De internationaal gevierde Letse regisseur Alvis Hermanis is klaar met theater en gaat zich alleen nog toeleggen op het regisseren van opera’s. Dit zei hij in een interview naar aanleiding van zijn aankomende bezoek aan Stadsschouwburg Amsterdam. Tot januari 2015 staan al zes opera’s vastgelegd bij de operahuizen van Salzburg, Berlijn, Brussel en Milaan.

In maart en april staat Hermanis onder de noemer Brandstichter met vijf toneelvoorstellingen geprogrammeerd in de Stadsschouwburg Amsterdam. Hermanis: ‘Dit retrospectief van mijn werk wordt een soort resumé van mijn theaterwerk van de laatste tien jaar. Het komt net op het moment dat ik heb besloten me de komende jaren alleen nog op operawerk te concentreren.’

Alvis Hermanis (Riga, 1965) maakt in Letland al sinds de jaren negentig furore met beeldende voorstellingen waarin hij veelal de ‘gewone man’ als uitgangspunt neemt. Als eerste Letse regisseur bracht hij zijn voorstellingen tot stand op de vloer in nauwe samenspraak met zijn acteurs, gebruikmakend van improvisaties en van hun eigen ervaringen. Wereldwijd werd hij uitgenodigd met stukken als Long life (over een groepje vergeten ouderen in een postcommunistische gemeenschapsflat) en The sound of silence (over een hippiecommune in Riga ten tijde van de Praagse Lente). Sinds 1997 leidt Hermanis het Nieuwe Riga Theater, maar daar is hij zelf steeds minder te vinden als regisseur; de laatste jaren werd hij frequent gevraagd te komen werken in theaters in onder andere Rusland, Duitsland en Oostenrijk. Daar zette hij ook weer zijn tanden in het grote repertoire, zoals recent Gorki’s Wassa (Münchner Kammerspiele, 2012) en Sommergäste (Schaubühne Berlin, 2012). In die latere voorstellingen springen vooral zijn visuele kracht, zijn scherpe oog voor detail en zijn voorliefde voor hyperrealistisch beeld en spel in het oog.

Juist die sterke aandacht voor het visuele aspect van theater leidt Hermanis nu naar de opera. Vorig jaar maakte hij zijn operadebuut bij de Salzburger Festspiele met Zimmermans Die Soldaten, een coproductie met La Scala in Milaan, en die ervaring smaakt naar meer. Het stuk waaraan hij momenteel werkt in Zürich, Die Geschichte von Kaspar Hauser (première 16 februari, Schauspielhaus Zürich) is wat hem betreft voorlopig zijn laatste toneelregie. ‘Daarna heb ik geen plannen meer voor wat voor dramaperformance dan ook, ik switch naar opera.’

Zes opera’s staan al op de rol tot januari 2015: Gawain (Harrison Birtwistle) bij de Salzburger Festspiele (zomer 2013), Mozarts Così fan tutte bij de Komische Oper Berlin (oktober 2013), Jenufa van Janáček  bij De Munt in Brussel (januari 2014), een nog geheime titel op de Salzburger Festspiele in de zomer van 2014 en opnieuw Zimmermans Die Soldaten bij La Scala in Milaan (januari 2015).

Hermanis, die zegt zichzelf onder geen beding te willen herhalen, heeft zin om na de wetten van het theater de regels van de opera te gaan onderzoeken. ‘Het heeft te maken met mijn verdere zoektocht naar schoonheid, die ik zie als de hoogste vorm van harmonie. Als jonge kunstenaar wil je misschien revolteren, tegen dingen aanschoppen, dingen opblazen. Naarmate je ouder wordt, krijg je steeds meer behoefte aan harmonie. Dat is niet realiseerbaar in het moderne theater. In modern drama bestaat het concept van schoonheid praktisch niet eens meer, niemand praat daar meer in termen van schoonheid – of je moet het over dans hebben.’

Bij het Nieuwe Riga Theater zal hij aanblijven als artistiek leider, maar voorlopig maakt hij er geen eigen werk meer, net zomin als bij andere, internationale gezelschappen. ‘Natuurlijk kan mijn visie in de toekomst nog veranderen. Maar op dit moment heb ik echt het gevoel dat er iets tot een einde is gekomen en dat er iets nieuws staat te beginnen.’

 

Foto: Gints Mãlderis