Sinds 15 december zijn alle theaters in verband met de coronamaatregelen opnieuw gesloten voor publiek. Repeteren mag nog wel, maar in plaats van te gaan try-outen en in première te gaan, gaat een voorstelling nu vanuit de repetitieruimte rechtstreeks ‘de ijskast’ in. Regisseur Celil Toksöz: ‘Theatermaken is geen wijn maken. Als je wacht krijg je niet automatisch meer verdieping.’ (meer…)
Sinds 15 december zijn de theaters in verband met de coronamaatregelen opnieuw gesloten voor publiek. Repeteren mag nog wel, maar in plaats van te gaan try-outen en in première te gaan, gaat een voorstelling nu vanuit de repetitieruimte rechtstreeks ‘de ijskast’ in. Lisa Ostermann: ‘Soms voelt het meer zoals toen ik klein was en musicals schreef voor mijn barbies.’
Het had een droomjaar moeten zijn voor Lisa Ostermann. In februari 2020 was ze nog de ‘grote winnaar’ van het Leids Cabaretfestival, zo schreef Patrick van den Hanenberg over de finale. In december 2020 riep de Volkskrant haar uit tot comedytalent van het jaar 2021. ‘Dat was zo onwerkelijk. Toen zat ik echt al drie maanden een beetje grapjes te bedenken in mijn pyjama.’
In 2020 had de cabaretière nog een paar optredens in de cabaretstafette om haar voorstelling mee warm te houden, maar de finalistentour, waar ze zo’n vijftig voorstellingen mee zou spelen, werd verplaatst naar 2021. ‘Iederéén staat natuurlijk stil, dus ik zie het nut er niet van in om te balen van dat ik zelf specifiek stil sta. Maar heel lang dacht ik dat ik pessimistisch genoeg was als ik me voorhield dat de lockdown tot maart 2021 zou voortduren. Toen maart ook voorbij ging… Dat was wel een moment dat ik heel even moest toegeven dat dat wel – bij gebrek aan een beter woord – behoorlijk kut was.’
In de tussentijd blijft ze hard doorwerken aan haar voorstelling. ‘Ik heb een soort kantoorritme tegenwoordig. Elke dag sta ik op tijd op en dan schrijf ik een paar uur. Dat werkt eigenlijk wel goed. Ik leun daarbij echt op het samenwonen met een thuiswerker, want mijn vriend heeft dat ritme ook. Daar probeer ik op mee te liften.’ Elke dag werkt ze de ingevingen uit die ze opgeslagen heeft in haar notities en spraakberichten.
Verder kijkt Ostermann veel stand-upcomedy, een genre dat ze relatief laat heeft ontdekt. ‘De toneelschool bereidde me voor op een heel ander werkveld. Later kwam ik erachter dat ik comedy het vetst vind om te maken. Dat veld moest ik nog helemaal verkennen. Het vroege werk van Theo Maassen had ik bijvoorbeeld nog helemaal niet gezien, dat was wel de grootste ontdekking. En een aantal Amerikaanse vrouwen, die verrasten mij ook heel erg.’
Ze krijgt ook drumles, voor als ze straks weer mag. ‘Comedy kan wat mij betreft best met af en toe een lied. Niet de hele tijd, maar met mate. Ik onderzoek nu of ik echt vette popmuziek kan maken, maar met een goede luistertekst.’ Zo probeert ze zoveel mogelijk te halen uit haar tijd in de lockdown. ‘Maar het is wel saai. De feestelijkheid is er wel af.’
‘Wel interessant dat we pas na de lockdown gaan merken of het materiaal dat ik nu verzamel nou goed is of niet. Want tja, je try-out natuurlijk niet.’ In plaats daarvan organiseert ze avonden, waarop ze haar stukjes voorleest aan een klein groepje vrienden. ‘Steeds dezelfde, hoor. Dat durf ik niet voor veel mensen. Maar zo kom ik er wel achter of dingen werken of niet. Zodoende heb ik al een heleboel ook weer weggeflikkerd.’ Leuke avonden waren het. ‘Maar ook eng, man!’
In het nieuwe materiaal vermijdt Ostermann corona als onderwerp – veel origineels valt er niet meer over te zeggen. ‘Ik schrijf nu wel stukken over mensen die alles zeker weten versus mensen die niks zeker weten. Dat is echt naar aanleiding van deze periode.’
Inmiddels zit Ostermann al zo lang in haar eentje te werken, dat het voor haar nog moeilijk te geloven is dat het ooit echt in veel theaters te zien zal zijn. ‘Soms voelt het meer zoals toen ik klein was en musicals schreef voor mijn barbies. Die werden natuurlijk nooit uitgevoerd; barbies bewegen helemaal niet. Echt beetje treurig, zo voelt het soms, hahaha.’
‘Verder ben ik heel optimistisch, hoor! Ik denk dat ik ontzettend geluk heb gehad dat het Leids Cabaretfestival net vóór corona kwam. Aan het eind van de lange tunnel waar we in zitten, is voor mij onwijs veel licht. Ik hoop dat de uitgestelde finalistentournee nog door kan gaan. En dat ik met mijn eerste voorstelling kan gaan spelen, zoals het nu gepland staat. Die eerste voorstelling, daar kijk ik al zo lang naar uit. Het is goed om te weten dat die er echt aan zit te komen.’
Foto: Brigitte Tops