‘Zijn gemeenschapsverhalen ook in staat de specifieke gemeenschap te bekritiseren? Of mogen ze alleen gevierd worden?’ Eric de Vroedt, artistiek leider van Het Nationale Theater, stond in zijn Staat van het Theater stil bij de noodzaak en keerzijde van theater als ‘emancipatiemachine’. (meer…)
Eric de Vroedt spreekt dit jaar de Staat van het Theater uit en opent daarmee officieel theaterseizoen 2023-2024. De traditionele aftrap van het Nederlands Theater Festival (TF), waarin prominenten uit het culturele veld hun kijk op het Nederlandse theaterklimaat delen, vindt dit jaar op 7 september plaats in De Kleine Komedie in Amsterdam.
Eric de Vroedt is schrijver, regisseur en sinds 2018 artistiek leider van Het Nationale Theater. Daar maakte hij onder meer The Nation (2017), De eeuw van mijn moeder (2021) en de Leedvermaak Trilogie (2022). Tussen 2004 en 2012 maakte hij de succesvolle theaterserie Mightysociety. Komend seizoen staan de producties Disgraced (in samenwerking met Saman Amini) en Brown Sugar Baby van hem op de rol bij HNT.
TF-directeur Tobias Kokkelmans noemt De Vroedt een voorloper van belangrijke ontwikkelingen die gaandeweg door het theaterveld zijn overgenomen. ‘We zijn benieuwd naar de persoonlijke terugblik én vergezichten die hij met ons zal delen.’
De Vroedt: ‘Terwijl de wereld wordt geteisterd door hittegolven, monsterstormen, militaire coups en politieke aardverschuivingen, terwijl diverse groepen in de samenleving steeds radicaler tegenover elkaar staan, terwijl burgers, overheid, instituten en bedrijven worstelen met de hoognodige transitie en vernieuwing die vaak op zich laat wachten, wordt er ondertussen in dit land prachtig, urgent, meeslepend en onontkoombaar theater gemaakt.’ De Vroedt is niet van plan te benoemen wat er allemaal verkeerd gaat. ‘Laat ik eens proberen te benoemen wat er is, wie wij zijn, wat ik ben en waarom ik nu al meer dan dertig jaar doe wat ik doe.’
Sinds vorig jaar wordt behalve de Staat van het Theater, ook de State of the World uitgesproken tijdens het Nederlands Theater Festival. Op 8 september wordt in dat kader de Afghaanse filmmaker Sahra Mani geïnterviewd door Thomas Erdbrink.
Het Nederlands Theater Festival duurt tot en met 17 september en wordt afgesloten met het Gala van het Nederlands Theater, waar onder andere de belangrijke toneelprijzen Louis d’Or en Theo d’Or worden uitgereikt.
Foto: Gordon Meuleman
Nieuwe stemmen, please…
Nieuwe stemmen en ook eens andere stemmen graag. De keuze voor De Vroedt is vooral een veilige keuze. Hij is de artistieke leider van een van de vier grootste en machtigste theatergezelschappen van dit land. Dat laat vermoeden dat de Staat ook dit jaar weer top-down is. Met Alida Dors sprak vorig jaar ook iemand van één van de grootste en machtigste plekken de Staat uit. De machtigen krijgen het woord en niet de minderheden en minderbedeelden. De BIS trekt alle macht naar zich toe. Wanneer wordt eindelijk de vraag gesteld of de BIS überhaupt nog bij het huidige theaterlandschap past. De Staat van het Theater lijkt nu een vehikel van rijke, grote en machtige gezelschappen te zijn. Hoe kunnen we deze macht eens breken en in plaats daarvan de ‘machtelozen’ aan het woord laten komen? Er zijn zo veel stemmen die niet of nooit worden gehoord in het theaterveld. Wellicht dat het theaterveld ook niet is geïnteresseerd om machtelozen, minderbedeelden en andersdenkenden eens een podium te geven. Waarom niet eens een ‘straatvechter’ aan het woord laten? Waarom niet iemand van buiten (zoals in The State Of The World) het theater laten bevragen en kritisch laten kijken naar alle ontwikkelingen in het theaterveld? Waarom neemt het establishment weer het woord? En wat valt er van De Vroedt te verwachten als hij niets eens durft de pijnpunten te benoemen? Mijn stelling is namelijk dat de ongelijkheid in het theaterveld de laatste jaren alleen maar is toegenomen, en deze pijnlijke ontwikkelingen wel eens benoemd moeten worden. Ja, dat we er niet eens omheen komen om die te benoemen! Dat er “in dit land prachtig, urgent, meeslepend en onontkoombaar theater gemaakt” lijkt me een gewaagde (wellicht zelfs gewelddadige) stelling. Ik ben dan ook benieuwd naar de onderbouwing van deze aanname. Ik ben ook benieuwd wat De Vroedt bedoelt met “vernieuwing die op zich laat wachten”? Met de keuze voor De Vroedt als spreker van De Staat van het Theater wordt toch weer de monocultuur bevestigd die het Nederlandse theaterveld is. De verandering laat op zich wachten…
Verandering is trouwens iets anders dan vernieuwing. Bij een verandering krijgt ‘het andere’ ook een plek. Bij een vernieuwing is het nieuwe vaak toch weer het oude in een nieuw jasje. Het is ook een ‘verkooptrucje’.
