De Zwitsere theatermaker en artistiek directeur van NTGent, Milo Rau, spreekt dit jaar de ‘Staat van het Theater’ uit en opent daarmee traditiegetrouw het Nederlands Theater Festival. Via zijn ‘Staat’ geven 100 theatermakers uit heel de wereld antwoord op die ene, brandende vraag: ‘Why Theatre?’.
Het Nederlands Theater Festival maakt vandaag bekend welke voorstellingen van het afgelopen seizoen een reprise verdienen op het festival. Naast de selecties van de Nederlandse Toneeljury en de Wijkjury Amsterdam, is er voor het eerst een keuze van een ‘Cabaret Commissie’. Die stelde een collectie samen met de meest in het oog springende cabaret- en kleinkunstvoorstellingen van het voorbije jaar.
De Nederlandse Toneeljury
‘Het eerste seizoen zonder corona-lockdowns bracht een ongelofelijk mooie oogst op aan voorstellingen, die de veelzijdigheid van het Nederlandse theateraanbod eens en te meer bevestigt’, schrijft De Nederlandse Toneeljury in haar rapport. Wat de leden vooral opviel was een verdere ontplooiing van meerstemmigheid. ‘Niet-westerse perspectieven en vertelvormen raken dichter verstrengeld met westerse vormen van toneel maken, zichtbaar onder andere in de groeiende aanwezigheid van meertaligheid op toneel.’ Ook zagen ze ‘het dieper en verder in elkaar overlopen van genres’.
Daarnaast valt er volgens de jury een accent te plaatsen op intergenerationele wortels. In meerdere voorstellingen uit de selectie komt dit thema expliciet aan bod. ‘Makers zoeken naar verbanden in de tijd en zijn, mogelijk ingeleid door onze prangende sociale- en klimaatvraagstukken op zoek naar kennis uit het verleden voor de grote vragen van de toekomst.’
De Nederlandse Toneeljury selecteerde uiteindelijk 11 voorstellingen als de meest indrukwekkende:
De Jaren van Het Nationale Theater / Eline Arbo
Uit het juryrapport: ‘In De jaren, een voorstelling naar het boek van Annie Ernaux voltrekt zich in handen van Eline Arbo niets minder dan theatrale magie. Vijf actrices tekenden voor de hoofdrol in deze biografie van een westerse vrouw. Alle vijf, Nettie Blanken, Tamar van den Dop, Mariana Aparicio, Hannah Hoekstra en June Yanez, vertolken ze een andere levensfase en figureren ze in elkaars levensfases. Seksueel ontwaken, eerste stappen op de arbeidsmarkt, het moederschap, het persoonlijke is politiek in deze feestelijke taal- en acteerexplosie.’
Jihad van liefde van Meervaart & Senf i.s.m. Amsterdams Andalusisch orkest en George & Eran Producties
Uit het juryrapport: ‘In Jihad van liefde, een kraakheldere bewerking van Sara Ringoet van het autobiografische boek van Mohamed El Bachiri, speelt Mohammed Azaay een vader van drie kinderen, die zijn grote liefde verloor in de aanslag in de Brusselse metro in 2016. Azaay speelt warmbloedig en brengt minutieus over het voetlicht welke krachten er op deze man inwerken.’
The Story of Travis van Theater Rotterdam / Well Made Productions / Alida Dors, Romana Vrede
Uit het juryrapport: ‘The story of Travis is een feest van een voorstelling. Een geweldige tour de force is het waarin familiegeschiedenis gethematiseerd wordt en inzichtelijk wordt gemaakt hoe de ‘hopes and dreams’ van voorgaande generaties doorwerken in het nu. Welke kracht er vrij kan komen wanneer je je vrij en toch gedragen weet.’
Vogels van ITA Ensemble / Alize Zandwijk
Uit het juryrapport: ‘In het magistrale Vogels van Alize Zandwijk staan twee jonge geliefden centraal, die met hun liefde ingaan tegen de wil van hun ouders: een van hen is Arabisch, de ander Joods. In de finale van de voorstelling wordt getoond hoe de verschillen, die mensen zelf hebben aangebracht tussen Jood en Arabier, onmogelijk en onhoudbaar zijn.’
