Sinds 1970 bewaart musicalzanger Bill van Dijk zijn kostuum uit de hippiemusical Hair, die dat jaar zijn Nederlandse première beleefde. Het is een bijna sereen gewaad in getemperde kleuren dat hij droeg in de rol van Claude. (meer…)
Theaterkrant onderzoekt de staat van de Nederlandse musical, na ruim een jaar corona. De komende weken spreken we met uiteenlopende medewerkers, van acteurs tot producenten en technici. De conclusies verschijnen na de zomer in Theaterkrant Magazine. Deze week: coronasteun.
Hoe zijn musicalproducenten financieel de crisis doorgekomen? Hebben ze voldoende steun gekregen en wat mist er nog? We blikken terug en kijken vooruit met musicalproducenten Hans Cornelissen (De Graaf en Cornelissen), Fred Boot (Soldaat van Oranje – De Musical) en Maarten Voogel (OpusOne).
Waar toneel- en dansvoorstellingen soms nog als live stream of voor kleiner publiek speelden, werden musicals massaal uitgesteld of geannuleerd. ‘Het is financieel volstrekt onhaalbaar om voor 30 man op anderhalve meter te spelen met zulke grote producties. Zowel voor ons als de theaters’, aldus producent Hans Cornelissen van De Graaf en Cornelissen. ‘De dagkosten zijn gigantisch. Je komt nooit richting enige reële omzet met zo’n beperkte stoelcapaciteit.’
Producent Fred Boot van Soldaat van Oranje – De Musical heeft spelen voor 30 man niet eens overwogen. ‘Bij honderd mensen ook nog niet, bij 250 zijn we het bij de heropening vorig jaar gewoon gaan doen. Meer als statement naar de overheid om te laten zien dat het veilig kan, voor ons publiek en om onze medewerkers de kans te geven weer aan het werk te kunnen. Maar we gaan nu niet meer spelen voor 200 of 300 man. De verliezen zijn veel te groot. We willen best beginnen met ietsje minder dan een volle zaal, maar dan moet er wel echt perspectief zijn op de volle zaalcapaciteit. Uiteraard uit kostenoverwegingen, maar ook vanwege het gevaar dat je anders je publiek weer alles moet laten omboeken’, aldus Boot. Inmiddels heeft de producent van Soldaat van Oranje – De Musical vanwege versoepelingen aangekondigd om vanaf oktober weer te gaan spelen.
Producent Maarten Voogel van OpusOne heeft sinds vorig jaar financieel gezien een andere positie gekregen dan de vrije producenten. Ze zijn opgenomen in de meerjarige subsidie van het Fonds Podiumkunsten (FPK). Maar dat betekende in het afgelopen jaar niet dat zij wel voor een kleiner publiek kunnen spelen. ‘Bij het Fonds Podiumkunsten zitten we nu redelijk geborgen, maar we konden het ons ook niet permitteren om voor dertig man te gaan spelen. Dat was niet haalbaar, dan maak je per voorstelling een ton verlies.’ Inmiddels is er meer ruimte ontstaan volgens Voogel. ‘We speelden eind juni Spring Awakening voor ten minste 50 man. We hebben als meerjarig gefinancierde een covid-bijtelling. Die hebben we meteen ingezet om voornamelijk zzp’ers van opdrachten te voorzien.’
‘Te pletter geschrokken’
Producent Fred Boot van Soldaat van Oranje – De Musical wist aan het begin van de crisis direct dat de sector hard geraakt zou worden. ‘We voelden al snel dat de beperkingen, die overigens terecht opgelegd werden, een ongelofelijke impact zouden hebben op de theaterbranche en zeker op de niet-gesubsidieerden.’ Uit onderzoek van de Boekmanstichting blijkt inderdaad dat de vrije producenten hard geraakt zijn gedurende de crisis. Het kenniscentrum voor kunst- en cultuurbeleid concludeerde dat de eigen inkomsten van vrije producenten in de laatste drie kwartalen van 2020 gemiddeld met 94 procent zijn gedaald. Daarnaast blijkt dat de omzetdaling van de vrije producenten aanzienlijk groter is dan in andere deelsectoren in de cultuursector.
