De nieuwe Geefwet voor instellingen heeft voor de meeste culturele instellingen vrijwel geen effect gehad. Dat blijkt uit een onderzoek van 9 juni naar de effecten van de Geefwet dat werd uitgevoerd door de Vrije Universiteit Amsterdam, in opdracht van het ministerie van OCW. De Geefwet werd in 2012 ingesteld om culturele instellingen te helpen meer geld […]
De Geefwet, die in maart 2013 door Halbe Zijlstra is ingevoerd, blijkt niet de gewenste stijging in donateurs en giften aan culturele instellingen op te leveren. Dit blijkt uit onderzoek van de werkgroep filantropie van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. In de tweejaarlijkse publicatie Geven in Nederland 2015, die 23 april jl. werd gepresenteerd op de Dag van de Filantropie, onderzoekt de groep onder meer de effecten van de Geefwet voor de culturele sector.
De Geefwet is bedoeld om de rijksbezuinigingen van 200 miljoen en de gemeentelijke bezuinigingen van 120 miljoen euro op cultuur uit 2013 te verzachten en ondernemerschap te versterken. Met een multiplier kunnen particulieren en bedrijven de al bestaande belastingaftrek voor giften aan culturele instellingen met respectievelijk 1,25 en 1,5 vermenigvuldigen. Zijlstra dacht particuliere investeringen in cultuur hiermee te bevorderen en de overheid te ontzien. De wet verving – ondanks negatief advies van verschillende deskundigen – onder meer de matchingsregeling van Plasterk uit 2008. De multiplier is van kracht tot en met 2017.
Uit het onderzoek van de VU blijkt dat de multiplier geen effect heeft. Niet alleen op inhoudelijk vlak, maar ook vanwege de invoeringsdatum. De regeling werd pas actief nadat begin 2013 de bezuinigingen al waren doorgevoerd, doordat de Europese Commissie moest beslissen of de multiplier geen ongeoorloofde staatssteun zou inhouden. Pas na deze goedkeuring konden culturele instellingen de multiplier promoten.
De verwachting dat de particulier meer zou gaan bijdragen is niet uitgekomen. De multiplier blijkt geen verschil te maken bij de motivatie voor giften aan de culturele sector. Daarbij komt dat een zeer klein deel van de belastingplichtigen de giftenaftrek gebruikt, waardoor de multiplier een beperkt effect heeft. Bovendien levert de multiplier alleen geld op wanneer de donateur een groter bedrag doneert, door het teruggekregen belastingbedrag aan de culturele instelling te geven. Als de donateur het geld in eigen zak steekt kost het de overheid alleen geld en levert het de culturele sector niet meer op.
Het onderzoek toont aan dat de hoogte van giften van particulieren, vanwege de bezuinigingen en de crisis, zelfs afneemt. Onder bedrijven is een kleine stijging in de giften aan culturele instellingen waarneembaar, maar daar tegenover staat een grote daling in sponsorbijdragen: de vijf miljoen aan giften weegt hierbij niet op tegen de daling van 49 miljoen aan sponsorgelden.
Er is alleen een stijging te zien in verkregen gelden via fondsenwerving bij de grote culturele instellingen, waaronder het Rijksmuseum, Mauritshuis en het Prins Bernhard Cultuurfonds. Dit komt doordat zij dankzij een hoge subsidie meer geld kunnen investeren in fondsenwerving. De multiplier geeft voornamelijk een positieve impuls aan deze instellingen. Volgens de werkgroep is er zelfs hoogst waarschijnlijk een terugloop bij de kleinere instellingen op gebied van fondsenwerving, omdat het totale bedrag aan giften niet is gestegen en er bij de grotere instellingen wel sprake is van groei.
De werkgroep zal nog verder onderzoek verrichten naar de fondsenwerving en overige effecten van de Geefwet op het ondernemerschap van de culturele instellingen.