Yara’s Wedding van NITE / Schauspiel Hannover / Asko Schönberg Ensemble / Slagwerk Den Haag / Guy Weizman, Roni Haver
Uit het juryrapport: ‘Een exuberant, overlopend internationaal spektakel van zang, dans en teksttoneel, Yara’s Wedding doet overal een schepje bovenop en creëert een onweerstaanbare muzikale en hypnotiserende wereld waarin vijf vrienden opgroeien post 9/11 en elkaar vinden en verliezen in de grote vragen van hun tijd.’
Analoog van De Hoe / Willem de Wolf / Louis Janssens
Uit het juryrapport: ‘Dit kleinood raakte de jury diep. In Analoog dansen docent en gelauwerd toneelspeler en -schrijver Willem de Wolf en student en aanstormend theatermaker Louis Janssens een beeldschoon taalduet. Het is de transparante manier van spelen, die maakt dat je het duo in hun zoektocht naar zichzelf en elkaar heel dicht kan naderen.’
D̶A̶R̶K̶MATTER van Frascati Producties / Cherish Menzo / GRIP i.s.m. De Coproducers
Uit het juryrapport: ‘D̶A̶R̶K̶MATTER is van een zeldzame schurende schoonheid. Niet vaak dit seizoen werd de jury dusdanig van de stoelen geblazen door de pure kracht en noodzaak van een voorstelling. D̶A̶R̶K̶MATTER is een krachtig emancipatoir statement. De jury prijst de onontkoombare kracht en onverbiddelijkheid van deze voorstelling.’
De Dappere Soldaat van Toneelschuur Producties / Steef de Jong
Uit het juryrapport: ‘Steef de Jong bouwt met De Dappere Soldaat verder aan zijn volstrekt eigen theateruniversum van bordkarton. De Dappere Soldaat is een operette uit 1908 van Oscar Strauss door de makers naar het nu gehaald. Hoewel de personages verwoede pogingen doen om via de fantasie de oorlog te ontvluchten, dringt deze zich gedurende de voorstelling steeds weer op.’
Ik zeg toch sorry van Raymi Sambo Maakt & Theatergroep Aluin
Uit het juryrapport: ‘Ik zeg toch sorry is listige satire en hilarische cringe komedie ineen. Onderwerp: de afschaffing van de slavernij. Raymi Sambo Maakt en Theatergroep Aluin sloegen de handen ineen en maakten een razend knappe voorstelling, waarin het zwarte, het witte én het bi-culturele perspectief tegelijk op de vloer aanwezig zijn.’
Zeemaal van Sien Vanmaele & Laika
Uit het juryrapport: ‘Sien Vanmaele en Laika maakten met Zeemaal, een persoonlijke voorstelling én dinnershow ineen. Ze combineert poëzie met wetenschap, fantasie met feit, sentiment met het ontnuchterende. Hoe moeten we ons verhouden tot de veranderingen in ons klimaat? Sien Vanmaele doet met Zeemaal een weergaloze voorzet in een poging tot antwoorden hierop.’
The Underground van NITE (NNT, Club Guy & Roni, Asko|Schönberg, Slagwerk Den Haag)
Uit het juryrapport: ‘In het bijzondere en uitbundige locatie-spektakel The Underground brengt Guy Weizman met optimaal gebruik van de weidsheid van de omgeving wederom op zijn onnavolgbare wijze verschillende genres en stijlen samen, waaronder circus en crumping. Met de stampende soundtrack en zinderende liedteksten blaast The Underground je van je stoel.’
De Nederlandse Toneeljury bestaat dit seizoen uit Abdelkader Benali (presentator, programmamaker), Marjorie Boston (programmeur De Schuur en directeur RIGHTABOUTNOW INC.), Tommie van Eck (directeur De Purmaryn), Rehana Ganga (programmamaker Het Nationale Theater), Bram Jacobs (programmeur Parktheater Eindhoven), Patricia Lim (kostuumontwerper), Marijke Schaap (stafdocent Master Creative Producing (AHK)), Han van Wieringen (schrijver, vertaler, criticus) en Dianne Zuidema (directeur Schouwburg Amstelveen).