Musical wordt vrijwel alleen door vrije producenten gemaakt en over de hele theatersector gezien verzorgen vrije producenten 70 procent van het aanbod. Dat de eerste steun voor cultuur voor het merendeel naar de gesubsidieerde gezelschappen ging, vindt producent Hans Cornelissen dan ook opmerkelijk. ‘We zijn ons helemaal te pletter geschrokken. Het is natuurlijk goed dat de gesubsidieerde sector wordt ondersteund, maar de verhouding was volstrekt krankzinnig.’ Het maakte de VVTP, Vereniging Vrije Theater Producenten, gelijk heel strijdbaar volgens Fred Boot (vice-voorzitter van de branchevereniging). ‘Vanaf het eerste moment zijn we gelijk gaan onderzoeken wat wel kon. We waren natuurlijk heel blij met de eerste generieke maatregelen zoals de NOW (Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid) en de TVL (Tegemoetkoming Vaste Lasten), maar dat was voor velen van ons niet voldoende om gezond te blijven.’
In april 2021 kregen 251 vrije theaterproducenten samen bijna 26,7 miljoen euro overheidssteun voor producties die door corona werden stilgelegd. Het geldbedrag, verdeeld door het Fonds Podiumkunsten (FPK), moest al gemaakte uitgaven vergoeden, zoals voorbereidings-, opstart-, verzekerings- en promotiekosten. De grootste bedragen gingen onder andere naar de grote musicalproducenten Stage Entertainment (€4.396.557), Medialane (€2.294.531 voor o.a. Hello, Dolly!), Theateralliantie (€1.193.548) en Waterfront Entertainment (€1.125.236 voor spektakelmusical Willem).
De Graaf en Cornelissen kreeg van het FPK voor DG Live Entertainment en DG Theaterproducties samen € 567.505. ‘We zijn op een behoorlijke wijze gesteund, maar het lost bij lange na niet alles op’, reageert Cornelissen. ‘Het vet op de botten verdwijnt, de reserves zijn toch wat gereduceerd. Dus je moet wel zorgen dat je producties gezond worden, je kunt je nu geen enorme flops veroorloven.’ Ook Fred Boot, die € 194.936 kreeg voor Soldaat van Oranje ziet dat niet alle schade hiermee opgelost is. ‘Wij hebben ook moeten bezuinigen. Om te zorgen dat de kosten zo laag mogelijk zijn, hebben we bijvoorbeeld ons kantoor in Amsterdam opgegeven en een kantoortje in het theater ingericht. Er zou ook iets meer naar werkelijke schade gekeken moeten worden, denk ik. Dus niet alleen maar naar de schade van producties die voor dit seizoen gepland stonden.’
Garantiefonds
De 26,7 miljoen was onderdeel van een steunpakket van bijna 40 miljoen voor vrije producenten. Het budget van 40 miljoen werd echter flink ondervraagd door de producenten, volgens de VVTP omdat alleen mocht worden aangevraagd over een specifieke periode waarin de schade voor veel leden net het minste was. De belangenvereniging pleit er sinds mei voor dat de overgebleven 13 miljoen op dezelfde manier gebruikt wordt in het derde en vierde kwartaal van 2021, zodat producenten opnieuw aanspraak kunnen maken op ondersteuning van misgelopen inkomsten.
De Raad voor Cultuur adviseerde, naar aanleiding van het Boekman-onderzoek, dat het resterende geld beschikbaar wordt gesteld aan de vrije producten in de vorm van een garantiefonds. Volgens Boot zou zo’n garantiefonds een belangrijke ondersteuning zijn. ‘Daarmee kunnen producties die voor de toekomst gepland staan worden gegarandeerd. Als een productie uiteindelijk niet voldoende speelbeurten krijgt, kan het fonds dat verlies opvangen.’
Een andere optie waar volgens Boot al langer over wordt gesproken is een revolving fund. ‘Dat is ook een soort garantiefonds, maar dat is als het ware een lening. Van daaruit kun je nieuwe producties maken, die speel je vervolgens. Op het moment dat je het geld terugverdiend hebt, betaal je dat weer terug aan het revolving fund. Dan kan het weer worden geïnvesteerd in de volgende productie van iemand anders. Zo’n fonds zou voor de vrije sector heel belangrijk zijn om door te kunnen blijven ontwikkelen.’ Op dit moment heeft het Rijk echter nog geen enkele toezegging gedaan voor de voorgestelde nieuwe steunmaatregelen.
Foto: Publiek op afstand tijdens Soldaat van Oranje – De Musical