Een groot deel van de brieven, tekeningen en persoonlijke notities van cabaretier Wim Sonneveld (1917-1974) en zijn levenspartner Friso Wiegersma (1925-2006), tekstschrijver en kunstschilder, heeft langs de straat bij het vuilnis gelegen. Deze mededeling deed acteur en kleinkunstenaar Hans van der Woude tijdens de Boekensalon bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Van […]
Afgelopen zomer werd choreograaf Krisztina de Châtel vijfenzeventig jaar. Dit wordt onder meer gevierd met de tentoonstelling The Third Space, in aanloop naar de Nederlandse Dansdagen. Curator Stephen Shropshire en het festival werken daarvoor samen met Bureau Europa, platform voor architectuur in Maastricht. In verschillende ruimten zijn elementen uit gedenkwaardige voorstellingen als Lines, Föld, Paletta, Thron en Concave en de speciaal door De Châtel gecreëerde installatie The Third Space te zien.
In een collage van schijnbaar argeloos opgehangen zwart-wit foto’s in een klein gangetje ligt de geschiedenis van De Châtel besloten. Zo tekent zich een tijdspanne af die begint bij het destijds onontgonnen gebied van de moderne dans tot vandaag de dag, nu het dansveld een flinke reikwijdte en diversiteit aan benaderingen kent.
The Third Space is genoemd naar het gelijknamige concept van socioloog Edward W. Soja. Soja beschrijft het in een interview ‘als een manier van denken over en interpreteren van sociale geproduceerde ruimte’. De parallel met het werk van Krisztina de Châtel is interessant. De Châtel benadrukt de ruimte in haar choreografieën en de werking die ervan uit kan gaan. Choreografie wordt nog vaak bekeken als het aanbrengen van structuur, van een serie van ruimtelijke patronen of een lijnenspel. Door het gedachtegoed Soja aan te halen wordt het idee van ruimte en ruimtelijkheid opengebroken en blootgesteld aan een sociale dimensie. Een dimensie die veelvuldig is bewandeld in de voorstellingen en locatieprojecten van De Châtel. Ze werkte in de loop der jaren met allerlei groepen in de samenleving. Ze verhoudt zich in haar werk tot professionele dansers, maar ook tot vakmatige bewegers als brandweermannen, vuilnismannen en werkte ook met mensen met Parkinson of een psychiatrische aandoening.
Door de ruimtelijke constructies uit voorstellingen zonder de aanwezigheid en dynamiek van de dansers te tonen, lijkt de tentoonstelling allereerst een visuele aangelegenheid. Nu zijn die losstaande objecten al imposant, zoals de met buitenlicht overgoten aarden wal van Föld, die in de grote zaal ligt, of de enorme, uit metalen spijlen gevormde bol uit Concave. Maar op bordjes bij de werken staan ook aanwijzingen hoe je het werk in je op kunt nemen. Krisztina de Châtel vraagt je zo een voorstelling te maken van de ervaring van een bepaalde ruimte. Wat gebeurt er als je de vorm van een object incorporeert of ergens uit wilt breken? Of in een landschap opgaat? De toeschouwer kruipt in de huid van de choreograaf of danser, waardoor de visuele ervaring wordt overstegen en een meer belichaamde manier van ervaren wordt benadrukt.
De voor deze tentoonstelling door De Châtel gemaakte installatie, een trap die naar boven toe steeds smaller en steiler wordt, is daarvan het sterkste voorbeeld waarbij de bezoeker de eigen verbeelding moet verlaten maar ook daadwerkelijk wat moet doen. Welk effect dat op de beleving heeft is intrigerend, maar op de opening blijkt dat voor velen nog een brug te ver helaas. De meeste mensen blijven voor de trap staan als voor de Mona Lisa.
The Third Space roept voor kenners van het werk van de choreograaf beelden op van haar choreografie Paletta, waarin de dansers in transparante, metershoge kokers zijn opgesloten en zich bewegen in de beperkte ruimte daarvan, en van de ritualistische mars die de groep over de cirkelvormige wal van aarde maakt in Föld. Maar je hoeft haar werk niet te kennen om de tentoonstelling te bezoeken.
Als een van de belangrijkste representanten van de moderne dans in Nederland is de ruimte een bepalend element in de voorstellingen van Krisztina de Châtel. Ze werkte daarvoor in het verleden vaak samen met beeldend kunstenaars. Dat dit element nu wordt geïsoleerd in een tentoonstelling, maakt The Third Space een boeiende tentoonstelling. Niet voor niets noemt de Amerikaanse danswetenschapper Ann Cooper Albright als één van de belangrijke verworvenheden van moderne dans ’het bewustzijn van de dynamische elasticiteit van ruimte. Liever dan het podium als een statisch raamwerk te accepteren […] maakt moderne dans ruimte actief’ (Ann Cooper Albright 2007). The Third Space laat zien dat dit zeker geldt in het werk van Krisztina de Châtel.
Foto: Elsa Paternotte