De Wijkjury Amsterdam
De Wijkjury koos net als de Nederlandse Toneeljury voor The Story of Travis van Theater Rotterdam en Well Made Productions. De jury van ‘frisse, ongeoefende ogen’ schrijft dat de voorstelling ‘zware onderwerpen belicht met diepgewortelde emoties, zonder dat je met een negative state of mind de zaal verlaat. Niet alles in de voorstelling wordt voor je uitgespeld, waardoor het boordevol vragen oproept, die je na afloop nog lang laat nadenken.’
De Cabaret Collectie
De nieuwe Cabaret Commissie selecteerde de meest in het oog springende cabaret- en kleinkunstvoorstellingen van het afgelopen seizoen. Hiermee wil het festival ‘de aandacht vestigen op cabaret als theaterdiscipline en de ontwikkeling laten zien van het cabaret op dit moment’.
In deze commissie zitten dit seizoen theaterjournalist Sander Janssens (NRC en Theaterkrant / De Volkskrant v.a. 1 juni), Cyanne Toebes Moe-Tjon (Theaters Diligentia, PePijn, Vondelpark Openluchttheater), Floor Nicolas (De Kleine Komedie) en Dick Zijp (Universiteit Utrecht, KU Leuven, De Groene Amsterdammer). Ze worden begeleid door Jörgen Tjon a Fong, directeur van De Kleine Komedie.
Ze kozen voor 7 voorstellingen:
Saman Amini´s integratieplan van Saman Amini / Black Sheep Can Fly
Uit het juryrapport: ‘Amini is een rasartiest: hij kan spelen, zingen, improviseren, hij verknoopt het persoonlijke met het geëngageerde en de lach met de pijn. Hij kan publiek verleiden en bedonderen, en hij wordt kwetsbaar maar vraagt die kwetsbaarheid ook terug van zijn toeschouwer. Wie zich daarvoor openstelt is getuige, ja, zelfs medeplichtig, aan een overdonderende voorstelling.’
Waarom ben jij zo? van Jawad Es Soufi
Uit het juryrapport: ‘Es Soufi, beter bekend van zijn alter ego Sloegie, is sympathiek, aanstekelijk en zelfverzekerd. Hij schakelt soepel tussen verschillende Hollandse en Marokkaanse typetjes en accenten. Hij neemt herkenbare stereotypen uit verschillende culturen op de hak, maar doet daarbij weinig concessies aan een wit schouwburgpubliek. Dat maakt hem verfrissend.’
N00B speelt N00B van N00B
Uit het juryrapport: ‘Dit zijn performers die razendsnel kunnen schakelen, die schaamteloos hun hele fysiek, mimiek en stemgebruik inzetten. Ze blazen omver, maar durven ook kwetsbaar te worden. Zo bouwen ze aan een absurdistisch universum dat bevolkt wordt door uiteenlopende varianten van de ploeterende mens.’
Team Solo van Merijn Scholten
Uit het juryrapport: ‘In Team Solo brengt hij verschillende types uit zijn Instagram-comedy op het toneel, maar gebruikt hij het podium ook voor een intelligente reflectie op de beperkingen van het technologisch kapitalisme. In zijn solodebuut is meer ruimte voor het persoonlijke dan in zijn voormalige duoschap bij De Partizanen en dat geeft zijn voorstelling een prettig soort authenticiteit.’
BloodBitches van Nina de la Parra & Sanne Landvreugd
Uit het juryrapport: ‘BloodBitches is een ijzersterk feministisch cabaretpamflet dat rake klappen uitdeelt, ontroert en ontwapent. De la Parra bedient zich van vele registers in een lekker onbeteugeld en chaotisch relaas waarin precaire thema’s als afkomst en identiteit onder de loep worden genomen.’
