dit initiatief en heeft het zelfs gestimuleerd, maar het Rijk heeft voor deze alliantie dus slechts een half miljoen over. Ook wijst Merkx erop dat het ‘volwassenentheater’ voor 1,5 to 2,5 miljoen subsidie kan aanvragen. Een tot twee miljoen euro meer dan het jeudgtheater. ‘Terwijl wij ook werken met professionele acteurs en dezelfde verantwoordelijkheden en cao’s hebben.’

De Toneelmakerij ontstond in 2009 uit een fusie van Huis aan de Amstel en theatergroep Wederzijds. Op aansporing van de overheid nota bene, om een groot gezelschap voor jeugd en jongeren te worden dat ook de grote zaal bespeelt. De Toneelmakerij kreeg 1,6 miljoen op jaarbasis van OCW. Het gaat er, in de nieuwe kunstenplanperiode, dus ruim een miljoen op achteruit. Volgens zakelijk directeur Erica van Eeghen gaat de korting te ver: ‘Dit is geen bezuiniging meer; dit is kapot maken’. De miljoen die is aangevraagd, noemt Van Eeghen dan ook ‘een bescheiden bedrag’.

Het gaat de Toneelmakerij voor de wind: voorstellingen worden artistiek goed ontvangen en het publieksbereik is groot. Ook daarom is Van Eeghen stomverbaasd over de hoogte van de bezuiniging. Bovendien is het advies van de Raad voor Cultuur niet opgevolgd. De Raad pleitte voor een half miljoen euro voor jeugdtheatergezelschappen, met daarbij nog vijf ton als differentiatie voor grotezaalproducties. De Toneelmakerij startte een juridische procedure tegen de bezuiniging, maar Van Eeghen hoopt dat het alsnog bestuurlijk wordt opgelost. Het budget voor jeugdtheater moet simpelweg omhoog.