Het Nationale Theater en Theater Bellevue stellen de deadline van een ‘open call’ voor een schrijver van een nieuwe Lunchtheater-productie uit. In de eerder deze week verstuurde oproep, werd auteurs gevraagd om uiterlijk 15 januari – dus binnen een maand, waarin bovendien de feestdagen vallen – een synopsis, twee voorbeeldscènes en een motivatie aan te leveren. (meer…)
Cabaretier Freek de Jonge en zijn vrouw Hella gaan zichzelf zes weken lang tentoonstellen. Ze zullen dagelijks van 10 tot 17 uur aanwezig zijn in de Real Life Exhibition ‘Hella en Freek de Jonge: Het Volle Leven’, vanaf 15 september in het Groninger Museum.
In de tentoonstelling wordt het echtpaar omringd door oud en nieuw werk en een keuze uit hun privécollectie. Ze willen zich er ‘niet alleen als kunstenaar, maar ook als mens’ tonen. Happenings, performances en flashmobs zijn onderdeel van de expositie, evenals ontmoetingen met gasten uit kunst en wetenschap. Freek en Hella hopen daarbij op persoonlijk contact met de bezoeker. ‘Vertrouwen, discipline en concentratie’ zullen gedurende de zes weken ‘hun leidraad en baken’ zijn.
Hella de Jonge-Asser (1949) volgde een opleiding aan de Rietveldacademie. Naast kostuum- en decorontwerp voor de shows van Freek, is ze keramiste en beeldhouwster. Sinds 2006 publiceerde ze drie autobiografische boeken: Los van de Wereld, Spring en Hartschade. In 2014 maakte ze de documentaire ‘Verlies niet de moed’, waarin ze de oorlogsgeschiedenis van haar familie onderzocht.
Freek de Jonge (1944) zette samen met Bram Vermeulen vanaf 1968 het Nederlandse cabaret op zijn kop als Neerlands Hoop in Bange Dagen. In 1980 ging hij alleen verder.
Vorig jaar wierpen Freek en Hella zich op als actievoerders om de schade door aardbevingen in de provincie Groningen onder de aandacht te brengen. Samen trokken een week langs gedupeerden, autoriteiten, instanties, actievoerders en politici. Eind 2017 werd Freek verkozen tot Groninger van het Jaar.
Hella en Freek de Jonge: Het Volle Leven is te zien van 15 september tot en met 28 oktober 2018 in het Groninger Museum.
Foto: Anton Corbijn