DNA van Peter Pannekoek
Uit het juryrapport: ‘Pannekoek is als geen ander in staat zijn publiek te plagen en te provoceren, en weet precies hoe ver hij te ver kan gaan. Achter zijn harde grappen blijkt in de loop van de avond een genuanceerde denker schuil te gaan, die een pleidooi houdt voor verbeeldingskracht en empathie.’
Modderkruipers van Yentl en de Boer
Uit het juryrapport: ‘Behalve een arsenaal aan droogkomische en hilarische nummers, maken Yentl en de Boer ook indruk met meer gevoelige, ingetogen liedjes – zoals het prachtige ‘Het juiste pad’ – die werkelijk door merg en been gaan. Grote kracht van de theaterliedjes is bovendien de consequent goed doordachte wisselwerking tussen vorm en inhoud.’
Het komende Nederlands Theater Festival opent op 7 september met de Staat van het Theater. Op 17 september worden de VSCD Toneelprijzen uitgereikt tijdens het traditionele Gala van het Nederlands Theater. De kaartverkoop start begin juli.
Foto: Annemieke van der Togt
Waar is dan de bekendmaking van de wijkjury?
Ik zie er maar twee van de drie….
@Erik, dank voor je reactie. Het staat in de tekst, maar blijkbaar niet zo duidelijk… We passen het aan.
Geen spannend lijstje helaas. Paar uitschieters zoals Ik zeg toch sorry. Voor de rest..
Hoi Krijn, wie mis je met node op de lijst? Dit is een inhoudelijke website, dus please geef ons inhoud!
Zijn er niet genoeg voorstellingen over westerse vrouwen gemaakt?
Zitten we te wachten op het achterhaalde nihilisme van Dostojevski?
Een post 9/11 voorstelling? Nu nog?
Theater moet over nu gaan toch?
@Krijn: bedoel je met post-9/11-voorstelling Jihad van Liefde? Dat gaat over de gevolgen van de aanslagen in Brussel in 2016. Voorstelling heeft in 2020 vanwege corona niet kunnen spelen.
ja kom op Krijn
wat dan wel?
namen, rugnummers, titels
geef ons dat superrelevante lijstje van voorstellingen die je nu mist
dan hebben we iets om op te reflecteren
Het lijstje deugt niet volgens Krijn. Waarom moet hij met alternatieven komen?
Een keuze te bekritiseren mag uiteraard, alleen moet degene dan ook wel met argumenten komen. Krijn komt hier met een oordeel zonder enkele onderbouwing. Het is natuurlijk een kwalijk verschijnsel van deze tijd dat alles en iedereen over alles en iedereen een oordeel heeft in plaats van te onderzoeken en te bevragen. Door vraag-en-antwoord kan een dialoog ontstaan. Een dialoog veronderstelt dan minimaal twee personen deelnemen aan dat gesprek. En het lijkt me ook wenselijk dat mensen hun commentaren ook meer zelf gaan bevragen, ook heb ik inmiddels geleerd dat deze platform eerder een schiettent is dan een parlement. Dat is wel jammer want door louter particuliere oordelen ontstaan er geen (sociaal) discours en geen debat om dingen daadwerkelijk stevig aan te pakken. Het is helaas een fenomeen dat in de Nederlandse theaterwereld ‘bewegingen’ vooral ontstaan door extern en opgelegd beleid (en door machtscontexten!) in plaats van door een samen en door dialoog en democratie ontwikkeld model.
