Na Oerol, kondigt ook Over het IJ een kleinere editie aan. Het festival gaat terug naar acht dagen en schrapt onder meer het kenmerkende Zeecontainerprogramma. Over het IJ ziet zich hiertoe genoodzaakt wegens stijgende kosten. In een nieuwe opzet wil het festival nog meer focussen op het ondersteunen van opkomende makers en nieuwe locatietheatermakers.
Misschien wel het meest creatief aan het Over het IJ Festival is het Zeecontainerprogramma. Dit jaar viert het festival in Amsterdam-Noord het vijfentwintigjarig jubileum en van begin af aan vormen de ultrakorte voorstellingen in de zeecontainers het artistieke hart of brein, zo u wilt. Aan tal van voorstellingen heb ik de mooiste herinneringen. En tal van makers begonnen hier, onder wie Schweigman&, FC Bergman, YoungGangsters, Likeminds, BOG en Alexendra Broeder. Bij wijze van hommage aan de makers van toen presenteren makers van nu voorstellingen geïnspireerd op hun inmiddels illustere voorgangers. Festivaldirecteur Simone Hogendijk noemde in haar welkomstwoord tijdens de opening het Zeecontainerprogramma ‘iconisch’. En dat is volkomen terecht.
De zeecontainers staan symbolisch voor de intrigerende combinatie van artistiek en industrieel. In dit geval kun je spreken van artistiek en industrieel erfgoed. Twee of drie houten bankjes aan de ene zijde en het spel aan de andere zijde, bovendien vaak gehuld in het stille duister: dat is een terugkerend thema in de zeecontainers. De stalen objecten prikkelen ook de verbeelding. Wat hebben ze allemaal vervoerd, over welke zeeën zijn ze gevaren voordat ze hier terecht zijn gekomen?
De essentie van de zeecontainers
Afrika is misschien ooit een van de bestemmingen geweest van de container waarin performer en actrice Sheralynn Adriaansz haar solo Naar Kisondela geeft, vernoemd naar een dorp in Tanzania. De toeschouwers zijn rondom haar geschaard op kleurrijke kussens, enkele takken geven sfeer. Ze zegt: ‘Ik ben Sherlaynn, ik ben Nederlands en Amsterdams. Maar in deze zeecontainer, in deze kleine ruimte. creëren we onze eigen waarheid. In mijn waarheid zijn we in Afrika, in Tanzania.’
Het is niet voor niets dat Adriaansz de performance uitbrengt onder de hoede van Likeminds, het gezelschap dat de dynamiek en de multiculturele samenleving van een grote stad hoog in het vaandel heeft staan. En volkomen terecht. Het is een essentieel gegeven uit onze hedendaagse maatschappij en het valt opeens op dat Adriaansz een van de weinige multiculturele voorstellingen geeft. Het gebruik van video in combinatie met de aloude traditie van het verhalen vertellen maakt Naar Kisondela tot een indrukwekkend, gaaf geheel, tot nu toe het mooiste. Ze drukt ook de essentie uit van de zeecontainers: in fysieke werkelijkheid bevindt de toeschouwer zich inderdaad in die container, maar met fantasie en verbeelding – met een ándere waarheid – reis je moeiteloos door tijd en ruimte.
Een minuscule astronaut
Het subtiele engagement dat schuilt in Naar Kisondela keert ook terug in de voorstelling Alles in één punt van Danielle De Nul, Sari Veroustraete en Lola Bogaert (regie) die zich scharen onder de hoede van FC Bergman. Door een ronde opening in het dak van de container stroomt zwarte aarde naar beneden, tot een fraaie berg. Een minuscule astronaut, als uit een kinderspel, laat zich zakken en gaat op onderzoek uit naar planeet aarde.
De begeleidende tekst in het Engels geeft aan dat de mens altijd in de ruimte op zoek is geweest naar de maan, sterren en planeten, maar dat de mens nooit terug heeft gekeken naar de aarde, altijd met de ‘focus on the moon’ maar nooit ‘looking back at ourself’. In nog geen tien minuten geeft de voorstelling een prachtig beeld van de kwetsbare planeet aarde, een thematiek die FC Bergman na aan het hart ligt. De inspiratiebron ligt bij het boek Kosmikomische verhalen van Italo Calvino. In deze beeldende voorstelling daalt een trap af uit de ruimte naar de aarde. Van wie is die trap? Kunnen we vanuit het universum onze eigen wereld nauwlettender gadeslaan? Het zijn ook de vragen die astronaut André Kuipers zich stelde bij zijn ruimtereis. Indringende, noodzakelijke vragen.
Intrigerend en op bepaalde manier beklemmend is de slechts vijf minuten durende performance Connotatie door Marinke Eigenraam en Geartsje van der Zee. De toeschouwer komt terecht in de fluweelzwarte zeecontainer en kijkt, door een stelsel van sterk vervormende lenzen, naar twee actrices die op spookachtige wijze hun gezicht belichten met zaklantaarns. Zo ongeveer zoals kinderen dat vroeger deden. Nu eens licht een oog op, dan hoogblond haar, een mond. Op deze manier leren we anders kijken naar de werkelijkheid, een theatrale inzet die Schweigman& ook in al haar weergaloze performances nastreeft.
Voodoo-achtige dans
Minder geslaagd is echter de voorstelling Voodoo Rouge, gemaakt door Anna Verkouteren Jansen onder vleugels van YoungGangsters. In een trage performance met nogal wazige, quasi-poëtische beelden volgen we een voodoo-achtige dans tussen een oudere vrouw en een jongere actrice. Het is geheel onduidelijk wat scènes beogen en waartoe het beeldende spel dient. We zien flarden van haar, een stukje hand, een oogopslag, maar daar blijft het bij. Dat is jammer want als de bezoeker de container heeft betreden is het eerste wat we zien: een wand met daarin een rood gordijn, dat langzaam openschuift. Dat is het ultieme beeld van toneel. Het had allemaal veel krachtiger gekund als dramatische zeggingskracht het had gewonnen van vage beeldtaal.
Foto Alles in één punt: Moon Saris