Acteur, regisseur en schrijver Ger Thijs is 6 februari op 74-jarige leeftijd overleden. Hij was al geruime tijd ziek.
Ger Thijs (Heerlen, 1948) zat nog maar twee jaar op de Toneelacademie Maastricht, toen Elise Hoomans hem vroeg om bij Toneelgroep Theater te komen. Op 27 september 1970 debuteerde hij daar als acteur in haar regie Kijk maar, er staat niet wat er staat (naar Raymond Queneau). Thijs bleef aan de toneelgroep verbonden tot die in 1984 stopte. Hij speelde er in regies van onder meer Hans Croiset, Bob Logger en Ronald Klamer. Hij regisseerde vanaf 1971 ook zelf, vertaalde stukken en schreef zijn eerste eigen teksten.
Na Toneelgroep Theater bleef Thijs het schrijven, regisseren en spelen met elkaar combineren. Hij werkte voor onder meer het Zuidelijk Toneel / Globe, Toneelgroep Baal, Stichting FACT en Het Publiekstheater. Van 1988 tot en met 2001 was hij verbonden aan het Nationale Theater, waarvan hij ook artistiek leider werd. Daarna volgden meerdere projecten bij onder meer Hummelinck Stuurman Theaterbureau en Het Toneel Speelt. Zijn stukken werden ook regelmatig in het buitenland gespeeld.
Het meeste faam verwierf Thijs met zijn toneelbewerkingen van de romans van Louis Couperus (Eline Vere), Multatuli, F. Bordewijk en Frederik van Eeden (Van de koele meren des doods). Van zijn eigen toneelstukken oogstte vooral De Kus groot succes, ook in het buitenland. Drie van zijn stukken werden genomineerd voor de Toneelpublieksprijs.
Naast toneel schreef Thijs met enige regelmaat polemische artikelen in de Volkskrant en zeven boeken, waaronder de theaterroman Een Sterke Afgang, waarin hij afrekende met zijn moeizame periode bij het Nationale Toneel. In zijn romans liet Thijs zien dat hij niet alleen sterke scènes en sprankelende dialogen kon schrijven, maar ook de langere adem van de verteller bezat.
Arjen Stuurman, die 17 voorstellingen met hem produceerde, herinnert zich Thijs als een enthousiast pleitbezorger van de Nederlandse literatuur. ‘Hij was een gepassioneerd schrijver én lezer, en hij deelde met ons de wens om grote Nederlandse literatuur levend te houden. Hij wist als bewerker altijd een invalshoek te bedenken waardoor je niet het boek ging naspelen, maar het verhaal op een eigen manier vertelde, waardoor hij ook een nieuw publiek aansprak. Hij stond als regisseur voor kwaliteit, degelijkheid en betrouwbaarheid.’
Op 23 december 2017 werd Thijs, na afloop van de première van zijn toneelstuk Roem, in de Leidsche Schouwburg benoemd tot Ridder in de Nederlandse Leeuw. Zijn laatste regie was een door hemzelf bewerkte enscenering van Van de koele meren des doods van Frederik van Eeden bij Hummelinck Stuurman. Daarna werd het werken hem door de ziekte van Parkinson steeds meer onmogelijk gemaakt.
Foto: Deen van Meer, repetitiefoto Raak me aan door Het Toneel Speelt
Ger Thijs!
Zijn naam, zijn theaterwerk, zijn literaire activiteiten waren steeds een bescheiden accent bij mijn toneelervaringen. Ik zal aan hem denken als ik langs de Maas rijd.
Goede GER,
Drie maal mocht ik in een regie van je spelen, “Het wijde land”(Publiekstheater), “Professor Bernardi” (Nationaal Toneel) en “In Afrika” (Globe). En drie maal was het een lust. Vooral het door jou geschreven en geregisseerde “In Afrika” was een feest.
Rust zacht Beste Man.