Is niet elke keuze van een jury vooral een subjectieve keuze? En zou het niet wenselijk zijn als de jury dat ook nog benadrukt? Idealiter is het geen competitie maar selecteert een jury voorstellingen die ze om verschillende redenen belangrijk acht. De juryrapporten (van de Toneeljury) proberen inzicht te geven in de beweegreden van een jury. Wat ik echter mis – en dat betreft niet enkel deze jury – is de vraag naar het grotere plaatje? Wat is de visie van de jury op theater en de rol van theater en kunst in de samenleving? Welk ‘signaal’ willen ze afgeven en/of welke impulsen willen ze aan het theaterveld geven met hun keuze? Wat wil de jury ‘representeren’ (of gerepresenteerd zien) en waarom? Je kan natuurlijk zeggen dat een keuze al een ‘statement’ is maar ik ben wel benieuwd naar de visie van de jury, wetend dat in Nederland visies schaars zijn. Zijn de geciteerde fragmenten van de juryrapporten (van de Toneeljury) niet vooral samenvattingen van de inhoud van een voorstelling in plaats van een inhoudelijke argumentatie? Waarom focussen de rapporten zoveel op de buitenkant, op thematiek en cast? Waarom wordt er (althans in de geciteerde stukken) zo weinig over het HOE gezegd? Je leest over theatrale magie, exuberant spektakel, zeldzaam kleinood, geweldige tour de force enzovoorts. De bijvoeglijke naamwoorden zijn louter krachtermen. De jury zegt echter niets erover (althans niet in de geciteerde fragmenten) waarom een voorstelling theatrale magie bezit of een voorstelling een exuberant spektakel, een zeldzaam kleinood, een geweldige tour de force is. Ik mis hier analyse en toelichting. Is de selectie dan vooral gebaseerd op smaakoordelen? En is de jury het vehikel van de marketingafdeling van het Theaterfestival?
Is de jury nu niet ook min of meer een vorm van beleid aan het uitvoeren? Is de keuze van de jury niet vooral ‘politic correct’? Heeft de jury niet keurig de ‘kleurenlijst’ afgewerkt? Zou het niet handig zijn als de jury inzicht geeft in welke voorstellingen ze allemaal hebben gezien (en wat ze niet hebben gezien), en welke voorstellingen door minimaal drie juryleden werden gezien? En hoe vrij is de keuze van de jury? Spelen er niet ook bepaalde belangen mee die niet artistiek maar bedrijfsmatig en beleidsmatig zijn? Het valt toch op dat elk jaar voor de grote zaal vooral de BIS-instellingen worden geselecteerd? En elk jaar is er minimaal een ITA-voorstelling vertegenwoordigd. Krijgt ITA carte blanche van de organisatie? Komt dat omdat ITA een van de hosts is van het festival? Zijn de keuzes niet vooral publieksvriendelijke en commerciële keuzes? Zie ook mijn opmerking over de terminologie. Het woord ‘spektakel’ wordt vaker gebruikt in de juryrapporten. Hoe avontuurlijk is deze keuze nu eigenlijk? Lijkt me spannend om hierover een inhoudelijke discussie te voeren, ‘met’ elkaar.
Florian verwoordt voor een groot deel wat ik bedoel. Het lijkt alsof de jury zich blind heeft gestaard op de vorm. Met name wat betreft de bis voorstellingen. Wat zegt The Underground over nu? Onnavolgbare circus en crumping leuk en aardig maar wat communiceer je ermee? Wat zijn de grote thema’s die de personages in Yara’s wedding bediscussiëren? Veel lof voor Analoog, een beeldschoon taalduet tussen leraar en leerling. Leuk en aardig maar waarover? Een voorstelling als Ik Zeg Toch Sorry heeft een enorme urgentie en zeggingskracht. Hoe zit dat met de rest?Mag best wat gerichter en kritischer. Het moet geen veredeld oeuvre prijzen circus worden. Voor alternatieven verwijs ik door naar de Cabaret Collectie.