In het toneelstuk “Die wahre Geschichte des Ah Q” (geïnspireerd op een novelle van Lu Xun) van de Oost-Duitse schrijver Christoph Hein wachten twee zwervers in een tempel met een kapot dak op verandering. De revolutie komt daadwerkelijk maar leidt enkel tot vernieuwing, niet tot verandering: de “gnädige Herr” wordt tot een “revolutionäre Herr”. De machtsverhoudingen zijn niet veranderd, alleen de begrippen zijn veranderd. De zwervers blijven de ‘machtelozen’ en blijven vegeteren in de regen, de ‘meneer’ blijft meester en machthebber.
Misschien kan ‘meneer’ De Vroedt plek maken voor de ‘zwervers’ in ons theaterbestel, voor de mensen die machteloos zijn en in de regen staan.
Mooi gesproken, Florian. Helemaal mee eens. Misschien moeten we deze opmerking massaal gaan ondertekenen :) Bij deze.
Ik hou niet van wat hij maakt, maar ik ben toch wel benieuwd naar wat de Vroedt te zeggen heeft, juist omdat hij al jarenlang zo’n maatschappelijk betrokken regisseur is met zo’n indrukwekkende staat van dienst.
De hoeveelheid succes die je hebt en de jaren dat je meeloopt gaan in dit land blijkbaar precies gelijk aan de mate waarin je je kop moet houden.
Alsof we niet nog altijd geïnteresseerd zijn in de mening van Michael Haneke, Ulrich Seidl of Von Trier als het over de plek van film in de maatschappij gaat. Beledigend eigenlijk.
Ik begrijp overigens niet wat Florian Hellwig bedoelt als hij zegt dat de Vroedts stelling dat er “in dit land prachtig, urgent, meeslepend en onontkoombaar theater wordt gemaakt” gewaagd of gewelddadig zou zijn.
En vindt hij dan dat de machteloze zwervers waar hij blijkbaar fan van is – maar die hij helaas niet bij naam noemt – óók geen meeslepend, etc, theater maken?
Beste Hans,
Omdat je in jouw reactie mij eigenlijk indirect twee vragen stelt, hier een poging om daarop te antwoorden.
Allereerst ben ik ook benieuwd wat Eric de Vroedt gaat zeggen, en naar zijn positiebepaling. Dat lijkt me meer dan logisch. Ik wil toch hopen dat we altijd geïnteresseerd zijn in wat iemand te zeggen heeft. Elke stem – dus ook die van De Vroedt – hoort gehoord te worden, en kan een bijdrage leveren aan het discours. Om mogelijke verdenkingen en valse aannames te voorkomen, het is ook niets tegen Eric de Vroedt. Mijn vraag is echter waarom de machtigen – zoals de representanten van de BIS (de laatste drie jaar werd de Staat door een artistieke leider van een BIS-instelling uitgesproken) – toch altijd weer het woord en het podium krijgen en niet de machtelozen? Hoe kunnen ook andere en nieuwe stemmen gehoord worden?
