Circusartieste Zinzi Oegema wou een toolkit schrijven voor het creëren van contemporary circus. Een eenvoudig en praktisch stappenplan was het doel. ‘Maar zoals deze toolkit aantoont, ben ik niet geslaagd in die missie’, moet ze echter toegeven. ‘Blijkbaar zijn er zoveel methodes als er circusartiesten zijn.’

Dé ultieme methode zoals die gebruikt wordt in de westerse wereld heeft Zinzi Oegema niet gevonden, schrijft ze in Grip. Dit boekje maakt dus zijn oorspronkelijke doel niet waard, kan je zeggen. En tegelijk toch wel. Oegema blikt terug op de drie producties die ze creëerde tijdens haar Nieuwe Makersregeling bij TENT Circustheaterproducties tussen 2017-2018, lijst de bouwstenen op van een creatie en sprak met zeven vooraanstaande circusmakers. Dat maakt haar boek tot een handig en herkenbaar handvat voor (aspirant-)circusmakers.

Grip opent met een exploratie van Oegema’s eigen circuspoëtica. Naar eigen zeggen is ze gefascineerd door thema’s als onregelmatigheid en dualiteit, traagheid en stilte. ‘Een circusvoorstelling kan veel energie en gevaar bevatten, maar ook controle en traagheid. Deze tegengestelde dynamieken verhogen elkaars zeggingskracht’, zo schrijft ze.

Oegema vindt het circus vooral interessant als kunstvorm met de kracht om denkbeelden van mensen te veranderen. ‘Het belangrijkste doel van een voorstelling is naar mijn mening niet om een verhaal te vertellen, maar om de manier waarop we de wereld ervaren en relaties aangaan uit te dagen. Ik hoop mijn publiek aan te zetten out of the box te denken over hoe om te gaan met problemen of opdrachten.’

Fysieke nabijheid
Oegema studeerde in Rotterdam (Codarts Circus Arts), Tilburg (Academy for Circus and Performance Arts) en Stockholm (DOCH). Ze tourde samen met haar partner Evertjan Mercier met haar afstudeeract View, speelde in de succesvoorstelling Il n’est pas encore minuit van het vermaarde Franse acrobatiecollectief Cie XY en creëerde uiteenlopende producties onder de vleugels van TENT.

Interessant is hoe Oegema terugblikt op de keuzes en inspiratiebronnen in elk creatieproces. Bij Cie XY waren de vertrekpunten onder meer houten platen, lindy hop dans en deviation (bewust vallen). Voor Memo, een stuk voor binnen, stelden zij en Evertjan zich de uitdaging om elk iets nieuws te doen en te werken rond glas. Barstool Bound onderzocht wat circus kon betekenen in de context van een café. Bij PIT was de onderzoeksvraag: zou een publiek acrobatiek nog steeds zien als vooral gevaarlijk als het van bovenaf zou toekijken? De rode draad tussen deze drie stukken was de fysieke nabijheid tussen publiek en performers.

Wisselende interviews
Daarna komt Oegema tot een mapping, waarbij ze de creatie van een voorstelling ontrafelt van een ‘idee’ over ‘elementen’, ‘aspecten’, ‘methodes’ en ‘montage’ tot ‘show’. Oegema schrijft alles zeer beschrijvend en opsommend neer. Uit de voorbeelden blijkt hoezeer techniek en de gebruikte materialen het artistieke resultaat beïnvloeden (en vaak ook voorafgaan). Bij het deel over montage vertelt ze over de ‘post it-techniek’ om scènes te structureren, al gebeurt het evengoed via het gooien van dobbelstenen.

Het grootste deel van deze circuspocket, die zowel in het Nederlands als het Engels is verschenen, bestaat uit een reeks interviews. Die zijn erg wisselend van kwaliteit en inhoud. Interviewen is een kunst, interviewantwoorden helder weergeven ook. Oegema is in geen van beiden een krak. Dit boek had gerust wat meer (eind)redactie kunnen gebruiken. De helft van de interviews blijft hangen in concrete anekdotiek van een bepaalde creatie of proces, en biedt weinig grotere inzichten. Op een uitvoerige uitleg over subsidiedossiers schrijven en in welke fase van het proces dat je doet, zitten allicht weinig lezers te wachten.

Waanzinnige kunstjes
Enkel de interviews die wat meer uitzoomen en op een dieper niveau filosoferen over circuskunst, zorgen voor diepgang. Alexander Fray van Compagnie Un loup pour l’homme, bijvoorbeeld. Uit zijn verhaal spreekt een visie op circusmaken, wat dan ook al geleid heeft tot een parel als Face Nord. Fray: ‘In mijn ogen is een circusartiest iemand die gezien wordt. Het is iemand die gezien wordt omdat het iemand is die dóet. Het is niet iemand die iets laat zien. Het is niet iemand die liegt. Het is niet iemand die een beeld creëert. Het is iemand die doet wat hij moet doen.’ En dat is volgens hem niet op een directe manier omgaan met een onderwerp, zoals bijvoorbeeld milieuproblematiek. ‘Daarvoor is het circus erg ongeschikt.’

Volgens circusmaker en dramaturge Bauke Lievens, die zelf geen circusuitvoerder is, bekend van haar fenomenale co-creaties ANECKXANDER en Raphaël met Alexander Vantournhout, schuilt er al inhoud in de klassieke circustechniek. ‘Ik vind dat echt de belichaming van een mensbeeld dat verbonden is met ontstaanscontext van het circus. (…) Ik bedoel, wat het repertoire is voor circus technische figuren, interesseert mij echt niet. Wel wat daaronder ligt. Dat is circus eigenlijk: de confrontatie met een extreme regel die je jezelf oplegt.’

Pia Meuthen van het gezelschap Panama Pictures lijkt dat te beamen. ‘Als de nadruk te veel komt te liggen op kijk ons eens waanzinnige kunstjes doen, dan word je als toeschouwer juist weer verder weg gedrukt en zit je alleen te bewonderen. Dat is echt iets specifieks dat ik met mijn werk wil bereiken. Ik wil heel graag een soort waarachtigheid zien.’

Doelgroep
Grip voelt sterk als het verslag van een persoonlijke zoektocht. Een creërende circusartiest, de groep voor wie dit boekje in de eerste plaats is bedoeld, zal bij lezing hiervan heel wat praktische tips en bouwstenen overhouden. Wie zoals schrijver dezes zelf geen circus maakt en liever wat diepere inzichten had verlangd over circusdramaturgie en de making of van een voorstelling of belangwekkende producties, blijft bij Grip toch wat op de honger zitten.

Grip, toolkit voor het creëren van contemporary circus van Zinzi Oega is gratis te downloaden op tent.eu/grip. Het boekje bestellen (12,5 euro excl. verzendkosten) kan via info@tent.eu. Foto: PIT, Marc Faasse