Goed dat Krijn nog een aanvulling heeft gegeven op zijn eerdere reacties. We staan aan dezelfde kant als het erover gaat de keuze kritisch te bevragen. Mijn insteek lijkt echter een totaal andere te zijn dan die van Krijn. Krijn heeft kennelijk moeite met de selectie maar blijft toch argumenten schuldig. Waarom heeft Ik zeg toch sorry voor hem zo’n enorme urgentie en zeggingskracht en de andere voorstellingen niet? Ik zou namelijk juist zeggen dat op de keuze van de Toneeljury ‘eigenlijk’ niet veel aan te merken valt, klemtoon op ‘eigenlijk’. Want juist omdat er zo weinig op aan te merken is, valt er wellicht alles op aan te merken. En roept dat kritische vragen op, althans bij mij. Het lijstje van geselecteerde voorstellingen is een ‘keurig’ lijstje met bewezen kwaliteit. De juryleden hebben keurig de speerpunten van het huidige beleid afgevinkt. Hun keuze is cultureel divers en pluriform. Er valt ‘eigenlijk’ weinig op aan te merken. Toch rest de vraag welke functie de Toneeljury ‘eigenlijk’ heeft. Nu lijkt het alsof ze vooral een programmerende functie heeft gehad. Dat zou ook niet zo verrassend zijn met enerzijds een commercieel festival als het Theaterfestival en anderzijds een hoeveelheid programmeurs en directeurs in de jury. Juist door de programmerende insteek ontstaat nu de indruk dat vooral de etalagekast van het Theaterfestival gevuld moet worden met publiekstrekkers. De juryrapporten lezen vooral als publiciteitsteksten. Ik mis een verklaring van de jury hoe en waarnaar ze hebben gezocht? Zijn ze überhaupt op zoek geweest? Veel van de voorstellingen hebben al veel publiek getrokken en meerdere spelbeurten gehad in Amsterdam. What’s new pussycat?
Vooral de grootste en rijkste instellingen hebben een plek op het festival gekregen: ITA, Het Nationale Theater, NITE, Theater Rotterdam. Allemaal establishment. Ik ben wel benieuwd hoe de artistieke directeur van het Theaterfestival Tobias Kokkelmans tegen deze keuze aankijkt. Kokkelmans was degene die ooit terecht voor de aristocratisering van het theaterveld waarschuwde. Nu staat hij aan de top van wellicht de meest aristocratische plek van het Nederlandse theaterveld. Hoe rijmt dat met elkaar? Heeft zijn mid-career zijn waarschuwende woorden nu obsoleet gemaakt? Gaat carrière boven idealisme?
Een jury-keuze is en blijft uiteraard een jury-keuze. Krijn zou iets anders hebben gekozen, ik zou weer iets anders hebben gekozen, en een ander zou nog iets anders hebben gekozen. Alleen denk ik dat een jury zich toch meer mag verantwoorden en iets over toegepaste criteria mag zeggen. Misschien waren die er wel maar nu komen die niet over het voetlicht.
Gezien de redelijk voor de hand liggende keuzes die de Toneeljury in Nederland dit jaar heeft gemaakt, komt bij mij de vraag op hoe en waarnaar ze hebben gekeken en met hoe velen? Gelukkig worden de geselecteerde voorstellingen niet meer onder titel ‘de beste’ maar ‘onder de meest indrukwekkende’ voorstellingen gepresenteerd. Maar is wat ‘indruk maakt’ ook relevant? En indien ja, waarom dan?
Was het niet spannend geweest als de juryleden meer aan de rafelrandjes van het theaterveld hadden gezocht en gekeken? En waarom niet juist iets uit de kleine zaal eens in het kader van een theaterfestival in een grote zaal aan het publiek presenteren? De scheiding van grote en kleine zaal is in Nederland een beetje krampachtig en verbonden met machtscontexten. Die kan een jury juist ook bevragen en openbreken. Zouden de keuzes, die de jury voor de kleine zaal heeft gemaakt, niet allen ook op een groter podium kunnen staan?
Voor mij was trouwens de ‘meest indrukwekkende’ voorstelling van dit seizoen (tot nu toe want het seizoen is nog niet voorbij): è vero è vero è vero van Ika Schwander op Festival Cement. Zou leuk zijn als een jury meer op zoek gaat naar parels en meer risico’s durft te nemen. Op welke plekken zijn de juryleden geweest of hebben de programmamakers en theaterdirecteurs vooral ‘keurig’ in hun eigen thuishaven gekeken? Waar zijn de ‘misfits’?
Ik mis Mission Moliere van het ZT.