Hoe kunnen bijvoorbeeld ook de mensen achter de coulisses, de vloervegers, de steuntroepen, mensen met andere achtergronden en verhalen, enzovoorts eens een podium krijgen? Theater wordt niet enkel gemaakt door regisseurs. Er zijn zo veel meer mensen betrokken bij een maakproces en zijn bezig theater te maken, mede mogelijk te maken, die ook iets te vertellen hebben. Er zijn veel mensen die niet in de grote spotlights staan maar net zo deel uitmaken van het theaterveld. Gaat het bij de keuze voor de Staat van het Theater om een keuze voor positie en status? Of zijn we benieuwd om andere en nieuwe stemmen te horen, en wat die over ‘ons’ theater te zeggen hebben? Mensen die wellicht meer pijn voelen als de directeuren van BIS-instellingen en deze pijn ook durven te benoemen.
De staat van dienst moet volgens mij niet bepalen wie aan het woord mag komen en wie niet. Juist daardoor worden namelijk minderheden, minderbedeelden en machtelozen niet gehoord en structureel uitgesloten. Het zijn steeds weer dezelfde mensen die zich mogen uitspreken en/of gevraagd worden, en het zijn waarschijnlijk ook steeds weer dezelfde mensen die niet worden gehoord door dit soort keuzes. De keuze voor De Vroedt is geen gewaagde en avontuurlijke keuze. Dat valt hem natuurlijk niet aan te rekenen. Ik ben benieuwd wat hij gaat zeggen. Daarop kan en mag hij dan beoordeeld worden.
Natuurlijk kan de Vroedt (mocht hij dat van plan zijn) ook namens en voor anderen spreken. Dat is natuurlijk niet hetzelfde als deze mensen zelf aan het woord te laten komen, om minderheden zelf een plek op het podium te geven. En dat is precies waar het toch zo vaak fout gaat. Het wordt veelal over minderheden en randfiguren gesproken in plaats van henzelf hun verhaal te laten vertellen, en te laten zeggen wat ze nodig hebben, waar de pijn ligt. De Vroedt wordt volgens mij regelmatig in staat gesteld om zich uit te spreken. Er zijn echter ook velen die niet worden gezien en gehoord, die geen ‘standing’ hebben in het theaterveld en die nooit worden gevraagd.
De filmmakers, die je in jouw reactie noemt, representeren een ander soort kunstenaar. Ze vertegenwoordigen geen instituut zoals een artistieke leider van een BIS-gezelschap. De onafhankelijkheid van autonome kunstenaars zoals de drie door jou genoemde filmregisseurs geeft hen juist de vrijheid om alles te mogen zeggen. Ze staan dan ook erom bekend geen thema, geen taboe en geen pijnlijke onderwerpen uit de weg te gaan.
En als je er toch over deze filmmakers begint, laten we eerlijk zijn, Nederland heeft geen controversiële theatermakers van het niveau Haneke, Seidl en Von Trier. Alle drie zouden zeker niet misstaan als sprekers op het Theaterfestival. Ze staan erom bekend met hun werk de confrontatie niet te schuwen.
Een ‘buitenstander’ kan waarschijnlijk makkelijker de vinger op de zere plek leggen. Omdat die waarschijnlijk niets te verliezen heeft. Het blijft te hopen dat elke Staat een impuls kan geven aan het hele veld. Ook die van De Vroedt. Daarbij hoort volgens mij juist ook om het veld te ‘confronteren’ met misstanden en pijnpunten in het theater. Zoals de zwakke positie van velen, bijvoorbeeld van veel ‘zwervende zielen’ die niet ‘vast’ verbonden zijn aan een instituut, gezelschap of huis.
The State Of The World vind ik trouwens een mooie toevoeging van andere en nieuwe perspectieven. De keuze voor Sahra Mani en Thomas Erdbrink voor The State Of The World is spannend. Ik kijk in elk geval vol spanning uit naar hun woorden. Het theaterveld kijkt voor mijn gevoel veel te veel naar zichzelf, en van binnenuit. Het perspectief van buitenaf lijkt me essentieel om navelstaarderij te voorkomen.
