Het jaarlijkse ITS Festival, waarop het publiek kan kennismaken met een nieuwe lichting afstuderende theatermakers, is alweer over de helft. Moos van den Broek en Marijn Lems doen verslag van wat ze hebben gezien en meegemaakt. Het programma van zondag zette de zintuigen op scherp. Verstilling en contemplatie voerden de boventoon.
Beeld- en muziekeffecten
De zintuiglijke wereld van Het Parfum (Patrick Süskind) vertalen naar theater; ga er maar eens aanstaan. Regisseur Tabita Friis Kristensen durfde het aan. Ze kiest voor het perspectief van een verteller, die tevens het eerste slachtoffer is van de reukloze seriemoordenaar Jean-Baptiste Grenouille. Het hoofdpersonage zelf voert Friis Kristensen op als een grotendeels zwijgende man waar maar weinig hoogte van te krijgen is. Zijn ingetogen spel zet ze lijnrecht tegenover grotesken, vaak energiek gespeeld door Pepijn Korfage.
Bepalend in de bewerking zijn de muziekcomposities. Ze zetten direct ritmisch en effectief de toon van de voorstelling. Grote slagen op objecten creëren een sfeer van dreiging, getokkel op wasborden en ijzer zetten het levendige straatbeeld neer van het achttiende-eeuwse Parijs. Daarmee kent Het Parfum een dynamisch begin. Scenograaf Nina Kay – eveneens verantwoordelijk voor de kostuums – creëert een ruimte met verschillende lagen en een bewegend spel van doeken. Uiteindelijk komt zelfs het grid naar beneden (lichtontwerp Jasper Nijholt) om weer een nieuwe laag toe te voegen aan het labyrint. Daarmee drijft deze bewerking van Het Parfum, vooral op het effect van beeld en muziek.
Aandoenlijke prepubertaferelen
Ontluikende seksualiteit staat centraal in Mijn leven onder water een werk van Luca Meisters dat werd gecreëerd onder de vlag van het Limburgse jeugdgezelschap Het Laagland. Vaak wordt de pubertijd gezien als de meest heftige periode in een leven. Maar Meisters belicht juist de periode ervoor en toont de kwetsbaarheid van die levensfase. Op het toneel staat een badhokje waar vijf meisjes in zijn verstopt. We zien hun onderbenen en voeten bewegen terwijl een poëtische tekst refereert aan titel en setting; het zwembad.
Eenmaal ‘out of de box’ zijn we getuigen van het onderlinge spel tussen vijf meisjes, steeds raakt een van hen geïsoleerd om daarna weer door de groep te worden opgenomen. Het zijn herkenbare en aandoenlijke taferelen. Sentimentele songs – waaronder ‘Mrs Robinson’ van Simon & Garfunkel – uit de jaren zestig, halen de emotionele onderlaag naar boven. Groepsportretten en intieme solo’s wisselen elkaar af en Meisters speelt bewust met de fragiliteit van de lichamen. Even zakt de voorstelling in om daarna weer helemaal ‘boven water’ te komen. Meisters toont ons hoe broos deze levensfase is, het is letterlijk ‘zwemmen’! Hoopvol en met een flinke dosis poëzie krijgen we ten slotte nog een wijze levensles over zelfvertrouwen mee.
Gepassioneerde aanklacht tegen onze tijdsgeest
Als iemand opvalt op het ITS festival dit jaar dan is het multitalent Timo Tembuyser wel. In Breathing Piece van Maarten Heijnens en Anthony van Gog zagen we hem al als ‘dirigent’. Samen met Naomi Steijger creëerde hij BLOK | Een Requiem in Mineur. Misaa Homo Sacer Op. 35 Confiteor Deo is een werk van eigen hand waarin hij zingt en acteert. De voorstelling bestaat uit een aantal lezingen; vier dynamische zelfgeschreven, poëtische teksten. Samen vormen ze een pleidooi voor inkeer en verbinding. Ze worden onderbroken door de religieus getinte gezangen (Kiri Eleison) van een koor van vijf vrouwen en het cellogeluid van Job Greuter.
Tembuyser plaats het koor en de cellist strategisch in de ruimte, ze vormen een gemeenschap. Niet alle stemmen zijn even sterk, maar het doet er niet zo toe. Wat telt is de gezamenlijke inspanning. Soms zet Tembuyser zich demonstratief hard hijgend af tegen de zingende gemeenschap, het lichaam is ook een bron. Naarmate de voorstelling vordert, worden de teksten van de lezingen concreter, zo beschrijft deel drie een aanrijding. Met een paar uithalen van de cello wordt de fysieke grilligheid ervan toegelicht. Maar begrijp me niet verkeerd, nergens wordt Missa Homo Sacer illustratief en dat is razendknap. Muziek en performance versmelten in deze gepassioneerde en onontkoombare aanklacht tegen onze tijdsgeest.
Louterende mimografie
Bijna even onvermijdelijk – maar aanmerkelijk ingetogener – was het statement van Anthony van Gog (ook van de performance opleiding Maastricht) in Lypemania waarin vier performers in een surrealistische performance het publiek op de proef stelden. Lypemania is een abstracte mimografie waarin lichaam en ruimte een sober – en voor sommigen misschien ook somber – landschap vormen. Wie zich overgaf aan de uitgekiende minimale handelingen van de vier performers kwam er gelouterd uit. Uitblinker Luka Kluskens beheerste het lichaam volledig, haar repetitieve, subtiele fluitje echode nog lang na.
Foto: Mijn leven onder water van Luca Meisters