De selectie voor het Nederlands Theaterfestival bevat dit jaar geen eigen voorstellingen van de grote toneelgezelschappen. De Nederlandse Toneeljury koos twaalf voorstellingen, waaronder twee locatieprojecten. ‘De ambitie, impact en artistieke kwaliteit van locatietheater neemt zichtbaar toe’, schrijft de jury in een begeleidend rapport. De geselecteerde voorstellingen zijn op het festival te zien in september.

De jury selecteerde vijf grotezaalvoorstellingen, vijf kleine en twee locatieproducties. Opvallend in het lijsje van de Grote Zaal is dat de meeste producties oorspronkelijk niet voor een schouwburg of zelfs theaterzaal gecreëerd zijn en niet van een groot BIS-gezelschap komen. ‘Succesvolle en inspirerende producties waarin inhoud, vorm en uitvoeringskwaliteit elkaar versterkten, bleken dit seizoen niet per se plaats te vinden binnen de muren, vormen en organisaties van het traditionele theater’, schrijft de Nederlandse Toneeljury in haar rapport. ‘Juist daar waar grenzen werden opgezocht, opgerekt en vermengd blonken de producties uit.’

Locatietheater:

Grote Zaal:

Kleine Zaal:

De voorstelling Permanent Destruction – The SK Concert werd eerder ook al voor het Vlaamse Theaterfestival geselecteerd, dat eveneens koos voor voornamelijk kleine producties. Een eervolle vermelding krijgt de voorstelling Wie is er bang voor Virginia Woolf? van Dood Paard, een voorstelling uit 1994, die in 2013 al eens werd hernomen en afgelopen seizoen opnieuw in het theater te zien was.’Reprises krijgen steeds meer ruimte en weten zo kwaliteit en publiekssucces aan elkaar te verbinden.’

Foto: Permanent Destruction – The SK Concert van Theater Utrecht, Rudolphi Producties en C-Takt, Sanne Peper