Het festival Cultura Nova in Heerlen pakte groots uit met de openingsvoorstelling, maar heeft ook oog voor het kleine geluk van de gewone Heerlenaar. Els Huver, radiomaakster met Zuid-Limburgse roots en algemeen directeur van Stichting De Kopsalon, trok de wijk Eikenderveld in en verzamelde verhalen voor een feelgood-audiowandeling. Die kun je het hele festival lang meelopen. (meer…)
Elisabeth Oosterling (1989) studeerde in 2013 af als kunstcriticus en theaterwetenschapper aan de Rijksuniversiteit Groningen. Voor Theaterkrant.nl en NRC Media recenseert ze toneel en muziektheater. ‘Het schrijven over theater zie ik als een kans om te laten zien wat voor moois er gemaakt wordt en waar je heen zou kunnen gaan, of wat je beter links kan laten liggen.’
Hoe ben je begonnen?
Het is begonnen uit een liefde voor theater, ik wou zo veel mogelijk zien. Via iemand die ik kende via mijn studie Theaterwetenschap in Groningen ben ik bij de cultuurwebsite 8weekly terecht gekomen. Daarna ben ik stage gaan lopen bij Theatermaker, net toen Theaterkrant.nl online ging. Na mijn stage mocht ik blijven schrijven voor de website, en af en toe ook voor het vakblad. Sinds afgelopen zomer ben ik ook theaterrecensent voor NRC Handelsblad.
Omschrijf je jezelf als recensent of criticus?
Ik ben opgeleid tot theaterwetenschapper, waardoor ik voorstellingen in een breder perspectief kan plaatsen en dat vind ik erg interessant. Wat dat betreft, voel ik me kunstcriticus. Ik schrijf echter voornamelijk recensies en noem mezelf dan ook recensent. Maar voor mij is het vooral een taalkundige kwestie, die ik niet zo interessant vind.
Voor wie schrijf je?
Ik probeer toegankelijk te zijn voor iemand die geïnteresseerd is in cultuur, maar misschien niet zo’n beeld heeft van wat er zich in het theater afspeelt. Tegelijkertijd wil ik ook interessant zijn voor een meer ingewijd publiek. Door de diepte in te gaan, terug te grijpen op eerder werk van een maker of bredere tendensen in het theaterveld.
Ik vind dat er veel te weinig mensen naar het theater gaan, voor veel mensen is de drempel heel hoog om een theater binnen te lopen. Ik snap wel waar dat vandaan komt, het aanbod is ontzettend groot. Ik kan me voorstellen dat je geen idee hebt waar je moet beginnen als je nog nooit iets hebt gezien. Het schrijven over theater zie ik als een kans om te laten zien wat voor moois er gemaakt wordt en waar je heen zou kunnen gaan, of wat je beter links kan laten liggen.
Waar moet een goede voorstelling aan voldoen?
Ik ben altijd heel stoïcijns. Ik wil voor de voorstelling bewust geen promotiemateriaal zien, of weten wat de maker ‘bedoelt’ met een voorstelling. Ik ga er dus heel blanco in, omdat ik vind dat een voorstelling voor zichzelf moet spreken. Kennis van het veld en theater zijn daarna natuurlijk wel nodig om de voorstelling te duiden.
Verder kan het heel erg verschillen, wat ik goed vind aan een voorstelling. Het kan bijvoorbeeld het spel van een acteur zijn, een bepaalde visuele ervaring of een tekst die me heel erg raakt. Bij een ideale theatervoorstelling valt dat allemaal op zijn plek.
Hoe ken je sterren toe?
Als ik uit een voorstelling kom, weet ik eigenlijk altijd al hoeveel sterren ik ga geven. In mijn recensies onderbouw ik altijd het aantal sterren dat ik heb gegeven. Maar, eigenlijk zou ik niet te veel met die sterren bezig willen zijn.
Ik vind het jammer dat het bij recenseren vrij snel over een oordeel en het aantal sterren gaat. Ik snap het wel, want het is voor een lezer natuurlijk aantrekkelijk om gelijk te zien hoe iets ‘beoordeeld’ is. Toch zou ik het beoordelen liever veel meer naar de kantlijn schuiven. Ik vind andere vragen veel interessanter. Zoals, wat beleef je tijdens de voorstelling? Wat wil de voorstelling zeggen? Wat gebeurt er op het toneel? Hoe spelen acteurs hun rol?