Op Festival Gemaakt toont de nieuwe lichting afstudeerders van de Toneelacademie Maastricht jaarlijks haar werk. Wat komt er tot bloei na vier jaar zaaien? In het gepresenteerde wildboeket is een van de terugkerende thema’s prestatiedruk. (meer…)
In Festival Gemaakt toont de nieuwe lichting afstudeerders van de Toneelacademie Maastricht jaarlijks haar werk. Wat komt er tot bloei na vier jaar zaaien? Het wildboeket is klaar voor presentatie aan de buitenwereld. Theaterkrant doet verslag van het makersprogramma. Deel 1: beeldkwaliteit.
Met een zakje zaadjes van vergeetmenietjes worden we onthaald. De organisatie van het festival (de studenten zelf) heeft het thema ‘Offspring’ toepasselijk doorgevoerd. Als het gaat om conceptontwikkeling dan worden hier direct al punten gescoord. Het aanbod in het festival is divers, maar zo hoort het ook natuurlijk. Als het gaat om de beeldende kwaliteit van het werk is deze academie al jaren onderscheidend, een greep daarom van de voorstellingen die expliciet vanuit die beeldkwaliteit zijn vertrokken.
The Hollow Men van het performancecollectief Holy Dirt is een absurdistisch werk geënt op het gelijknamige gedicht van T.S. Eliot. In welke staat geraak je wanneer je het leven niet kunt omarmen? Jan Groenland, Bram van der Snel en Ies Kaczmarek (allen performance-opleiding) creëren een performance die deze toestand beschrijft.
Op het toneel een rek vol anonieme hoofden, op de publiekstribune de lege hulzen van lichamen en pal voor het publiek dat op een andere plek in de ruimte is geplaatst een jachtgeweer. In een wijd gepoft wit kostuum staat Kaczmarek boven op het rek waar een overdwars hangende papiervreter de tekst ‘is this the end of the world’ verpulverd tot slierten. Boem, daarna springt de veelzijdige performer met zijn lenige lichaam naar beneden, waar in een reeks herhalende beelden de depressie vorm krijgt.
De voorstelling blijft dicht bij de desolate, enigszins angstwekkende wereld van het gedicht, dat werd geschreven vlak na de eerste wereldoorlog en refereert aan de leegte die deze oorlog achterliet. Humor krijgt ruimte in eindeloze herhalingen van scènes of de timing van onverwachte opkomsten van bestuurde objecten. Daarop soms de acteur, soms een van de hoofden uit het rek.
Alsof het niet genoeg is, zingt Kaczmarek Schubert, live begeleid door pianist Peter Weltens (tevens zangdocent op de opleiding). Ook hij levert natuurlijk een bijdrage aan de destructie, die deze zeer consequente, intrigerende en ook geestige theaterbewerking van Eliots The Hollow Men creëert. Het zijn beelden die beklijven.
Vanuit beeldend kracht vertrekt ook het werk van de zusters Van der Vegt. Lieke van der Vegt studeerde vorig jaar af, dit jaar is het de beurt aan Anne. Haar op je tanden is een speelse aanklacht tegen misogynie en zet de middeleeuwse heksenjacht centraal. De twee mengen de beeldtaal van sprookjes met hedendaagse videoclips. Al vangt de voorstelling duister aan, het duo breekt de mystiek onmiddellijk hard open in een directe dialoog met het publiek.
Op het zijtoneel het boek waaruit inspiratie is opgedaan. In het windje van het opzichtige effect van een blazende föhn, kleuren geleidelijk de bladzijden symbolisch zwart. Van der Vegts toon is licht, droogkomisch haast en haar aanklacht is vanaf de dialoog met het publiek helder. Aan het einde, als de zussen hun stem voluit inzetten, ervaar ik de urgentie van dit werk. In die stem zit blijkbaar de sleutel naar een verdiepingsslag.
Even beeldend als fysiek is het werk van Manuel Groothuysen (performance-opleiding). Zijn performance Portals combineert beweging, licht en geluid. In een macaber landschap met drie donkere gaten verschijnen en verdwijnen drie figuren, die lijken te worden bestuurd door een elektrificerend geluid; alsof ze steeds een stroomstoot krijgen.
Groothuysen creëerde niet alleen de scenografie (samen met Marieke Horst die afstudeert aan de opleiding scenografie) van dit ontheemde landschap, maar ook de geluidscompositie (een samenwerking met Judith Engelen). Het is een bijzonder compositorisch hoogstandje; dat de dialoog verbeeldt tussen mens en machine.
Groothuysens taal overstijgt elke bewegingsvorm. Soms kent de expressie ervan nog een theatraal tintje met name in de giechelende uitingen van de vrouwelijke performer. Mij persoonlijk leidde dat enigszins af, een ander zal het als herkenbaar en toegankelijk ervaren. Hoe dan ook, Portals maakt nieuwsgierig naar de verdere ontwikkeling van deze jonge maker, in festival ENTER (21 tot 23 juni in Frascati) is nog een ander werk van Groothuysen te zien.
Daarin staan overigens ook nog een aantal andere afstudeerwerken van de Toneelacademie Maastricht waaronder Drie bomen zijn ook een bos van regisseur Nico Pul; een veelzeggende performance als het gaat over de kracht van eenvoud. De voorstelling begint met een geschreven woordje van de maakster aan het publiek. We zijn direct mee. We mogen bovendien ook nog wat bepalen en daarmee is de toon gezet van deze innemende performance, waarin niet iedere speler weet waar hij aan toe is. Althans zo lijkt het.
Als publiek kunnen we in elk geval precies volgen hoe de voorstelling is opgebouwd en dat lijkt het inlevingsvermogen van de toch zeer abstracte, uitgeklede vorm van dit werk te bevorderen. Drie bomen zijn ook een bos gaat over het belang van verbinding. Pull durft het gegeven ver door te trekken. Dat de voorstelling in Amsterdam weer met een nieuwe cast wordt uitgevoerd, maakt dit werk tot een consequent project dat over de hele wereld spelen kan; choreograaf Jérôme Bel kan er nog een puntje aan zuigen.
Foto: Portals van Manuel Groothuysen