Van 21 tot 25 juni vindt in Amsterdam het vernieuwde Internationaal Theaterschool Festival (ITS) plaats. Marijn Lems dompelt zich voor Theaterkrant iedere dag onder in het festivalgebeuren.

Vanwege andere verplichtingen kon ik op een van de drukste dagen van het ITS maar twee voorstellingen bezoeken. Beide voorstellingen staan op hun eigen manier in het teken van de cinema, en dan met name klassiekers uit het Hollywood van de tweede helft van de twintigste eeuw; qua uitvoering verschillen de producties echter als dag en nacht van elkaar.

Hollywoodsysteem
In Bassin van Luca Tichelman (Performance Maastricht) staat het levensverhaal van Frances Farmer centraal. Farmer werd op jonge leeftijd door Hollywood ontdekt maar schikte zich niet naar de wensen van de grote studio’s. Na steeds meer incidenten op de filmset en aanvaringen met de politie werd ze opgenomen in verschillende psychiatrische instellingen. Het is een tragische geschiedenis die vragen oproept over beroemdheid en vrouwelijke autonomie, en over hoe het systeem met mensen omgaat die afwijken van de norm.

Tichelman (die samen op scène staat met Adina Macpherson, die vorig jaar aan de Toneelacademie afstudeerde) zet in op een fragmentarische, associatieve stijl, die deels uit gesproken tekst bestaat en deels uit bewegingstheater. De performers vertellen in het Engels over Farmers ongezonde relatie met haar moeder en haar worstelingen met haar geloofsovertuiging en met het Hollywoodsysteem. Het is rijk materiaal dat niet helemaal tot zijn recht komt: niet alleen zit de Engelse tekst vol afleidende taalfouten, ook geeft Tichelman haar publiek wat te weinig aanknopingspunten om in de tragiek van Farmer mee te gaan.

Durf en fantasie
Misschien is het ook eenvoudigweg een kwestie van te weinig tijd: na een luttele vijfendertig minuten is de voorstelling alweer voorbij. Desalniettemin zie ik duizend keer liever een dergelijk gemankeerd experiment met origineel uitgangspunt dan een goed gemaakt doch traditioneel teksttheaterstuk. Aan durf en fantasie ontbreekt het Tichelman in elk geval niet.

Ambivalente seksualiteit
Ik had The Dreamers van Bernardo Bertolucci nog nooit gezien, voornamelijk omdat de film door de pers werd neergesabeld als zelfingenomen broddelwerkje van een nostalgische regisseur. Vanwege de uitstekende bewerking van Charli Chung (Regie Maastricht) keek ik de film alsnog, en wat bleek: Chung heeft met zijn toneelversie nog meer wonderen verricht dan ik dacht. De film is namelijk een walgelijk seksistisch en eendimensionaal drama, dat van begin tot eind voorspelbaar is in zijn vermoeiende sentiment en heteronormatief moralisme.

Het lijkt erop dat Chung zich net zo goed door de roman als door de film heeft laten inspireren. Net als in het boek van Gilbert Adair zet Chung de ambivalente seksualiteit van hoofdpersonage Matthew vanaf het begin centraal, en in zijn voorstelling is de driehoeksverhouding tussen hem, Theo en Isabelle dan ook veel spannender en gelijkwaardiger dan in de film. Zo vermijdt Chung de oersaaie haantjesconflicten die in de film tussen Matthew en de jaloerse Theo ontstaan. Bovendien kan Isabelle in de voorstelling veel meer worden dan het seksistische cliché dat Bertolucci van haar maakt: een gelijkwaardig mens in plaats van een uitdagende doch labiele nimf.

Pleidooi voor vrije liefde
Maar genoeg over de film, want The Dreamers van Charli Chung kan perfect op eigen benen staan. De bewerking (op basis van een prachtige literaire tekst van Bart van den Donker – ik vermoed dat hij veel van de formuleringen uit de roman heeft gehaald) verdringt de politieke dimensie van de studentenprotesten van 1968 naar de achtergrond en zet de ontwapenende amoureuze ontdekkingsreis van de hoofdpersonages centraal. De chemie tussen de geweldige acteurs (Marius Mensink, Abe Dijkman en Marieke Giebels) is overtuigend en Chung kiest voor een weldadige sfeer van vriendschap en welwillendheid, waarin alle conflicten door een kwetsbare opstelling kunnen worden opgelost.

Chung is qua stijl wel behoorlijk schatplichtig aan de recente trilogie van zijn coach Marcus Azzini – in (in) Koud water, They Are Just Kids en On the Road worden in qua speelstijl zeer vergelijkbare ensceneringen gelijksoortige vragen over seksualiteit en intimiteit gesteld. Chung heeft echter zo’n sterke grip op zijn materiaal, en weet zijn acteurs daarmee tot zulke grote hoogtes te stuwen, dat zijn voorstelling zich met gemak kan meten met het beste deel van dat drieluik (They Are Just Kids dus).

Het is altijd intrigerend hoe twee makers zulke verschillende lezingen aan hetzelfde bronmateriaal kunnen geven. Chung bewijst The Dreamers een enorme dienst door het te bevrijden van de verstikkende patriarchale stempel van Bertolucci, en levert zo een in alle opzichten opwindend pleidooi voor waarachtig vrije liefde af.

Foto: Campagnebeeld The Dreamers