Actrice Simone Milsdochter voelt in dit koud klamme weer de moed bij haar theatergenoten en kunstbroeders tot bijna in de schoenen zakken. Uit liefde voor het vak en als hart onder de riem maakte ze de videoboodschap AAN MIJN KUNSTBROEDERS met onderstaande tekst. Opdat de moed de grond niet raakt.

Aan mijn kunstbroeders,

Tot nog toe ging het me tamelijk goed af.
Het refrein van mijn leven, mijn professionele leven, klinkt altijd al; ‘de dingen gaan nooit volgens plan, maak alternatieven’.
Dus deze hobbel kon er nog wel bij.

Maar zo onzichtbaar als het virus de mens,
zo besluipt, bekruipt, het nu, uiteindelijk, ook mij. Het dringt nu ook mijn aderen binnen.
Niet het virus.
De onrust. De slapeloosheid.
De tijd-vooruit-duwende handelingen.
Het heen en weer geloop in huis.

Nooit een ochtendhumeur gehad.
Bed uit, muziekje aan, koffie zetten, eitje bakken, liedje zingen, dansje doen. Vrolijke boel zo ’s ochtends.
Maar nu … stemmingsgevoelig. Moodswings.
Van ‘kom op, nog zoveel moois te maken’ naar ‘whatever’.
Alsof ik het gas en de rem tegelijkertijd intrap.
De pechstrook lonkt.

Gister, op weg naar de Albert Heijn.
Twee mid-twintigers stonden buiten bij de coffeebar op hun ‘cappuccino to go’ te wachten. De blonde klaagde over het thuiswerken.
In het passeren kon ik nog net haar vriendin horen zeggen:
‘Je hebt een thuis en je hebt werk, dus shut up.’
Ik schoot in de lach.
Maar toen ik die avond achter mijn bureautje zat
en mezelf op de twijfel betrapte of het nu dinsdag- of woensdagavond was.
En ik het echt niet wist.
Ik geen enkel referentie punt had.
Dat mijn dagen dus al zo lang in een copy-paste staan.
En ik uiteindelijk mijn gsm heb moeten openen voor het antwoord.
Toen knapte er iets.

Ik mis het werk.
‘Zoals een vis het water, zo ik het theater’, zei De Pauw. Ook ik mis mijn werk.
De repetities. Het spelen.
De copy-paste op de planken.
Het eindeloos opnieuw uitspreken van een tekst,
die ook altijd hetzelfde is, je repeteert, je herhaalt, maar zoals een hart nooit hetzelfde klopt,
zo klinkt de herhaling op het toneel altijd als nieuw.

Ik mis dat werk.
Ik herhaal mezelf. Ik mis het werk.
Ik val in herhaling. Ik mis de kunst.

Als het leven een lijn is.
Een ononderbroken almaar doordenderende aaneenschakeling van
gebeurtenissen, handelingen, gewoontes, gebeurtenissen, handelingen, gewoontes. Wat kunst doet; kunst breekt die lijn.
Onderbreekt die doordenderende lijn.
Stok in de wielen. Kink in de kabel.
Het hapert.

Je wordt uit de routine geduwd. Wakker geschud.
Uit de slenter van de dag geslingerd.

En in die hapering.
In het gat dat de hapering slaat.
In dat stille donkere vacuüm.
Is er plaats,
voor het ‘nog niet eerder gedachte’. Plaats voor een nieuw idee,
een ander plan,
een nieuwe kijk,
een hernieuwde adem.

Dus kunstbroeders,
– want als ik het over mezelf heb, dan heb ik het over jullie – Laat je niet verlammen door de bres die is geslagen.
Gooi geen handdoek in de ring.
Het doek is niet gevallen.

Spring!
Door de donkerte door. Dit vacuüm trotserend. Daar ligt het perspectief. De toekomst.
Dat is … onze kunst.

Antwerpen / januari 2021 / www.simonemilsdochter.com