66 culturele instellingen hebben bezwaar aangetekend tegen de beoordeling van hun subsidieaanvraag door Het Fonds Podiumkunsten. Dat bevestigt het fonds bij navraag. Vier jaar geleden waren er dat nog 28.

Op 3 juli maakte het Fonds Podiumkunsten de besluiten bekend over 361 aanvragen voor meerjarige rijkssubsidies voor de periode 2025-2028. 52 festivals en 127 gezelschappen, makers(collectieven) en ensembles ontvingen een toekenning.

Gezelschappen die het niet eens waren met het subsidiebesluit, konden daar binnen zes weken (dus vóór 14 augustus) bezwaar tegen aantekenen. Dat hebben 66 instellingen gedaan. Ze komen volgens het fonds uit alle sectoren, van producenten en festivals, en zowel van organisaties die een negatieve beoordeling ontvingen, als van organisaties die onder de ‘zaaglijn’ terecht kwamen (positief advies, maar geen toekenning vanwege te weinig budget).

Eén bezwaar kwam later binnen en is daarom niet ontvankelijk verklaard. Voor de andere bezwaarmakers plant het fonds een hoorzitting, waar ze hun standpunten kunnen toelichten (en het fonds zich kan verdedigen) voor een onafhankelijke bezwarenadviescommissie.

Ondanks het hoge aantal bezwaren en het feit dat niet alle bezwaarmakers gelijk ook de specifieke gronden van hun bezwaar hebben ingediend, verwacht het fonds dat de bezwaren binnen de wettelijke termijn zullen worden behandeld. Het fonds belooft in ieder geval dat de bezwarenadviescommissie dit kalenderjaar alle bezwaarmakers zal horen en zegt ernaar te streven dat alle bezwaarmakers uiterlijk in januari 2025 een beslissing op hun bezwaar ontvangen.

In 2020 ontving het Fonds veel minder bezwaren, maar toen werd nog tijdens de bezwaartermijn extra geld beschikbaar gesteld met Prinsjesdag. Er waren op dat moment 28 bezwaren binnen. Alle producerende organisaties met een positief advies kregen toen alsnog een toekenning. Twaalf partijen konden hierdoor hun bezwaar weer intrekken.

Foto: Bas de Brouwer – Cafe 749 van Orkater