Voor de ontheemde theaterbezoeker (of -recensent) die deze maanden verweesd op zoek was naar een theaterfestival, bood Het Nationale Theater in Den Haag min of meer uitkomst. Tijdens Het Nationale Theater speelt altijd kun je meerdere korte voorstellingen op een dag zien. Het zijn ‘wendbare’ voorstellingen, sober geënsceneerd en met weinig personages. (meer…)
Het Nationale Theater is weer open. Tijdens de maandenlange sluiting zijn er drie premières van het gezelschap afgelast, maar de komende tijd voeren ze een corona-proof repertoire uit onder de noemer Het Nationale Theater speelt altijd. Maandag 1 juni werd het programma geopend voor dertig toeschouwers. De foyer van de Koninklijke Schouwburg voelt nog reusachtiger en leger met zo’n klein aantal, maar eenmaal aangekomen in de zaal is het, ondanks de coronamaatregelen, knus en intiem.
Nu het op straat steeds drukker wordt, is naar buiten gaan vaak een stressvolle onderneming. Blijf je wel genoeg bij mensen uit de buurt? Wat als een ander geen afstand houdt? En worden die mandjes in de supermarkt wel goed ontsmet? Het is heerlijk om te zien dat bij Het Nationale Theater al die zorgen worden weggenomen met een strak protocol en een persoonlijke aanpak. Na de kaartcontrole is de volgende stop nu niet de garderobe of de bar, maar een pomp met desinfecterende handgel. Een medewerker neemt je mee naar je zitplaats op naam, een eigen plekje met een tafeltje. Je wordt zo prettig ontvangen dat het bijna rustgevend is.
We zitten deze middag niet in de theaterzaal, maar op het podium. De toeschouwer is namelijk de protagonist, en deze middag is een dialoog, zo vertelt Romana Vrede ons in haar Liefdesverklaring. Magne van den Berg schreef Liefdesverklaring al in 2014, maar de tekst komt nu meer dan ooit tot z’n recht. De impliciete theaterconventies zijn niet meer vanzelfsprekend geweest de afgelopen tijd.
Vrede spreekt haar dank uit naar het publiek, de erkenning dat zonder publiek het theater niet zou bestaan. In deze uitspraak is ook de frustratie en de angst van het coronatijdperk voelbaar. De afhankelijke relatie tussen acteur en publiek maakt de acteur kwetsbaar, zeker nu. De grote leegte van de zaal achter ons, kun je in je rug voelen prikken.
Terwijl ze spreekt, vult het podium zich met de acteurs uit het ensemble van Het Nationale Theater. Het wordt steeds lastiger om afstand te houden, een steeds grotere puzzel om met z’n allen op het podium te staan. ‘Ook wij moeten wennen’, lijken ze te willen zeggen. ‘Maar we doen het wel.’ Ze slagen erin de regels niet te breken.
‘U heeft gekozen voor taal en niet voor pixels. U heeft gekozen voor lichamen van vlees en bloed.’ De tekst raakt. Na maanden aan videobellen, registraties en livestreams is het een verademing om de ruimte te delen met acteurs en de ontmoeting te voelen. Vrede speelt hiermee, spreekt haar publiek direct aan. Tegelijkertijd kijken er tientallen medewerkers van Het Nationale Theater mee via Zoom. Productiemedewerkers, dramaturgen, technici. We zien hun gezichten, in hun huiskamers, op een projectiescherm. Het voelt wrang dat de mensen die deze middag mogelijk hebben gemaakt, er zelf niet bij mogen zijn, maar tegelijkertijd zijn ze wel zichtbaarder dan ooit. De pixels zijn dus wel degelijk een waardevolle toevoeging, al winnen ze de aandacht niet van de acteurs die recht voor je staan.
Er volgen verschillende programma-onderdelen, waaronder een eerste lezing van een aantal scènes uit Joeri Vos’ Corry, Senior en Vlampie, dat zich afspeelt in dezelfde verhaalwereld als eerdere producties The Nation en De wereld volgens John. Het stuk borduurt voort op de gemeenschap in Duindorp na de ophef rondom de vreugdevuren op Oudejaarsavond. Regisseur Eric de Vroedt laat weten dat Vos de tekst diezelfde nacht nog heeft ingeleverd. De inhoud is daardoor ontzettend actueel: Corona, complottheorieën rondom 5G en de omgekomen Scheveningse surfers van twee weken geleden passeren de revue. Hoewel de acteurs de – voor hun onbekende – tekst nu nog vol charmante onhandigheid spelen, belooft de humor en scherpe reflectie waarmee Vos schrijft al veel goeds.
Al met al is het een warm weerzien. De dankbaarheid om weer samen te mogen komen is groot, bij zowel het publiek als de makers. Dat we samen het podium delen, is mooi en passend: zo is de enige afstand de fysieke. Pas nu ik er ben, voel ik hoeveel ik het theater gemist heb, en ik ben niet de enige. Andere toeschouwers die ik spreek, ervaren hetzelfde gevoel van verademing. Normaal gesproken was het misschien te zonnig geweest om naar het theater te gaan, waren we liever buiten geweest. Maar nu voelt de theaterzaal nóg warmer.
Foto’s: Bas de Brouwer