In de collectieve arbeidsovereenkomst toneel en dans is een algemene salarisverhoging afgesproken van 5 procent en een verhoging met een vast bedrag van 150 euro. Deze salarisontwikkeling betekent een gemiddelde loonstijging van 9,44 procent. De cao is door zowel de achterban van de Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK) als van de Kunstenbond akkoord verklaard.

De cao Toneel en Dans geldt voor alle toneel- en dansgezelschappen in Nederland. Op 6 juli hadden de Kunstenbond, de vakbond van de culturele en creatieve sector, en de NAPK, die de belangen behartigt voor dans- en theatergezelschappen, al een principeakkoord bereikt. Nu hebben ook de achterbannen van beide sociale partners met de cao-afspraken ingestemd, waarmee het akkoord definitief is.

De cao heeft een looptijd van één jaar en geldt van 1 januari tot en met 31 december 2024. De verhogingen gaan dus in per 1 januari 2024. De hoogste salarissen zullen met een minimum van 6,98 procent stijgen en de laagste met een maximum van 12,75 procent.

Daarnaast zijn er nieuwe afspraken gemaakt over de arbeidsduur, sociale veiligheid, de stagevergoeding, thuiswerkvergoeding, figuratievergoeding en de verblijfkostenregeling buitenland. Voor het eerst worden een aantal kernbepalingen ook van toepassing op gedetacheerde werknemers in de Europese Unie, dit conform de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie.

Foto: Bart Grietens – Foreshadow van Not Standing / Alexander Vantournhout