Zij is de ‘grande dame van het inclusieve en diverse theater’: zo prees de Amsterdamse wethouder Kunst en Cultuur Touria Meliani (GroenLinks) theatermaker Marjorie Boston gisterenavond bij de opening van het Rightaboutnow Festival in De Brakke Grond in Amsterdam. Voor haar jarenlange inzet voor theatermakers van kleur werd zij door loco-burgemeester Meliani benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Meliani gaf aan de uitreiking een persoonlijk cachet en noemde Boston een ‘visonaire theatermaker, een pionier’ zonder wie het culturele landschap er saai uitziet. Boston ‘wist de starre, witte theaterwereld open te breken,’ aldus de wethouder, die besloot met: ‘Marjorie, we kunnen niet zonder jou.’

Samen met haar partner Maarten van Hinte, een Nederlands-Surinaamse rapper en regisseur, richtte Boston in 1993 theatergroep Made in da Shade op, ‘urban theatre’ voor jongeren met een multiculturele achtergrond. In 2007 werd Boston directeur van MC Theater, nu is zij directeur van Rightaboutnow  Inc. dat dit jaar het tienjarig jubileum viert met een drie dagen durend festival gewijd aan urban theatre, muziek, dans, spoken word en expositie.

De kracht van rebellie
Het aanbod van de openingsavond weerspiegelt de veelzijdigheid van Boston als curator. De Koerdisch-Indonesische performer Melisa Diktaş, ze noemt zichzelf een ‘beweger’, geeft met de voorstelling dat wat ontembaar is een gedreven, geladen verbeelding van de vitaliteit van beweging, voortgestuwd door de hevige ritmiek van de trommel.

Eerder dit jaar won ze hiermee de Fringe at Best Awards tijdens het Amsterdam Fringe Festival. De jury prees dat wat ontembaar is als een ‘expressieve mix van woede, pijn, een gevoel van vrijheid en de kracht van rebellie, waarbij er een prachtige dynamiek is tussen stilte en energie’.

Die energie van Diktaş is merkbaar in elke beweging, of ze nu, zoals in het openingsbeeld, hoog aan touwen hangt of zich kruipend voortbeweegt, slaand op de trommel, alles wat ze uitstraalt is energie: ze trilt en tolt. Met de Koerdische bewegingstaal geeft ze vorm aan veerkracht en overlevingskracht. De bloemetjesjurken die het decor sieren zijn meer dan decoratie. Ze duiden op ‘gewone’ vrouwen die vechten voor hun bestaan.

Woede en verdriet toestaan
Een ode aan de Surinaamse literatuur is er ook, vertolkt door artist-in-residence Xillan, een in Paramaribo geboren muziekartiest die schrijft en zingt over het opgroeien in Suriname als zwarte queer jongen. De performance met de prachtige titel A Coming of Rage Ritual begint met Xillan die op een tafel ligt, toegedekt met een zwart laken; langzaam begint hij een monoloog over hoe hij zichzelf wil toestaan boos te zijn, verdrietig, in de rouw, woedend, allemaal emoties die met zijn  jeugd als zwarte jongen te maken hebben.

Hij richt zich tot de Surinaamse schrijver Edgar Cairo (1948-2000), van wie een intrigerend portret groot in het decor hangt. Xillan omarmt in Cairo een gelijkgestemde. Cairo komt kort aan het woord, als hij onderscheid maakt tussen mensen die de zweep van het kolonialisme wel en niet gevoeld hebben. Cairo is helaas een vergeten schrijver, met zijn ode maakt Xillan veel goed.

Terwijl we naar Cairo’s portret kijken, speelt Xillan piano en zo vallen tekst en muziek samen. Wat wel bevreemdend is, is dat het publiek wordt gevraagd luidop ‘boeler’ te roepen, het Surinaamse scheldwoord voor een homoseksuele man. Het waarom werd niet duidelijk: opstandigheid, bezwering? Naar mijn idee weinig eerbiedig; de  voorstelling is deel van een onderzoekstraject dat twee jaar duurt, misschien valt later de puzzel op zijn plaats.

De sensatie van ‘spirit and blade’
De derde opvoering is van de in Berlijn woonachtige Taiwanese theaterregisseur Ping-Hsiang Wang. Met behulp van digitale middelen geeft hij een lecture-performance met als aanleiding de release op 4 september 2012 van de popsong ‘Girl On Fire’ van Alicia Keys. Met behulp van Google-agenda, zijn Facebook-pagina en meer digitale bronnen gaat hij op onderzoek uit wat hij die bewuste 4 september deed.

Toevallig – of niet? – ontmoette hij in die tijd zijn vriend Travis, die ook toevallig op 4 september jarig is. Dan komt er een bericht op zijn Facebook-pagina binnen over militaire training en het doden van de vijand met de bajonet, onderwijl ‘kill kill’ uitroepend; hij heeft het over de sensatie van ‘spirit and blade’, van de geest in samenspel met het scherpsnijdende dolkmes.

Als later duidelijk wordt dat Wang lijdt aan een oogziekte en dat hij druppels moet nemen, wordt de titel van zijn performance duidelijk: Retina Maneuver, waarbij retina staat voor netvlies. Ook de Disney-animatie Mulan (1998), over de historische, heroïsche vrouw Hua Mulan die het Chinese keizerlijk leger leidt, krijgt een plek. Het is een verwondering wekkend geheel, deze performance als een digitale lezing, waarbij een vergrootglas wordt ingezet om toeschouwers deelgenoot te maken van een netvlies van zeer dichtbij.

Het Rightaboutnow Festival is rijkgeschakeerd en biedt vele invalshoeken, van het rauwe en confronterende engagement van Xillan tot de extreme dans van Diktaş. Wangs digitale performance is weer een ander verhaal, en minder bijzonder. Het zijn vooral de eerste twee uitvoeringen die aansluiten bij wat Boston zei, als dankwoord: er is de noodzaak theater te maken met als inzet ‘perform the legacy’.

Foto: Elzo Bonam