Als het theater zichzelf prachtig, meeslepend, urgent en onontkoombaar noemt word ik snel achterdochtig. Probeert het theater zichzelf met marketingtermen wijs te maken dat het prachtig, meeslepend, urgent en onontkoombaar is om een bestaansrecht te hebben? Soms is iets prachtig, af en toe urgent en onontkoombaar. Het is wel een uitzondering in een steeds meer gecommercialiseerd veld. Dus om het hele theater in Nederland deze kracht toe te schrijven vind ik gewaagd. En in zekere zin ook ‘gewelddadig’ omdat het zich dan lijkt te ontdoen van een kritische zelfreflectie. Welke confrontatie proberen we hier weer te ontlopen? Waarvoor zijn we bang?
Waarom zou theater ‘meeslepend’ moeten zijn? Brecht had er een hekel aan en wilde niet dat het publiek zich liet meeslepen. Omdat dat ten koste zou gaan van de eigen denkkracht, verantwoordelijkheid en positionering. En zou niet elke voorstelling urgent moeten zijn? Maar staat niet wellicht juist het meeslepende (wat ook een vorm van entertainment kan zijn) haaks op urgentie? Dus hoe meer meeslepend entertainment er is, des te minder urgentie er misschien overblijft.
Zouden we ons niet eerst kunnen afvragen wat voor een theater we maken, en wat voor een theater wij willen maken als de wereld in brand staat, in plaats van allerlei labels op het theater te plakken? Hoe maken we theater in deze tijden? Met wie en voor wie? Welke rol zien wij voor het theater weggelegd in deze tijd en hoe kunnen we die met velen invullen, en op welke manier?
Tenslotte. Omdat je me expliciet vraagt om namen te noemen, wil ik dat graag eens doen, niet wetend of deze stemmen zich herkennen in de positie van ‘zwerver’ (ik wil dan ook bij voorbaat de genoemden om excuses vragen dat ik ze niet om toestemming heb gevraagd om ze hier zomaar in de ring te gooien). Mensen van de voor- en de achterkant, die ergens in het theater ‘rondzwerven’.
We mogen het woord ‘zwerver’ niet letterlijk opvatten. Het gaat me om de nomadische ziel met een onafhankelijke status, om de lastendragers van de Karavaan, om de waterdragers in het peloton, om de field workers zonder die de humuslaag er nooit zou bestaan.
Ik zou bijvoorbeeld benieuwd zijn naar een Staat van het Theater van (in willekeurige volgorde) Sahand Sahebdivani, Mokhallad Rasem, Eylül Fidan Akinci, Wensley Piqué, Cherish Menzo, Christian Guerematchi, Ahmad Abdulwahab, Javier Lopez Pinon, Berith Danse, Nina de la Parra, Grzegorz Reske en/of Sruti Bala en/of Ira Melkonyan (of alle drie samen), Myriam Sahraoui, Felix de Rooy, Patricia Kaersenhout, John Agesilas, Jolanda Spoel, Richard Kofi, Wouter Pocornie, Roel Meijvis, Simone van Saarloos, Selm Wenselaers, Dries Verhoeven, Lieven de Cauter, Evelyne Coussens, Mohamed Ikoubaân, Erwin Jans, Stefan Hertmans, Ben Schomakers, Willem de Wolf, en vele anderen (Hans, bedenk alsjeblieft dat ik heel snel een lijst voor jou heb gemaakt en weet dat de keuze voor de Staat van het Theater niet overhaast wordt getroffen).
Ik zou ook benieuwd zijn naar wat Abdelkader Benali, Raquel van Haver, Marlene Dumas, Iris Kensmil, Arnon Grunberg en Maxim Februari het theaterveld mee zouden geven. Voor onze reis door de woestijn.
Vriendelijke groet,
Florian Hellwig
Mooie lijst, Florian. Wat mij betreft, mag jij jezelf ook aan de lijst toevoegen. Zou graag jouw staat van het theater willen horen.
De keuze voor de Vroedt rijmt pijnlijk met de geselecteerden voor het Theater Festival. Het is BIS wat de klok slaat..